vrijdag 29 april 2011

Walking on water...

Make no mistake, lieve lezer. WALK on water was de eerste superhit van de onvermijdelijke handjes-man Regi en die madam. U weet dat ik mijn gifspuit niet eens wil bovenhalen voor dit product.
Walking on water was in feite het patent van ene Jesus Christ
http://www.bcbsr.com/survey/jcm3.html
Als er een dvd van bestaat, laat maar komen Pixar.
Walking on Water is de nieuwe cd van Bruno Deneckere. En dendezen was bevoorrecht getuige van de première. De Club van de AB in Brussel was afgestouwd vol.
Vol met echte liefhebbers van de muziek van Bruno en vrienden. Vol volk dat op den duur zijn eigen zweet begon te rieken. En terecht. Natuurlijke geuren, hé. Geen m’as tu vu.
Volslagen naturel was het concert van Bruno en companen. In vorige blogs ging ik mij al te buiten aan complimenten over deze sjarels. Spijtig!
Ik heb namelijk geen overschot meer om te stoefen. Steeds weer een plezier voor oog en oor om die doorvorte briljante mensen bezig te zien. Hoe Bruno ze steeds weer uitdaagt, hoe ze naar mekaars handgrepen zitten te loeren en hoe Bruno er af en toe graag mee rammelt. Dit alles met loepzuiver genadeloos gestemde instrumenten waar geen gefoefel mogelijk is.
Deze keer bespreek ik geen individuals meer, de groep was een onstuitbare geöliede machine die recht naar Nashville opstoomt.
Toeme toch, zijn die gasten (en pak ook nog eens bijv. Derek erbij) niet in het verkeerde land geboren?
“Wow, I could have sworn they were from Nashville” schreef mij een Amerikaanse vriend.
Hoewel ze niet in de country kunnen worden vastgepind.
En den Bruno zelf was scherp, sprak soms zelfs 5 woorden na mekaar. Zijn grijns en gitaar brachten echter de bende in vervoering.
Op water wandelen moet hij niet om te schitteren. Maar moesten al die gasten nu ne keer wat meer pretentie hebben? Zich inlikken in de juiste kringen?
What the heck..
Gelukkig voor ons staan ze op vaste grond.

donderdag 21 april 2011

Ouder worden

Voorheen had ik het nooit geloofd, lieve lezer. Als jongeling beschouwde ik mijn levensverwachting zo ergens rond de 45. Héél oud, tijd om het leven vaarwel te zeggen want wat kon er nog meer komen.
Het is het leven zelf dus, dat blijft komen.
Terwijl ik dit schrijf beluistert deze weldra 60-jarige The Ramones. Het schuimt weer in mijn bloed, van de keren dat ik ze mocht meemaken blijft vooral hun optreden in… Avelgem!! Samen met een piepjong Filipke, later een bluesfreak en –kenner. Luidste optreden dat ik ooit meemaakte. Voske, drummer van de “Machines” en ikzelf stopten de vingers in de oren om te horen welk nummer ze in feite speelden. Enfin, over die onmiddellijk daarna failliet gegane organisatie zouden we een klein boekje kunnen schrijven, maar: unforgettable it was!

Maar ik dwaal af. Ouder worden was mijn uitgangspunt.

Nooit verwachtte ik dat ik in mijn leven zou opa worden. En toch, één zoon zorgde voor een tweeledig vrouwelijk nageslacht. Nooit verwacht dat Christa en ik dat zo heerlijk, een bijna niet te benoemen geluk zouden vinden. Twee prachtige kleindochters…

Ze waren voor het eerst samen bij ons op logement. We wisten het vooraf, de zo weinige keren dat ze bij ons zijn, daar gingen die twee engeltjes 200 % voor. Weerloze slachtoffers waren we, “gejost” werden we constant. “Wit brood” aten ze zogezegd, “korstjes eraf”. Jaja. Nee, bleek achteraf.
Vanaf 6 u des ochtends werden we meegesleurd in hun ontembare verwachtingen. Ieder uur rekenden die hellevegen op een nieuwe attractie. Door die twee samen in een vanzelfsprekend bondgenootschap werd ons leven compleet in beslag genomen.

