donderdag 20 december 2012

Onderwijs


Hoewel ik een vrucht ben van een schoolmeestersfamilie had ik nooit verwacht in het onderwijs te belanden.
Ik ging het maken in de bankwereld. En ja, ik heb daar een tijdje nogal wat centen verdiend (al lang opgebruikt, uiteraard).
Tot ik op een late avond belandde bij mijn oude en toekomstige mentor EH Dierickx. Zelf zat ik diep in de put, een lot dat Willy later helaas beschoren was.
“Zou je niet bij ons komen lesgeven, Geert? Want ge zijt een geboren leraar.”
En aldus geschiedde. Ik begaf mij in het onderwijs. Meteen was ik een rare vogel in de Handel. Geen boekhoudersmentaliteit, om zo te zeggen. Parka, palestijnensjaalke, haar tot op de schouders (yes, I used to have hair…) Later kortgeschoren, lederen vest, lichte scheurkes in de jeans, punk-tijd.
Van bij het begin was mijn principe: ik kom geen les geven om al dan niet punten toe te kennen. Mijn eindwerk in de later volgende D-cursus (nu lerarenopleiding) was een pleidooi om de relativiteit van punten te bekijken. Met een vijf ben je geslaagd, ben je dan bijvoorbeeld een goede informaticus?
Steeds had ik voor ogen de mij toevertrouwde gastjes iets bij te brengen. Hetzij in mijn vakjes, hetzij op menselijk vlak, hetzij uiteraard de liefde voor muziek. Wie van muziek houdt komt altijd goed terecht.
Menigeen ergerde zich allicht aan mijn extatische gesprekken over Springsteen. Of over de Sex Pistols. Ja, ik denk dat de vele brave leerlingskes mij maar een onnozelaar vonden. Maar het leuke blijft. “Meneerke Walgraeve, we hebben bij u veel geleerd, maar we hebben het maar achteraf beseft.” Schoon, hé.
Ik denk dat ik mijn leerstof steeds verpakte in een mooi gebakje. Ze smulden het op, zonder te weten wat ze binnen kregen.
Wat mij echter vooral zal bijblijven is het contact met mijn gastjes. Steeds mocht ik delen in hun vreugdes. Maar ook in hun verdriet. Thuis de boel op de klippen, hatelijke toestanden. Gay zijn en het toch aan iemand mogen vertellen. Gedaan met het lief, vantijds had ik er eentje in mijn armen in diepe droefenis.
Ware het niet van al die steriele vergaderingen, luchtbelvormende woorden, onbegrijpende ouders, ik zou nog wat verder doen hoor.
Want! Smijt die deur toe achter mijn gat, geef mij mijn leerlingskes en laat mij mijn onconventionele ding doen. Dan, ja, de mooiste job die er is!

maandag 17 december 2012

Joost Van Hyfte


Triestig gewijs bedachten we: “Toeme, ’t is weer Deinze Lacht, weeral”. Gelukkig, we hebben een abonnement, dus we kwamen zeker. Trouwens, we hadden uiteraard uit het oog verloren dat we bovendien sponsor waren. Van, houdt u vast, Joost Van Hyfte.
Joost Van Hyfte, da’s niet echt een naam om beroemd mee te worden, dachten we zo. Naar mijn ervaring, iemand met die naam is den braafsten in de 6de Handel. Alles op tijd afgeven, schone punten voor Boekhouden. Glunderende ouders op het oudercontact want hij had 78%. Als ge Joost Van Hyfte heet, tja, dan wenkt de middelmaat.
Vanaf de eerste minuut lanceerde Joost zich echter als een onverbiddelijke speer. Het was meteen bingo in de Palace.
Een hels tempo van fijne grappen, nooit vulgair, misschien soms randje weg, nooit over de limiet. Tranen gelachen. Citaten, neen kan ik niet vermelden, zo snel.
Na de pauze werd er écht gekookt. Een diamantair en eega werden ter scène geroepen, geestig. En toen werden receptjes écht klaar gemaakt.”Ne keer de wijn proeven?” Na een gretige ja zette Joost de fles aan zijn mond. En keurde de wijn goed.
Mijn blijvertje: “Islam tomatjes”, het velleke is er al af. En na een knalleke:”Ja, die islam tomatjes, vantijds ontploft er zo eentje.”
Och, het het is mijn moeilijkste blog ever. Want Joost Van Hyfte, ge kunt dat niet verwoorden. Ge moet het gewoon meemaken…

