woensdag 31 augustus 2011

Waregem Koerse

De eerste dinsdag na de laatste zondag van augustus, probeer dat maar eens te onthouden: De Hoogdag van ons fiere stadje: Waregem Koerse!

Een jaar op voorhand proberen we deze Heilige Dag te plannen. U moet weten dat we sinds enige jaren met hetzelfde clubje op dit festijn niet willen ontbreken.

Bleek dat we op De Voormiddag Van Waregem Koerse (heilig dus) op school personeelsvergadering hadden. Uiteraard begrijp ik dat een gebeurtenis waar 45 000 mensen op af komen totaal onbelangrijk is in vergelijking met de toekomst van het onderwijs. Dientengevolge begaven we ons naar desbetreffende vergadering alwaar minstens 90 mensen aanwezig waren. Helaas, na drie uren en de rest bleek dat, ondanks belangwekkende, bemoedigende, stimulerende en soms berispende toespraken, het onderwijs nog steeds niet gered is.

Eidoch, niet getreurd. Kordaat dreef Christa de Clio richting ons huisje in Waregem, waar het terras reeds werd bevolkt door twee dierbare vrienden. “Muilken eten”, koffietje erbij. En dan te voet spoorslags richting hippodroom. Wij wonen namelijk op 950 meter van de ingang. Vanaf volgend jaar 10 euro om voor onze voordeur te parkeren.

Eens op het middenplein, waar Het Gemeen Volk zich verzamelt, was het weer bijzonder leuk. Na enig zoeken geraakt onze kliek van 8 weer samen, knuffels en hoewist, je kent dat. En dan: het wedden natuurlijk…

Over de eerste koers zullen we discreet zwijgen. Onze keuzes lieten we bepalen door aantrekkelijke namen van paarden. Noppes, dus. Maar er was beterschap in zicht. Onze tipgever Malik, waar we zwaar op rekenden, was weliswaar in een zombie-vermomming maar slaagde erin, alvorens weer in zijn graftombe te duiken, wat nuttige hints te geven. Werden dankbaar genoteerd en bleken achteraf dik in orde te zijn.

Altijd spannend: welke gaan we nu “spelen”? Een “1”, die wint toch nooit, volgens Raymond. Ah neen, da’s de laatste van vorig jaar die zich weer als eerste heeft ingeschreven. Raymond heeft het voor de “11”, en wel in iedere koers (ook noppes, dus) Een “8”, oei, “acht”er al de rest. Kortom, beklijvend, telkens als zo’n race vertrekt en je dat nummer in de gaten houdt dat over je luttele euro’s beslist. Dat maakt de koers juist zo spannend. Her en der springen mensen juichend omhoog, landen ietwat aarzelend gezien de nabijheid van de biertenten.

Maar bovenal is Waregem Koerse gezelligheid, mensen ontmoeten die je lang niet zag, genieten van gewone dingen. Feest!

maandag 29 augustus 2011

Kuifje?