Welnu, lieve lezer, hoewel we hier en daar even foeterden waren het heel leuke dagen. Ouder worden geeft je natuurlijk de kans om een paar dagen volledig die drollies te animeren. Hen per uur zodanig af te peigeren via rollenspel, wandelen en talloze speelpleinen, dat ze om 19 uur uitgeteld zijn.
Rust, denk je dan. In feite, ja. Zo was het wel. Maar avond en nacht blijf je onbewust gefixeerd op die “babyfoon”. Een zucht, een klein nachtmerrietje, je veert recht in je bed en luistert. Gaat heel stil even kijken.

Ouder worden. Laat ons vergeten wat voorafgaat. Ouder worden is voor ons: twee ongelooflijk lieve liefhebbende schone meiskes die ons graag zien.
En de bedenking: gaven we in feite evenveel aandacht aan onze eigen kinderen?

dinsdag 12 april 2011

De Ronde

Doelbewust heb ik gewacht tot de laatste aflevering van De Ronde. Eerst was het een hype, Vlaamsche humor werd verwacht: ‘Da miendje nie’, ‘In de Gloria’ in de overtreffende trap. En dat werd het inderdaad, volgens mij. Maar toen daalden de kijkcijfers.

Tandenbijtend zweeg ik, goedkeurend ook: die kijkers van “Komen eten”, “Wie kiest Pieter en zijn lul” (weet de juiste naam niet), “Onnozelheid troef”, enfin, die kijkers dus, haakten af. Lezersbrieven die zeiden: te langzaam, teveel verhaallijnen, oh schande een kakkende dwerg…

Heel lang al heb ik een passie voor de koers, vooral dan voor de Ronde van Vlaanderen. Nu pas, door die serie, vroeg ik mij af waarom.

De Ronde van Vlaanderen is een metafoor voor de principes waarmee ik opgroeide. Werken moet ge, niet opgeven hé. Slaat het tegen, stel u recht en herbegin. Wroet en ploeter, na een bergop komt een bergaf. Er zijn mensen die je aanmoedigen: haal er je kracht uit. Wie je minacht en uitfluit: och here toch, laat ze doen. Er komen schone wegen, de wind in ’t gat, en soms slechte banen tegen de wind in. “Nie pleuje” en ge geraakt er ooit.
De geschiedenis van de Ronde staat bol van verhalen die passen in de Vlaamse arbeidsethiek, romantiek, droomwereld. Wat is een “Flandrien”?

De TV-serie “De Ronde” is absoluut een meesterwerk. Enerzijds is er de hectiek, het jachtige compromisloze voortjakkeren van de renners, de tegenslagen en de triomfen, vedette of loser, de geldelijke belangen, de VIP-cultuur.

Anderzijds is er het leven zelf. Honderdduizenden kijken naar de koers. Maar heel traag zijn er ook honderdduizend verhalen die parallel verder kruipen. Dat ene kijkcijfer-hoogtepunt is voor velen maar een komma in de marge. In het decor van de koers spelen zich veel belangrijker zaken af. Een dubbelzelfmoord, een dolgedraaide racist, fuivende vluchtmisdrijf-leraars, spanning in de regie-kamer, teveel om op te noemen. Stuk voor stuk verhalen uit het ware leven die genadeloos doorlopen, net zoals de koers.

Jan Eelen is een genie. Zwart en dreigend is zijn visie op ons leven. Prangend, zonder medelijden maar met medeleven observerend, de Vlaamse volksaard. Van middenstander tot volksmens, we voelen ons ongemakkelijk bij zijn beelden. Onze zelfgenoegzaamheid wordt met een wreed scalpel blootgelegd.

De Ronde, onvergetelijk. En dit jaar Nick Nuyens die won: ja, past in het plaatje.