maandag 10 december 2012

The sequel: Little Kim & The Alley Apple 3

Heel anders was het natuurlijk, een groot verschil met het optreden in The Banana Peel (zie andere blog).
Het was een zondagochtend, 10.00 uur. De frisse Kim, steeds weer lachend  en opgewekt, was de eerste die zich aandiende. Lastig op een zondagochtend hoor, dat huppelt daar rond, een en al opgewektheid en charisma... Gelukkig kwam alras de rest van de band aan. Hier en daar hingen de oogleden wat lager, een geruststelling.
Het zit namelijk zo. Ik mocht van Little Kim in de Tequila studio een interview afnemen. En vervolgens gingen ze 3 nummers live brengen. Jawel, zenuwkes bij mij.
Aan de toog werd er plat water en koffie besteld. Geheel ontredderd vroeg ik, denkend "die muzikanten van tegenwoordig", om een Duvel. Ha ja, ik drink dat normaal nooit (...) maar de nieuwe CD van Little Kim & The Alley Apple 3 heet nu eenmaal "The Devil". Niet "The Blue Spa" of "The Coffee". Een mens moet zich toch inleven? Enige zelfopoffering is mij niet vreemd.
En dan ontsponnen zich taferelen waar ik verzot op ben. Die mij steeds weer met verbazing en bewondering vervullen. Kim wandelde heen en weer met haar songbook, die heerlijke stem die moeiteloos door onze kantine klonk. Patrick haalde zijn dobro uit, prachtig instrument. Zijn ijzeren dingske waarmee hij over de snaren van zijn instrument glijdt werd liefdevol met eigen adem verwarmd. De ijzeren fingerpicking vingerdinges werden zorgvuldig geselecteerd. Intussen was Selim ook tot de levenden gekomen. Nu reeds kleefde hij weer aan zijn gigantische bas. Tom kon niet achterblijven, de prachtige Gibson-gitaar werd opgewarmd. Tussendoor, lieve mensen, had ik het geluk dat drie van de vier rokers zijn. Dat schept een band, daarbuiten in de kou.
Dit zijn nog échte muzikanten! Bezeten van hun instrument, van hun muziek. Patrick die mij een verhelderend exposé gaf over hoe je lap-gitaar moet spelen en hoe moelijk dat is. Tom die een Django IS. Selim, die tijdens zijn bijscholing efkes een houtbeitel in zijn pink plaatste, hij volgt instrumentenbouw. Toch spelen met een ingepakte pink. En Kim maar lopen te zingen intussen. Want ze rookt niet.
En toen een magisch moment. In de ijskoude kantine van Tequila barstten die zowaar geheel vanzelfsprekend uit in prachtige muziek. Geen micro's noch pedalen, met dikke vesten aan. Slik!
Het interview zelf zal ik hier overslaan. Weldra horen jullie het op de podcast van Tequila. Toch nog even zeggen dat ik dit een van mijn leukste ooit vond. En onder ons, er waren er nogal wat in het verleden, met veel zgn grotere namen. Het was een piece of cake. Mijn ervaring: hoe minder je kunt, hoe meer pretentie. Dit was ontwapenend mooi.
Maar dan hé mensen, het live-optreden. Plots zie je bij de muzikanten blikken, een wenkbrauw omhoog, zijn we klaar?
En dan mocht ik daar werkelijk tussen zitten. Kimmeke staat en zingt heerlijk, Speciaal, niet na te doen. Patrick volledig geconcentreerd op zijn slides, Tom met de eeuwige glimlach van: Yes!!! En Selim, mijne favoriet, als dat toegelaten is. Het raakt me heel diep hoe hij vanaf zijn eerste slappin' aanslagen in een andere wereld vertoeft. Zijn muziek. Zijn blik op het oneindige...
Vier héél straffe muzikanten.
Hun cd The Devil koop je oa bij Letters en Co in Deinze. Doen!!!





