zaterdag 25 september 2010

De Papa & Teambuilding

Een memorabele jaarlijkse belevenis is alweer voorbij. Geen concert van Springsteen of Dylan, wel een teambuilding-driedaagse met mijn klas in de Hoge Rielen. Een hoogtepunt voor onze leerlingen van 3, 4 en 5 BSO. En ook voor alle begeleiders, denk ik. Hoop ik…
Voor wie denkt dat de Hoge Rielen zich in de Ardennen situeren, het is een voormalig militair domein in de bossen van Kasterlee, zo’n 8 km van Bobbejaanland. De ooit “barakken” genaamde behuizingen zijn intussen voorzien van elementair comfort. In onze woning, het “Spechtegat” werd niets aangetroffen van wat je zou kunnen afleiden uit die toch dubieuze naam. Integendeel, een gloednieuw kookeiland, een oven en taraaa een vaatwasmachine maakten deel uit van het gat van deze prachtige vogels. Dat alle kledingstukken, handdoeken etc. des ochtends kleddernat waren van de “klampigheid” namen we er graag bij.
Team-building. Ploegje maken, groepsgevoel tussen leerlingen en leerkrachten. Christa en ik kregen uiteraard de hoede over 10 leerlingen van 5CST, mijn klasje. Na minuten was het al duidelijk dat we het Groot Lot hadden gewonnen. We kenden ze al van in de lessen. 1 september. De ene manifesteerde zich nadrukkelijk, de andere bekeek het even.
Daar in dat gat van die Spechten zagen we ze per uur een groep worden. De zwijgers durfden praten, de praters wisten plots wanneer ze moesten zwijgen. Zo zei er een (nieuwe) jongen tegen een andere (nieuwe): “Je mag het echt niet grof oppakken maar ik kan het niet zo goed zeggen. Met uw uiterlijk, awel, ik wist niet dat gij zo nen toffen waart!”
En zo volgden de activiteiten elkaar op, intens daar! Martine DJ en ik zorgden voor de catering, met vooral in onze gedachten de portemonnee van onze Grote Chef Marie-Rose.
En plots, toen we bezig waren om in het restaurant van de Hoge Rielen een playstation te installeren voor die superleuke buzz-quiz, kwam dat sms-ke van Christa: “Bel me! Iemand gekwetst”
Nu moet ik een lang hectisch verhaal kort maken. En ook zeggen dat we in ons Beroep een formidabele ploeg hebben die moeiteloos kan communiceren, afspreken en organiseren. Iedereen was even de kluts kwijt. Ook onze leerlingen. Maar heel snel viel alles weer op zijn plaats.
Een van onze leerlingen werd zwaar gewond door een spijtig ongeval. Nekwervel gebroken, hersenschudding, tanden afgebroken. Brecht. Net hij was die nieuwe jongen die die prachtige bovenstaande woorden uitsprak.
Brecht stelt het intussen heel goed, is thuis en wil zijn herstelperiode zo kort mogelijk maken.
En voor zijn ongeval gaf hij ons een enorm compliment: “Geert & Christa, vanaf nu gaan we jullie Papa en Mama noemen.”
Kippenvel, hoor, zo na 36 jaar…

zaterdag 18 september 2010

Man in Black on White Party

Alzo liet deze oude mens zich nog eens overhalen om naar een party te gaan.
Met vrienden spraken we af om eerst een bodempje te leggen. Kaas en wijn in Wortegem. Kaas, kaas en nog eens kaas, dat was alvast wat mijn geteisterde maag mij nadien liet herproeven. Ik reken erop dat onze bescheiden bijdrage het voetbal van Wortegem in hogere sferen zal brengen, onze gastritische oprispingen ten spijt.
Na enige uren wendden we de steven naar Aarsele, city of cities. Daar werden we heel warm verwelkomd op The White Party, van Rik en Frank.
Het was voor mij een prachtig geënsceneerd theater. Doeken, belichting, de disco-bal die feeërieke motieven op de muren toverde. En de meeste mensen waren in het wit gekleed. Dat was ook de bedoeling.
Zelf waren Christa en ik in het zwart gehuld. Geen statement, gewoon geen wit in huis. Hier en daar wat commentaar, geen probleem.
En ambiance! Jawel hoor.
Maar ik heb ook beseft dat ik inderdaad oud word. Ik weet het, er zijn getuigen van, ik heb het linkerbeen en vervolgens het rechterbeen ritmisch bewogen op de ongetwijfeld formidabele muziek. Soms kwamen zelfs de schouders en de armen in beweging. Ja, zweet stroomde van mijn schedel en van de rest van mijn formidabele kathedraal van een lichaam.
Maar hoe graag ik jullie ook zie, zoveel vrienden die op die prachtige party waren, ik voel mij daar niet meer thuis.