Als het kersverse Kuifje van Het (Vrije) Visserijblad kon ik uiteraard niet nalaten mij samen met mijn gade naar de visserskaai van Oostende te begeven. Aldaar konden wij namelijk een live performance van ‘Het Zweet van de Zee’ beleven. Dichters, performers, muzikanten, samen hun impressies uitend over het zware leven van de resterende vissers.
Het hele gebeuren vondt plaats in een soort loods waar vroeger vissersnetten geweven werden. Passend allicht, ik werd erin gevangen en had voorlopig geen kritiek want na een eeuwigdurende hectoliters-stortende plensbui waren we maar al te blij in deze hangar een veilige droge haven te vinden. En die Vedett, ja die smaakte.
Van bij de ingang dikke kus met Bruno D., straks meer. Pas op, ’t is niet “weeral diene Deneckere”. Read more.
Bon, het concept. Diverse kunstenaars brengen impressies over het vissersleven, al dan niet begeleid door muziek.
Welnu, de allereerste die een perfomance deed blies mij volledig van mijn sokken. Marnix Verleene, maar mens toch, wat een passie, wat een droefenis, wat een woede, wat een punk in 2011, een visser godverdju! Indrukwekkend! En dan zegt dienen braven tiep achteraf tegen mij, wat bedeesd tegenover een schoolmeester: “Ik weet dat feitelijk niet, zo die regels om een goed gedicht te maken” Marnix, drie letterkes minder: Max!!!
Maar wat Flor dan bracht. Indrukwekkend droevig, vanuit het weeshuis, en onvergetelijk grappig. “In Spaanderen Spaans”? “Suenens of Ananas?” Wat een indrukwekkende show. "Ananas", in den Delhaize gaan ze nog raar kijken. Ananas!!!
Vervolgens Geert Cyriel Tavernier. Kijk, nu heb ik een klein probleemke. Het raakte mij niet. Arty farty. Wat echt niets te zien heeft met Geert Cyriel. Hij leefde zich in, leefde mee, had zorgen, had ideeën waar diverse spermastoten al dan niet gingen belanden, bordelen, ben ik een visser? Mjah, schoon kostumeke. Prachtige stem en brengen van…
Feitelijk, als ik eens het publiek overschouwde, zag ik daar maar weinig vissers. Zo ongeveer ene, min of meer...
Desalniettemin, het enthousiasme bleef. En terecht. Tevoren hadden we reeds kunnen genieten van de Marquez-kerels, briljante musici. Tussen schelpen en saxofoon.
Maaike Cafmeyer, nu steek ik hier zwaar mijn nek uit: waardeloos. Ja op voorhand smolt ik en vroeg "ga jij zo hoogzwanger performen?" En Maaike zei: "bahja gijh. Ik moet niet springen of zo?" Ja, dat hele lieve vrouwke moest niet springen of zo. Maar, efkes serieus, ik zou toch wel zelf het verhaal van Ahab (Moby Dick) ietwat vlotter gebracht hebben. En die zandkorrel in die kut, goh, ik zou dat kereltje toch nog straffere dingen doen beleven. Mjah, Maaike kan echt wel beter, wat ze zelf ook weet, vermoed ik.
Anderzijds, Peter-Holvoet Hanssen, die kon mij bekoren. Tussen cynisme en liefde, genadeloze observatie en zelfkritiek. Love this guy. The Antwerpenaar you love to... love!

Maar allez, het eindigt weer met den Bruno. En weeral is het anders met die fabuleuze Marquez kerels. Zoals anderen vindt Bruno steeds weer zichzelf uit. Kiekenvlees. Het was weeral de moeite, vanuit Waregem naar Oostende.

vrijdag 19 augustus 2011

Festival...

“Festival” heeft steeds te maken met “feest”. Het is een viering waar mensen opgetogen naar uitkijken, waar ze een feest van waarnemingen gaan beleven. Een filmfestival: als liefhebber maak je kennis met nieuwe uitdagende regisseurs, of je geniet van het meest recente werk van je favoriete ‘director’. Een jaarmarkt of Waregem Koerse kunnen een festival zijn van kleuren, geuren en geluiden, die je deelt met vele anderen. Want het delen van dat plezier met anderen, dat maakt het net zo “feestelijk”.

Zelf ben ik vaak naar pop/rock festivals geweest. Enige jaren geleden ben ik daarmee gestopt omdat ik het gevoel kreeg dat ik door het jonge gespuis eerder wantrouwig bekeken werd als een potentiële BOB-er. Ze vreesden controle door die ouwe knar. U moet weten, het was toen nog strafbaar een frietzak van een joint op te steken teneinde de gezelligheid op de weide nog een paar graden op te drijven.

Er waren toen natuurlijk minder groepen, minder podia, minder volk. Tegenwoordig zou ik echt niet weten wat ik moet aanvangen met 220 acts waarvan er 210 mij totaal onbekend zijn. Voor mij was toen vooral de muziek essentieel. Je kreeg de kans om voor een schappelijke prijs een aantal groepen te zien die niet aan je scalpengordel mochten ontbreken.

Dat is nu allemaal veranderd. Een festival als Pukkelpop is nu vooral een meerdaagse waar meestal jonge, soms heel jonge, mensen elkaar ontmoeten, feesten, jongemensen-dingen doen, quoi. De muziek zorgt voor een aangenaam kader. Maar het feest is het belangrijkste. Natuurlijk! Moet zalig zijn!