donderdag 29 november 2012

Muzikanten

Wie zou ik zijn zonder muziek, zou ik kunnen leven met doofheid? Mocht er een God bestaan, ik ging seffens ter kerke om Hem te danken voor dit heerlijke geschenk aan de mensheid.
Reeds sinds mijn prille jeugd is de muziek mijn trouwe gezellin. Nog nooit heeft ze mij in de steek gelaten.
Als puberke voelde ik mij niet begrepen door mijn omgeving. Ik rebelleerde, liet mijn haar groeien (yes, I used to have hair), miserie thuis en op school. En ze was daar: via dat oude Philips pick-upke, met zo'n plastieken arm, een naald als een slijpschijf en twee boxkes die ik eerst moest losklikken. Ze bezorgde mij The Who, "My Generation". En ook de Stones.
Ietwat later, mij bevindend in een zee van vragen, zwarte gedichten schrijvend terwijl uitgedost in een zwart col-rouléke, mij verdiepend in Sartre, bood ze mij Jacques Brel. Les Bourgeois c'est comme les cochons...
Ze reikte mij artiesten aan die lijn brachten in mijn verwarring. Muzikanten die mij begrepen, die ik begreep, die met woorden en melodieën mij toelieten alleen op mijn kamertje niet eenzaam te zijn.
Zovele andere muzikanten volgden. Elke vorm van muziek kan mij bekoren, betoveren, van Bach tot Devo of Tool. Voor elk van mijn gemoedstoestanden is er muziek.
In mijn tweede puberteit (ik was toen 27 of zo) waren er bijvoorbeeld The Kids, geïnspireerd door The Ramones. En al die punk. Mijn gezellin La Musica maakte weer mijn kopke vrij, liet mij genieten, mijzelf zijn.
Eindeloos zou deze opsomming kunnen worden. Als ik me goed voel smijt ik hier wat adrenaline-platen in de oven. Weemoedig? Van Kleinkunst tot Derek en Bruno Deneckere. Koleirig? Gerief genoeg. "Piece of Crap" van Neil Young bijvoorbeeld.
Vandaar mijn razernij dat uitgerekend muzikanten nog eens extra gaan getaxeerd worden. Het is in onze contreien al heftig om als muzikant van uw gave te leven. Mensen staren zich blind op hoge ticketprijzen voor mega-acts. Maar in ons landeke zijn er géén die een Bono-preeke opstrijken.
En overigens, wat dan nog? Ik ben niet aan Regi, maar als die jongen aan duizenden mensen plezier geeft, dat is toch onbetaalbaar? En als ik in een kleine lokatie mag beleven dat een Belgisch groepke de mensen begeestert, dat is toch ook onbetaalbaar?
Muzikanten, in welk genre ook, maken ons leven zo geestig. Wat zou het schelen in de bodemloze put van de Staatskas als een muzikant gewoon nul belastingen betaalt?
Koester die mensen, draag er zorg voor, ze maken het leven beter.



dinsdag 27 november 2012

Status Quo


Verwachtingsvol begaven we ons ter Brielpoort te Deinze teneinde eindelijk eens Status Quo live aan het werk te zien. Ja, reeds op voorhand had ik, hoewel intussen beschikkend over een kale kop, enige headbang-moves ingestudeerd. Het oude lederen vest, doorzweet en doorleefd door menig onvergetelijk optreden, tooide mijn oude eidoch onverzettelijke lichaam. Een strenge blik en enig handengewuif zorgde ervoor dat een ongeveer drie meter lange kerel niet voor mij kwam postvatten. Want eindelijk ging ik Rossi en Co live meemaken.
Welnu, het eerste uur was ik totaal niet onder de indruk, om niet te zeggen ontgoocheld. Als ik 49 euro per man betaal wil ik niet de nieuwste nummers van Status Quo horen. Doorslag nr 31 van de vorige 30 elpees.
Vervolgens, blijkbaar een origineel lid van de groep, front-gitarist, de mens heeft volgens mij wat keuzes te maken. Als dat kapsel écht is, verander van coiffeur. Naar mijn mening echter beschikt die mens over de slechtste pruik ooit vervaardigd in The UK. Bovendien verdenk ik hem van “live” totale nep-solo’s te brengen bij de nieuwe nummers van de groep.
De lust bekroop mij plots om uit te krijten: Zet die ploat af!
En zie, plots kreeg ik waar voor mijn geld.
“You’re in the army now”. En dan begon het voor mij. Tussendoor nog een drumsolo, mijn haar begon plots weer te groeien, wietgeuren alom, oude tijden.
Als ik geld uitgeef voor Status Quo verwacht ik de meedogenloze hitmachine, van het begin tot het einde. Headbangen, hersenloos uit de bol gaan bij de riffs. Onnozele refreintjes staan meebrullen.
Ik heb zowat een half uurke de Status Quo meegemaakt waar ik op rekende. En weet je wat? Het was iedere euro waard! 

zondag 25 november 2012

Luk De Bruyker


Het bijzondere genoegen was ons vergund een theatervoorstelling bij te wonen van Luk De Bruyker. Luk wie??? denken jullie wellicht. Wie al de Gentsche Fieste bezocht moet Pierke Pierlala kennen. Wie ooit Poppentheater Taptoe bezocht kent hem zeker.