zaterdag 11 september 2010

Matthew 19:14: "Let the little children come to me”

Alzo zegt de Bijbel. Vele priesters hebben blijkbaar de rest van die zin niet gelezen: “…and do not hinder them, for the kingdom of heaven belongs to such as these”
Wat een mooie wijsheid. Was het nu een Jezus of een andere wijsgeer, who cares. Wie voelt zich niet totaal ontwapend, weerloos, smeltend bij de argeloze onschuld, de klare spontaanheid, de meedogenloze eerlijkheid, de fragiele emoties van een kind. Wellicht verlangen we als volwassenen soms terug naar die open, onbevangen, niet-getroubleerde blik die we ooit op het leven hadden.
Zelf werd ik geconfronteerd met een pedofiele priester. Die man was erin geslaagd op het College in Deinze een Boekenfonds op te richten. Allemaal jonge snotterkes die tijdens de vakantie boeken kwamen repareren met als beloning een coca en een Frisco. Jawel, ik was er één van. Pas op, tijdens onze werkmomenten hadden we een radio. Radio London. De paster was er niet, we leerden geluiden kennen die niet voorzien waren. Bob Dylan, The Stones, The Kinks, The Who, Jimi Hendrix. En Radio Veronica. OK, Will Tura ook. Make no mistake, van niemand tolereer ik ook maar een negatieve opmerking over Will Tura.
Ik belandde bij die priester in het 5de Latijn-Grieks. De jaren daarvoor werden er telkens als beloning woningen gehuurd in de Ardennen. Ik was er steeds bij. Geen miserie. Leuke priesters waren daar, zoals Toon De Strooper (nu Gottem), Cies Verheylezoone (later getrouwd en dominee geworden, formidabelen tiep)
In mijn voorlaatste jaar begon den anderen echt door te zetten. Toen pas besefte ik dat er inderdaad iets raars bezig was. Jullie moeten echt wel weten, in 1968 kende ik echt totaal niet het begrip “pedofiel”.
Het was al een paar jaar dat ie bijv. tijdens de boekenfonds-sessies met een “regel”, (bestaat dat nog?), achterin mijn broek gleed. Vanaf mijn 5de jaar (Grieks-Latijn, ik had 12 uur les van die persoon) moest ik bijlessen volgen voor Grieks. Uiteraard omdat hij mij systematisch buisde.Ik was een schoon boeleke, achter met de puberteit. Eerlijk: ook wel omdat ik er mijn voeten aan veegde.
Die bijlessen, dus. Zijn viezige mollige poten gleden na enige weken langs de binnenkant van mijn dijen (het was lente, korte broek) en ik begreep plots: dit is niet normaal.
Als klein mollig ventje (na mijn retorica nog 18 cm gegroeid) gaf ik hem een stevige plets in zijn gezicht.
Op mijn mondelinge examens van Latijn, Grieks, Godsdienst, vroeg ik onze toenmalige superior De Witte als getuige. Een grote meneer! Ik was gelukkig geslaagd.
Want nog steeds droom ik soms dat ik hem zie parkeren voor het huis van mijn ouders waar de priesters van het college jaarlijks kwamen dineren.
Zijn nummerplaat 7675 U. Een mokka-kleurige Ford-Taunus.
Een jaar later moeten er ergere klachten gekomen zijn. Hij is gestraft door het Bisdom. Ze hebben hem weggepromoveerd. Hij werd directeur van… een meisjesschool.
Leuke dag toen ik hoorde dat die grote sigarenrokende naar goedkope parfum riekende big boss van het College overleden was.