Moest zalig zijn. Pukkelpop werd een drama. Toen de eerste berichten binnensijpelden dacht ik meteen: “Damn, mijn kinderen zijn daar toch niet?”. Mijn volgende bedenking: “Ons leerlingskes…” Voor zovelen een hoogtepunt van het jaar, soms moeizaam bijeengespaard met jobkes, het tentje en de slaapzak staan al klaar in juli, een paar dagen vrijheid en gewoon je zin doen. Jong zijn.

Dat op zo’n feest zoveel mensen moesten sterven, zovelen soms gruwelijk gewond, getekend voor het leven. Ik lees dat er ook een man van 59 overleed, mijn leeftijd. En ik denk dan, was ie daar met zijn kinderen, even nog nostalgie, even de illusie van jong zijn?

“Festival” zal voortaan voor vele honderden een andere bijklank hebben. Velen zullen nooit meer zorgeloos naar het jaarlijkse feest trekken. Het weerbericht wordt op voorhand gecontroleerd, weliswaar zonder vertrouwen. Een paar wolken boven de weide zullen velen belemmeren om vrijuit voor het amusement te gaan.
“Festival” wordt nooit meer wat het was.

donderdag 11 augustus 2011

Boven en onder water

Beste trouwe lezer. Vanaf september worden schrijfsels van ondergetekende maandelijks geheel professioneel en met schone prentjes gepubliceerd in Het Visserijblad. Pas op, blijf rustig deze blog lezen. Misschien zijn het kortere versies, zeker geen foto's, misschien sappige details die niet in een schoon boekske mogen komen...
http://www.visserijblad.be/
Niets belet jullie om een abonnement te pakken en voor amper een dikke 2 euro per maand 32 kleurenbladzijden in de bus te krijgen. Enerzijds is het blad bezorgd over de zwoegers van de zee, anderzijds brengt het ook poëzie, kunst, literatuur, en… een schoon stukje van dendezen. En dan nu terzake…

Grote songwriters zijn enorm veelzijdige artiesten. Poëet en beeldend kunstenaar zijn ze, als ze hun meest onsterfelijke songs creëren. Als een schilder of fotograaf schetsen ze prachtige taferelen die je genietend de ogen doen sluiten. Als een dichter kunnen ze met de juiste uitgepuurde woorden net die formulering brengen waar je zegt: “Ja, dat is het!”

Zoals bij andere creatievelingen kan alles hen inspireren. Een wolk, een bloem, een wolk en/of bloem van een vrouwke, voorbeelden zat. Een autostrade misschien iets minder. Hoewel, Route Nationale 7 van Charles Trenet, of van ‘Les Tueurs de la Lune de Miel’, comme vous voulez, mag er ook best wezen.

Maar als je er begint op te letten dan merk je dat de zee hen ontelbare keren dankbare metaforen levert. Niet dat ik er onze nationale Roland Van Campenhout van verdenk een stiekeme zeeman te zijn. Maar de zinsnede: “I've been cruising at the bottom of the sea, Why don't you dive, and look for me”, uit “Fish on the Hook”, geeft drama, wanhoop, verlangen. Je moet toegeven, als hij geschreven had: “I've been cruising at the bottom of the Coupure”… Dan zouden alleen de Gentse flikken een vorm van emotie gevoeld hebben.

Roland, Gent, Gentsche Fieste, associëren brengt mij totaal niet toevallig bij één van mijn favoriete eilandbewoners: de veel te vroeg overleden Ier Rory Gallagher. Als goede kameraad van Roland woonde hij begin seventies met zijn broer in Sint-Martens-Latem, en ook nog jaren later was hij telkens op post bij Sint-Jacobs. Lieve lezers, velen onder jullie zullen dit niet geloven, maar er was ooit een tijd dat je daar op je gemak kon zitten. Dat je, de obligate Duvel in de hand, zelfs een stoeltje had, wat zeg ik, zelfs nog een stoeltje om je benen op te leggen. Tijdschema’s bestonden er niet. Efkes geen artiest? De Buck kwam Het Vliegerke zingen, of “Koevoet es beter dan boelie”. En toen kwam Rory.