Dit wordt een moeilijk stukje, want Luk komt naar Deinze, ik wil niet veel verklappen.

Zonder enig voorbehoud ging ik er totaal in mee dat een amper tweetalige veilingmeester het erfgoed van Taptoe openbaar ging verkopen. Etsen, kaders, poppen… U moet weten dat Taptoe, een van de meest authentieke theaters van Gent, geheel geschrapt werd wegens geen subsidies meer. Tegenwoordig ben je meer subsidiewaardig als je in je blootje staat te piesen op een scène, geheel in het kader van de Hogere Kunsten.

Luk speelt op een verbluffende manier de veilingmeester, de poppenspeler en zichzelf. Frans Gents, Algemeen Nederlands, heerlijk Gents, de mooiste taal ter wereld voor mij.

Betoverend, fascinerend, de verschijning van Le Petit Prince. Heerlijk herkenbaar hoe Luk het figuurtje aanbrengt. Liefdevol monteert hij het en gaat dan in dialoog met het meest onschuldige mensje ooit. En dan, ja dan zou je een muisje kunnen horen lopen, zo stil wordt de zaal. Meteen is er al de link tussen Luk, de maker, de intense belever en de figuren die hij zo liefdevol bracht.

Hij houdt zelfs van Scrooge, de vrek en van een rekenmachine. Tussendoor ook een prachtige evocatie van zijn studiekeuzes, zijn Ma en Pa en zijn uiteindelijke diploma behaald in Turkije met een wonderbaarlijk schimmentheater dat we ook mochten meebeleven.

Dwars door mijn hart ging de liefdesverklaring van Romain Deconinck aan zijn Yvonneke. Eeuwige liefde, zo kwetsbaar gebracht, een traan voor wie ooit eens in de Minard was. En voor wie nu hetzelfde voelt…

Ik zwijg nog over de bloedstollende finale van Madame Butterfly. Over de verontwaardiging van de geheel Venetiaanse Don Giovanni. Over de terechte woedeuitbarsting van een woedende Pierke Pierlala die razend om zich heen schopt omdat de taptoetjes geen kluiten meer krijgen.

Wat blijft op het eind is het echte verdriet van de poppenspeler. Een groot stuk van zijn hart is weggerukt. Maar hij en zijn poppen, ze zullen elkaar nooit in de steek laten.

Ja, er vloeide af en toe een traan bij mij. Maar een dergelijke wonderlijke voorstelling kan ik niet in woorden vatten. Luk komt naar Deinze. Wij gaan in elk geval terug.

dinsdag 20 november 2012

Laatste schooljaar 8

Wel ja, zoals ik in beschonken omgeving soms verkondig, "Ik heb eerst twee jaar GEWERKT alvorens ik mij in het Onderwijs begaf" Feitelijk een flauwe grap, maar kom. Ik heb er al betere gelanceerd.
Eén jaar in de Generale Bankmaatschappij, alwaar ik bekend was als Papillon. Steeds in het driedelig maatpak, modieuze vlinderdas. Wie gelooft dat? En toch waar. Vervolgens allereerste kantoorhouder van het Landbouwkrediet in Deinze. Daar zwijg ik zedig over. Maar, in diepe miserie, belandde ik bij EH Willy Dierickx zaliger.
"Geert, gij zijt gemaakt voor het onderwijs". Aldus geschiedde dat ik in het Jaar des Heren 1975 het College verrijkte met mijn aanwezigheid. Iets preciezer, den Handel. 
Mijn allereerste les die ik moest geven was Franse Handelscorrespondentie. Tijdens mijn hogere opleiding waren er twee vakken die ik haatte: Nederlandse en Franse Correspondentie. Make no mistake, mijn trouwe lezers zullen terecht geloven dat ik ook daar prachtige punten scoorde  Ik heb vele deugden, maar ik ben vooral bescheiden...
Anyway, mijn zalige mentor EH betreurde Willy, de ijzeren hand in de fluwelen handschoen, bezwoer mij: "Geertje, dienen 5den Handel, uw eerste klas, dat zijn kadetten zulle. Ge moet van den eerste keer uw gezag vestigen. Doe ze maar luidop voorlezen in het Frans, dan zijn ze doodsbenauwd."
En zo geschiedde. Qua imago was ik naar mezelf overgeschakeld. Een groene Parka, Palestijnensjaal, lang haar. Met een duivels genoegen schudde ik de hand van iemand die me destijds voorspelde: "Als ge aan mijn deur komt schoenblink verkopen koop ik niets van u". Mijn woorden tegen hem in die leraarszaal: "Hallo collega!" Mensen toch, had ik daar deugd van.
Maar goed, die dutsen van mijn eerste les die moesten in het Frans voorlezen. Geheel opgefokt betrad ik het leslokaal. Maar zo een bende beren die ik daar kreeg voorgeschoteld. Sommigen zagen er ouder uit dan ik. Anyway, boek Wybo open, en ik pikte er eentje uit. 
"Mmm euh mmm nous" Stotteren van het vaderland weg.
Zeer alert bevrijdde ik diene jongen van zijn zware taak en koos een andere uit;
"thhhe est phphphpp" Iedere plofklank, miserie.
Ergens begon een lichtje te dagen.
Ik duidde een volgende aan.
Zalig. Eerste zin, geen probleem. Tot op het einde. Plots ging de toonhoogte omhoog, onvoorstelbaar, en diene jongen klopte op zijn achterhoofd om weer te kunnen lezen.
Ah bon, was mijn gevoel, die kerels gaan eens met mijn voeten rammelen. "Boeken toe, onnozelaars" riep ik. Frans dictee voor punten.
Na het einde van de les kwam er ene bij mij, ook een sloeber hoor, die mij vertelde: "Meneer, was dat nu expres? Want ge hebt er al onze hakkelaars uitgehaald". Van een memorabele eerste les gesproken.