zondag 5 september 2010

De Preek

Hierna volgt dus de schriftelijke neerslag van mijne fameuze preek. Wie er niet bij was zal natuurlijk veel missen. Mijn ongelooflijk charisma, mijn flukse oogopslag, mijn alleszeggende lichaamstaal, de feromonen die ik het publiek instuur. Desalniettemin, op algemeen verzoek, hier is ie dan.
Lieve mensen
Wie had ooit gedacht dat uitgerekend ik in Deinze-Kerk nog zou een toespraak houden. Deken Rudy wellicht niet, Ik in elk geval niet. Anderzijds, vergis jullie niet, Gaspar VDV en ik waren lector bij de eerste TV-mis die vanuit Deinze werd uitgezonden. Even was ik dus een klerikale BV met toekomst om iets te doen in de katholieke media. Er is helaas niets van in huis gekomen.
Maar… ik sta hier niet om over mijzelf te praten. Neen, het is mijn onmogelijke taak om binnen enige minuten een huwelijksleven van 60 jaar te resumeren.
Over onze ouders zou ik in feite een boek moeten schrijven. Maar ik vrees dat dat boek niet goed zou verkopen. Te weinig sensatie. Onze ouders zijn namelijk heel brave mensen. Vijanden hebben ze niet. Respect krijgen ze van vele vele mensen.
Hun eerste huwelijksjaren heb ik niet bewust meegemaakt. Alles wat ik weet is dus van horen zeggen. Moeke mocht geen les meer geven in het katholiek onderwijs omdat ze zwanger was van mij. Pa ging eerst met de fiets naar Deinze gaan lesgeven (waarbij hij naar het schijnt Cancellara-allure vertoonde), daarna met een aftandse DKW auto waarvan de ronk hoorbaar was tot in Astene. Moeke ging vervolgens Godsdienst geven in het Atheneum.
Ik ben geboren in Gent, ruim een jaar na het huwelijk. Zoals ik al zei, brave mensen, dus… We woonden bij mijn grootouders tot het huizeke in Deurle was gebouwd. Met Kleine Landeigendom. Ooit hoorde ik dat ik daar sliep in een rieten wasmand, maar dat kan mijn fantasie zijn.
Maar het huis in Deurle kwam er. En er kwamen ook een drietal zussen bij, Mieke, Marijke, Veerle. En dan Wimke, het keppekeutelke toen.
Ik vermoed dat de financiële toestand die eerste jaren vrij lastig was, met die vijf kinderen. Maar nooit kwamen wij wat tekort.
Zo kon er bv bij de kruidenier op de hoek, Cockers, met puntjes gespaard worden voor speelgoed. Mijn geloof in Sinterklaas begon te wankelen toen de Sint die auto van Highway Patrol bracht die al twee maand in Cockers vitrine stond. Want toen ik diezelfde dag naar Cockers ging om sigaretten voor Pa, rode Michel zonder filter, 9 frank, stond die auto er niet meer.
En was er misschien niet zoveel speelgoed als vandaag de dag, we vonden altijd wel iets in het kot. Oude kleren om ons te verkleden, stukken pannelat…
De zondag was speciaal. Na de mis mochten we naar Cockers om “tweedings”. Twee snoepen die elk 1 frank kostten. Rekkers, stampers…
We werden gewassen in een kuipke, in de winter voor de kolenkachel. De “waste” werd met een houten tang uit de wasmachine gehaald en in de spoelbakken gegooid. Tot zover de folklore.
Samengevat: intussen zijn we met ons zevenen, vermoedelijk gaan er geen meer bijkomen. Vijf van ons woonden in Deurle, Tom en Lien kwamen erbij in de Guido Gezellelaan, vervolgens met heel het gezin naar de PJ Eeckhoutlaan.
Maar onze ouders bleven altijd wie ze waren. Schitterende onderwijzers waarover generaties van oud-leerlingen ons aanklampen om te zeggen welke mooie herinneringen ze hebben aan meester Walgraeve van ‘t College of mevrouw Walgraeve van de Maricolen. Zelfs op mijn Facebook mag ik dat regelmatig lezen (Pa en Moeke, Facebook da’s iets op het internet) Telkens weer zijn we fier als we dat horen, papa en moeke wimpelen dat een beetje af, bescheiden als ze zijn. Ze vinden dat normaal dat ze zo bezield hun job deden.
Ik weet dat hun geloof voor hen heel belangrijk is, dat ze daar altijd zeer veel kracht hebben uitgehaald, en nog steeds.
Want met zeven kinderen kom je nogal wat stoten tegen. Ziekte, kwetsuren, vooral over dit laatste was ons moeke overbezorgd. In de bergen moesten we bv altijd 2 meter van de balustrade blijven. En de kleintjes moesten altijd een handje geven. Nu nog voel ik dat moeke zich moet inhouden als ik thuis vertrek: ze wil zeggen “Geertje, voorzichtig zijn hé”
Zorgen, kleine en grote… Door sommigen van ons werd er soms losbollig gestudeerd, af en toe wat uit de band gesprongen. Ge moet niet ver kijken, hij staat hier voor u. Daardoor waren er ook grote zorgen over zij die serieus bezig waren. Ze gaan toch ook niet…
En de tijden zijn nog niet veranderd. Nu is er naast de bezorgdheid over ons, de kinderen en schoonkinderen, ook de bezorgdheid over de kleinkinderen en de achterkleinkinderen. Prachtig ook hoe ze openlijk fier zijn op ons allemaal. “Ze stellen het goed, ze studeren flink, ze zijn gelukkig, ze maken prachtige kunstwerken, zo schoon muziek dat ze kunnen spelen”. Zo weet ik dat moeke met fierheid vertelt over ons allemaal bij (vroeger) de coiffeuse, nu bij haar coiffeur, haar nieuwste vedette. Of in een wachtzaal bij dokter of tandarts.
Hun geloof geeft hen ook de kracht om de tegenslagen te verwerken die wij, de kinderen, soms meemaakten. Nooit werden wij be- of veroordeeld. Steeds zijn we welkom thuis en worden met een groot hart beluisterd. Ook de schoonkinderen zullen dit getuigen, zij worden omarmd als eigen kinderen. Al kunnen we nergens anders meer terecht, onze thuis, onze ouders zijn er altijd. En dit al zestig jaar.
Papa en moeke, waarschijnlijk heb ik vele dingen NIET gezegd. Maar ik weet zo dat jullie mij dit vergeven. Want eigenlijk moest ik alleen vertellen wat nu volgt.
Geloof is één ding, maar bovenal is er jullie ontroerend mooie onvoorwaardelijke zorgende liefde voor elkaar. Reeds méér dan zestig jaar.
Wij, jullie kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen wensen jullie dat jullie nog héél lang voor elkaar mogen zorgen. We zijn ontzettend trots op jullie.