Een ontembaar wildemanneke op dat podium. Een stille brave jongen daarna op café, adept van zijn eigen song ‘Too much alcohol’. Onvergetelijk waren die avonden, zeker toen hij op het einde zijn gitaar op de grond gooide en het ding liet brullen en ronken als apotheose.

Hij was een briljante gitarist, maar ook een zeer begenadigd songwriter. Rory liet zich héél graag inspireren door de zee. Een geweldig nummer vind ik “Crest of a wave”.

“Well you can ride on the crest of a wave
if that's where you want to be
But does the look on your face
mean you're really feeling happy
or do you feel like you're standing on a wooden leg”

Als je op dat grote schip die ongenadig grote golven ziet komen, als je dat schip voelt moeiteloos de top van die machtige tijdeloosheid overschrijden, dan de neus weer naar beneden en wachtend op de volgende, dan voel je je een heel klein beetje God. Maar ook een heel onbetekenend ventje, nietig in dat natuurgeweld.

Muzikanten zijn niet alleen dichters en schilders. Ze zijn ook nog filosofen.








zondag 7 augustus 2011

Den Humo...

Een intussen dierbare vriend, Jo Clauwaert, verwoordde het als volgt: “Indien den Humo niet veranderd was in een Dag allemoal.. en Woestijnvis niet een multinational met een zelfingenomen ego …”

Welnu, sinds jaar en dag begeef ik mij op dinsdag verwachtingsvol naar de krantenwinkel. Zalig hier bij ons, een wreed braaf madammeke neemt de dienst waar in “De Gazettestal”. Allez, wie vindt er nu zo’n naam uit, bad marketing zou je denken. No way, steeds gezellig druk daar, Lotto, zo iets van afhalen van pakskes, nog hier en daar een tersluiks verkocht pornoboekske, La Liekens daarentegen prominent in de etalage met haar nieuwste witverlies. En dat madammeke verkoopt dat allemaal, zo een beetje met de gelaatsuitdrukking van een Labrador, gelaten, door het leven getekend, reeds van 4 00 uur des morgens op pad om met de camionnette dus genaamd ‘De Gazettestal’ overal in Waregem en omstreken het laatste nieuws te verspreiden over de onbestaande regering en de miljoenen voor onze nationaal geheel aanvaarde allochtoon Lukaku!

Kortom, die dinsdag betreed ik steeds weer het grondgebied van die winkel, hoopvol, den Humo hé!!

De jongste maanden moet mijn vrouwke keer op keer vaststellen dat ik na enig geblader zeg: ‘’t Is were ne flauwen Humo’ . Maar mens toch, met Van Rossem zou ik zeggen: ’t is godgeklaagd! Meiskes van 18 jaar die godbetert hun jeugdherinneringen, repeat jeugd-herinneringen, moeten ophalen?
Boekskes-meiskes, mij totaal onbekend, die over de 7 hoofdzonden moeten spreken. Festival-toestanden met orgastisch enthousiaste besprekingen van Belgische groepen, nooit van gehoord. OK, de zelfbevredigende name-droppende Serge Simonart, daar wil ik zelfs nog een paar euro voor uitgeven. Beste Serge, jouw bijdrage over Amy Winehouse, daarvoor heb ik graag den Humo gekocht.

Maar wat mis ik het genie van Mark Mijlemans! Gelukkig is er nog de mild ironisch soms sarcastisch soms bijtende maar o zo liefdevolle RV, de Rudy is echt mijn idool.

Ik weet het, ik ben oud geworden. Ouderwets ook allicht. Toendertijd was er de zogenaamde Karel De Knagger, in de beste 60ies traditie een “werkgroep”. Wel, het was de doctrine die mijn muziek-goesting definitief bepaalde.

Regelmatig werd er iemand God genoemd. Dylan, Clapton, Springsteen, The Kinks, The Stones. Oh, Van Morrison! Den Humo was een evangelie voor de liefhebber. Schone recensie in den Humo, hopla, recht naar de Music Man in Gent.

Ik herhaal, ik ben oud geworden. Misschien zijn die huidige besprekingen en aanbevelingen de bijbel voor de jeugd van..

Maar I beg to differ. De geniale Mortier is verdwenen, den Humo is een flutblad geworden, een schandaalkrantje, ja een Dag Allemaal met minder prentjes.