vrijdag 19 oktober 2012

Laatste schooljaar 7


Dank zij de toenmalige PMS en hun vermaledijde testen waar mijn ouders een onverbiddelijk geloof in hadden belandde ik in de Germaanse aan de Univ te Gent.

Merci, PMS, wat een heerlijke tijden, maar niet wat jullie, noch mijn ouders, in gedachten hadden.
Het duifke, ik dus, werd plots vrij gelaten. Weg met de super-controles van het College. We spreken 1969.

Om te beginnen verzeilde ik alras bij een groepje revolutionairen. Betogen was ons doel. Vraag mij niet tegen wat we betoogden, ik weet het niet meer. Maar iedere week was dendezen op post om slogans te schreeuwen. Tegen het kapitalisme zeker, of tegen de verfransing van Leuven. In elk geval, spannend. Zo kreeg ik de nodige meppen van rubber-stokken van de flikken tijdens een verboden betoging. Arm tot het drievoudige opgezwollen.

Intussen bracht ik mijn tijd aan den unief door op een wijze die mij beviel tijdens die eerste kan. Ik werkte en studeerde voor de vakken en professoren die mij bevielen. Kortom, mijnen uitslag: onderscheidingen voor wat mij interesseerde, gruwelijke buizen voor de rest.

Maar! Wat een heerlijke ervaringen kreeg ik voor mijn latere horeca-carrière! Ik werd in het fabuleuze café De Hoeve onklopbaar kampioen op de flipper “Koe” genaamd in combine met andere Deinzenaar Robert R. We hebben daar wat bakken  bier in de wacht gesleept zeg.
Ik werd ober in het heerlijke restaurant Aton op de Kwintensberg. Daar verdiende ik centjes om platen te kopen.

Voor de rest, mijn twee jaar die ik doorbracht in de Germaanse, ik slaagde niet. Maar ik draag nog steeds de colleges mee van die mensen waarvoor ik skoorde, ja, in alle bescheidenheid, onderscheidingen haalde. Schiltz van Engelse letterkunde, “Drink to me only with thine eyes”. Bolckmans van Wereldletterkunde! (vooral de Scandinaven, heerlijk), Prevenier van “Historische kritiek” (en als de wereld vergaan is en ze vinden bijv. de Joepie, is dat de bron van onze geschiedenis?) En de weergaloze colleges van ethicus Kruithof, ik moest er niet zijn maar was er wel, onvergetelijk.

Desalniettemin, op den unief was ik dik gebuisd! Maar wel met de glimlach.
Zo vroeg een prof Nederlandse Taalkunde: “Wie won vandaag in de Tour?” Ik wist het niet. Pech.

donderdag 4 oktober 2012

Laatste schooljaar 6

Een nieuwe stap in mijn onderwijscarrière is gezet: leraar computerdinges in De Meers in Waregem. De Meers is een rust- en verzorgingstehuis. Ik zou zeggen: voor bejaarden. Maar tot mijn verbazing huizen daar ook een aantal jonge mensen, onherstelbaar beschadigd door een ongeval.
Anyway, als schuchtere vrijwilliger betrad ik de enorme zaal “Ierse Berm” genaamd. Alras werd mij duidelijk dat iedere ruimte een paarden-related naam had. We bevinden ons te Waregem uiteraard, en zelf wonen we in ’t Groen Peird. Mooiste naam vond ik die van het kapsalon: “De Roskam”. Daar is duidelijk over nagedacht.