woensdag 1 september 2010

Of horses and man

Daarstraks hoorde ik dat helaas een paard van de Koerse moest worden afgemaakt. Bij de jockeys doen ze dat voorlopig niet, alle kompassie met die mens die nog in coma ligt.
Toen ik echter deze ochtend, 6 50 u, het bed uit moest zou ik een verlossend spuitje niet afgeslagen hebben. Picanol is een bedrijf, maar het zou ook een kwaal kunnen zijn als de wekker te vroeg afgaat. (trouwens lang gedacht dat Andantol een moyen tegen diarree was)
Maar toch! Wallen onder de rooddoorlopen ogen konden het humeur niet slechter maken. ’t Was namelijk al heel slecht.
Maar toch! Wasje, plasje, muilke scheren, buik intrekken en met een mega-smile schoolwaarts voor De Eerste Dag.
Maar toch! Geloof het of niet, na al die jaren vind ik die eerste dag nog steeds de mooiste. Telkens weer kijk ik er naar uit. Welk vlees is er in de kuip van mijn klas beland.
In mijn Vijfde Beroeps krijg ik steeds weer uitzonderlijke kinderen. Op mijn leeftijd mag ik ze kinderen noemen, hoewel sommigen reeds meerderjarig zijn.
Ze zijn uitzonderlijk omdat ze elk een apart verhaal hebben. Veelal zijn ze al lang afgeschreven door traditionele leraars. “Lui”, “Agressief”, “Dom”, “Moest hij/zij willen het zou…” “Als je niet méér je best doet moet je afzakken!” Vervolgens hebben ze zichzelf afgeschreven. Zelf-waardering: nul. Schrijnende verhalen ook over hun privé.
Wel, bij die gastjes vind ik mijn beroep het mooiste en tweede oudste ter wereld (nr 1 is prostitutie, zegt men). “Leraar”. Reeds bij de Ouden was het een voorrecht om bij een leraar te worden aanvaard. Je leerde er kennis, je mocht delen in wijsheid, je kreeg levenservaring, je werd er beter van.
Wat de Ouden nooit schreven is dat de Leraar zelf er beter van wordt: je krijgt steeds meer kennis, je mag delen in wijsheid, je wordt er ieder schooljaar een ander mens van.
Verdomd blij dat ik nooit jockey geworden ben.