Ik zal hem wel blijven kopen, zeker?

zaterdag 6 augustus 2011

Bruno en Derek in een UFO!

Soms gebeurt het dat uw dienaar het zot in de kop krijgt.

Zo reden we eventjes heen en terug naar Esch sur Alzette, met een al even crazy zeun, om Tool te bewonderen en onze longen tegen onze ruggengraat te laten plakken. En bij terugkomst door Waregemse cops te worden tegengehouden voor mega-controle. Niks aan de hand, daar in Esch etc. Je moest een mannetjesputter van zo ongeveer 150 kilo zijn om aan een pint te geraken. Tool was daarentegen époustouflant!!

Goed, het geschiedde dat ondergeschikte toevallig de FB van Derek las. Concert in Oostende, in een herberg “Den Artiest” genaamd. Samen met ene Bruno D.

Frans chanson ging het zijn. Epoustouflant,dus! Na een meewarige glimlach vroeg ik zo rond kwart voor acht: “Meiske, ten negenen treden Bruno en Derek op in een café in Oostende. Goesting?”

Spoorslags werd er ter badkamer gespurt, fiks douchen, haar in de plooi blazen, proper rokske en topje om Bruno en Derek te charmeren, kortom, zonder pruttelen werd alweer de zotte kop van ondergetekende zomaar gevolgd.

Oostende, amper 100 km van ons voordeur, volgens Mappy.be. 100 km??? Jezus en alle andere heiligen? Doen we dit wel? Natuurlijk, de Clio op cruise control, wat is ver?

Oostende, als we er binnen rijden voel ik mij opgetogen: Ensor, Arno, Kamagurka…

Yep, onze timing was perfect. Juist op tijd in de afspanning “Den Artiest”. Met een schoon zicht op.. het podium???

Bruno en Derek zaten precies op een art-nouveau UFO. Als engelen nedergedaald uit een bloemrijk glazen plafond. Idem voor de somptueuze luster. Waren het engelenstemmen die ze produceerden?

Gelukkig niet. Sublieme muziek, natuurlijk, daarvoor reden we naar Oostende. De roestige scharnieren, de sarcastische twaink, geen engelen, die twee. Ja, vantijds stijlvol serieus met onze familiejuwelen rammelen, amper hun eigen binnenpretjes kunnen verbergen, zo kennen we die sjarels intussen.

Alzo geschiedde dat aan mijn zijde een Kempenaar zat, Frans Chanson had hij dus verwacht. Gevolg: ondersteboven van B & D, komt vreemd genoeg naar Dikkelvenne op donderdag 13 oktober.
Het zot in de kop, altijd weer leuk!

vrijdag 5 augustus 2011

Reorganisatie

Ja, eindelijk is het zover. Onze berging en onze garage worden gereorganiseerd. Gezien we geen yuppies zijn lieten we Feng Shui geheel aan ons voorbij gaan.

Feng Shui gaat over de relatie tussen de mens en de leef- of werkomgeving en is gericht op harmonie tussen natuurlijke en gecreëerde vormen. Alles wat de mens maakt is in wezen niet natuurlijk, maar kan wel met die natuur in harmonie gebracht worden.

Aah die harmonie met de natuur! Nope!!! Onze berging en onze garage waren gewoon een stortplaats. Restanten van obscure detergenten, vlekken-miraculeuze-dissolventen, anti-insecten-voorruit-sprays, tegen-vorst-min 20 graden brol-bescherming, bovennatuurlijke reiniging en bescherming door je natuursteenvloer-pullen. Een zee van plastieken flessen, kortom. Weg ermee!

Er is een vervolg. Je vindt kadertjes. Voor elk manoeuvre dat je in je huisje wil maken, zelfs een kunstwerk omhoog hangen, daar zit het BOOR-probleem. Probeer maar eens de juiste gaten aan te brengen in snelbouwsteen, om het juiste werkje op de juiste plaats te hangen. Zelf heb ik alvast een aantal proefboringen nodig, achteraf door mijn vrouwke secuur weggemoffeld met Polyfilla en een restaurerende verflaag.

Liefdevolle les voor mijn geestesgenoten: beware!! pak een plastieken fles weg van een overbodig rek en je bent vertrokken voor een tijdje “reorganisatie”.