Zelden zo hartelijk ontvangen geweest. Een boeiend verkennend gesprek met Nicole over wat de verwachtingen waren van mijn toekomstige leerlingen.

En zie, totaal onverwacht, kreeg ik er reeds eentje voorgeschoteld. Individueel onderwijs, dames en heren, gratis en voor niets, daar kan die simpele ziel minister Pascal Smet misschien ook nog eens een goedkoop speechke over verkopen.

Het was dus Claireke. Een spitante dame met naar ik vermoed een woelig verleden waar ze spijtig genoeg nog maar enkele flarden van overhoudt.

Wat werd er van mij verwacht door Claireke? “Ik wil” is het motto. Iedere hulp wordt als vanzelfsprekend aangenomen. “Ik wil mijn gazetten kunnen lezen op het internet want een gewone kan ik niet betalen”. Ah Claireke, en welke gazetten wilt ge dan lezen? “Zeker de Gazet van Antwerpen, ik heb daar nog ne vriend gehad”. Tot zover het gebrekkig geheugen.

Aan Claireke getoond hoe ze op dat computerke, écht uit het stenen tijdperk, naar het internet kon. En zeggen dat ze geen grein patiëntie heeft… Maar kom, in de balk staan intussen knopkes naar diverse kranten.

“Ik wil ook naar filmkes kijken, gelijk van Thuis en Jeroen Meus”. No problemo, nog wat knopkes in de balk.

Maar Claireke sukkelt dus met haar geheugen. Je legt met engelengeduld alles uit, maar vijf minuten later is ze alles vergeten. In feite een doodgewone leerling dus…

En ja, ik weet het nu zeker, dat is mijn ding. Die dankbaarheid, … Ben met een zalig gevoel huiswaarts getogen.





dinsdag 25 september 2012

Laatste schooljaar 5

Even terugkoppelen in de tijdlijn. Mijn eerste Poësis, toen het vijfde jaar. Ik moest dubbelen, zogezegd voor Geschiedenis. Moet zwaar geweest zijn voor die leerkracht, Willy Jonckheere, die zo een boeiende verteller was. Neen, ik schreef het al, ik deed écht niks voor school, en wilde bovendien nog interessant doen ook.


Zo vroeg Willy mij op een examen Esthetica: “Waarmee begint een opera?”. Zelf was ik toen totaal ongeïnteresseerd, en, denkend aan het gammele pick-upje waarmee Willy ons tot de Beschaafde Muziek moest brengen, had ik het lumineuze idee om te antwoorden: “Bij u meestal met veel gekraak”. Pas op, tegenwoordig krijgen ze daar punten voor wegens een onbetwistbaar correct antwoord.

Hoe dan ook, het herexamen kwam eraan, ik deed een tuimelperte met mijn fiets, driedubbele polsbreuk, kliniek, herexamen vooraan in juli. Niet gestudeerd natuurlijk. Maar… zonder breuk zou ik ook niet de verhoudingen tussen de monarchieën en het Vatikaan bestudeerd hebben.

En zeggen dat mij dat nu fascineert. Sorry Willy, ik wilde gewoon niet studeren. Maar die Investituur-dingen, boeiend!!

Kortom, snotneuzeke dubbelde, en zeer terecht. Ik kwam terecht in een andere groep, Sander Vercamer die president was, ikzelf secretaris.

Het moet zijn dat ik toen een onschuldig muilke had. Want de nieuwe leerkracht Toon (gaf zowel Aardrijkskunde, Fysica etc. en Wiskunde) bleek een immens vertrouwen te hebben in mijn kindermuilke.

Er bestaat een proef waar je in een met water gevuld “recipiënt” (gewoon een glazen bakske dus, maar kom) een paar eieren moest plaatsen. Vervolgens werd er keukenzout toegevoegd. En die eieren gingen dan beginnen drijven. Toon vroeg mij: “Ga ne keer naar de keuken om een ei of twee en een beetje zout”.

Het College kweekte toen nog eigen kippen, en er werden zgn “kalkeieren” geplaatst teneinde de desbetreffende kiekens op dezelfde plaats de eieren te doen deponeren. Maar dat waren dus gewoon loodzware bijna stenen eieren.

Aldus begaf ik mij naar Zuster Paula (we hadden toen nog nonnekes) en vroeg één kalkei en een tweetal kilo zout. Toon vond mijn zoutlevering wellicht wat overdreven.

Ik plaatste heel schijnheilig het ei op uiterst behoedzame wijze in het recipiënt. Toon voegde water toe, en vervolgens wat zout. En nog méér zout. En nog méér. Die eerste kilo was leeg, de tweede werd geopend. Nooit vergeet ik de dankbare blik in mijn richting van Toon toen hij de tweede kilo zout bijvulde, “merci omdat ge zo vooruitziend waart” interpreteerde ik. Het was dan ook het eerste jaar dat hij les gaf. Kortom, het ei was uiteindelijk gestegen want het lag namelijk op een berg zout.

Een brave mens, Toon. Ja, ik heb schuldgevoelens, want ik heb nog toeren gedaan tijdens zijn lessen. En het ergste van al: hij noemde zijn zoon: Geert…

vrijdag 21 september 2012

Laatste schooljaar 4

Een episode die chronologisch fout is. Maar ja, wellicht ben ik binnenkort alle indringende feiten vergeten.


De huidige toestand. Een paar uur geleden kwam ik totaal gebroken, met een zalige zucht, in ons huizeke terug. Die heup, die rug, diene voet, wat zijn Nurofen en aanverwanten blij met mijn gebrekkige carrosserie.

Het zit namelijk zo. We zijn, zoals ieder jaar, op teambuilding geweest met ons 3, 4 en 5 BSO, Hoge Rielen Kasterlee, vlakbij Bobbejaanland.

Mijn taak leek vrij eenvoudig. Mijne ploegmaat, Mw Martine, onze oud-directrice, en ik zorgen voor de aankopen voor de voeding van onze pupillen, inbegrepen begeleiders.

Kortom, we wendden de steven naar Kasterlee, op zoek naar onze vertrouwde Aldi. Niet te vinden. Tot een autochtoon mevrouwtje, in wie ik een Aldi-klant vermoedde, ons mededeelde: “Dendieje ies efgebroke, ge moe noa Retie”. Er bestaat dus een nederzetting “Retie” genaamd, die ik meteen associeerde met “Aarschot”, vermoedend daar enige sexueel-anders-geaarden aan te treffen. Toen we wensten de Aldi van Retie binnen te treden vertelde ons een duidelijke heterosexueel: “Ties gesloate. Verbauwe! Veu nen Aldi moe ge noa Mol”

Mollenwaarts dus. En ja, die was open.

Aldus verdeelden Martine en ik de nodige voedings- en andere waren over de diverse paviljoenen, ingepalmd door onze leerlingen.

Om maar te zeggen, zo blijft ge bezig.

Met onze leerlingskes in een huizeke logeren, dat is tegenwoordig wel speciaal. Dat kleeft uren aan die GSM, blijft maar SMS-en, de dag door.

Die in ons huizeke hadden pech. Als oude knar verlang ik dat ten laatste om 23.00 uur de GSM’s ingeleverd worden. Dit om hen tegen zichzelf te beschermen, want anders “sturen” ze constant enorm belangrijke boodschappen aan elkaar door. De nacht door. Niet met deze jongen.

Maar dan na het ontwaken, dan staan ze daar om hun GSM terug te krijgen, een essentieel deel van hun identiteit. En dat begint daar te gillen en te tieren en “Hij stuurt XXX” wat blijkbaar zeer belangrijk is. Zo vroeg ik er eentje: "Jij hebt toch wel veel punten voor Engels, hé?" Stomverbaasde blik. "Maar je spreekt toch de hele ochtend Engels: Oh my God, Shit, Fuck"

Ik word echt wel oud, want des ochtends, dat opgewonden gekwetter vind ik echt onbenullig en ja, vreselijk lastig, terwijl het hun huidige wereld is, hun vluchtige levenswijze. Het is “aan”, het is “gedaan”, een paar uren maken het verschil.

Desalniettemin, Martine en ik konden hier en daar een uurke stelen, beleefden heerlijke momenten.

En zo zalig dat onze collegaatjes deze leerlingskes bleven motiveren, bepamperen en een paar heerlijke dagen bezorgden.

dinsdag 18 september 2012

Little Kim @ The Banana Peel

Liefhebbers, het volgende deed zich voor. Een ongewone optredens-avond is een maandag, maar die is weliswaar vaste kost bij de legendarische Banana Peel in het wereldberoemde Ruiselede, dit laatste vooral bekend wegens de “Kasteelmoord”.


Welnu, wij togen daarheen. Door een paar totaal uit haar en baard bestaande mensen, waar is de tijd dat ik er zelf zo uitzag, kregen we een prima parkingske.

Uiteraard start je een verblijf in de Pelle met een Urthel, bij voorkeur de straffe.

Bijzonder stipt begon het “voorprogrammaatje”. Hier past een eerste vergelijking met de producten bekomen door de druiventeelt. Bruno Deneckere wordt nog altijd maar beter met de jaren, een Grand Cru van een goed jaar. Hij zag er bijzonder fit uit, en werd bovendien tijdens zijn pakkende nummers bijgestaan door de fabuleuze Luiz Marquez, die heeft een mondharmonicaatje in zijn gebit zitten denk ik, blaast op alles en steeds weer subtiel. Schone voorproeving, totaal geen behoefte aan een woordspeling ivm wijn en “oude zakken”. We waren al wreed content dat we aanwezig waren, rap nog een Urthel.

Want natuurlijk waren we gekomen voor Little Kim & The Alley Apple3 en de voorstelling van hun nieuwe cd, de titel heeft iets met The Devil te maken.

Om in de wijnsfeer te blijven: koop een exclusieve Nabukodonosor-formaat champagne, bevrijd het van de stop en hoepla! Wie popt eruit: Little Kim! Een immer goedlachse spring-in-het-veld, straalt, is spontaan, maakt meteen dat je, tja, opgewekt bent. En dat zingt daar met het grootste gemak ingewikkelde zanglijnen, van laag tot hoog, je wordt gewoon ingepakt, onweerstaanbaar. Wat wordt dat binnen een jaar of tien als die heerlijke stem nog wat ruis krijgt, als dat mooie vrouwtje nog meer vrouw is? Weinigen hebben dat in huis, maar ik wel: een Glazen Bol. Hou Kimmeke in de gaten!

Maar laat mij de groep niet vergeten. Fifties!!! Django Reinhardt!! Een Einstein-kloon aan pedal-steel en dobro, een reus letterlijk en figuurlijk met een mondmuziekske, een machtig goede gitarist. Maar vooral was ik compleet ondersteboven van die jongen die op de contrabas tekeer ging. Als leraar dacht ik: als dat genen ADHD’er is weet ik het niet meer. Maar chance dat hij zijn eventuele pillen niet had genomen. Zelden, neen nooit, mocht ik iemand beleven, ik was echt gefascineerd, die zo intens zijn instrument besprong. Die absolute overgave, het zich smijten, die uiterste concentratie, het was voor mij steeds de blikken wisselen tussen het dartelende Kimmeke en die jongen met zijn bas.

Kortom, wreed lastig om de dinsdag uit bed te kruipen. Maar het was de moeite!!

dinsdag 11 september 2012

Laatste schooljaar 3

Voor wie het nog niet door had, deze reeks “Laatste schooljaar” wordt een feuilleton, soms een soap, soms een docudrama.
Zo belandde ik in het vierde jaar (Syntaxis, 3de Latijn-Grieks) bij EH Willy Dierickx zaliger, bijgenaamd “De Kleinen”.
Je moet weten dat ik “een jaar te vroeg” zat. Destijds maakte men geen miserie over een jaar dubbelen. Dus in mijn klas: kerels, alleen jongens of course, die zich al moesten scheren. Zelf had ik nog niet eens “gemuit”, een babyfaceke met een kinderstemmeke. Frustrerend, durf ik nu wel zeggen, je zou er een minderwaardigheidscomplex van krijgen. Maar neen hoor, onverbiddelijk bleef ik het onnozel kieken uithangen.
Mijn punten daalden dramatisch. En Willy vond toen voor mij, en sommige anderen, een systeem uit dat nu op onze school wordt toegepast: het Woensdagmiddagsysteem! Telkens als we een buis hadden voor een toets moesten we op woensdagmiddag het ding opnieuw maken, en hij vroeg ons op. Mijn punten stegen van 56% naar 73%.
Miserie in Poësis (2de Latijn-Grieks) Ik was nog steeds hetzelfde kinderhol, niet gemuit, niet scheren enz.
Nochtans, onze titularis, top-drie beste leraars ever, had het beste met mij voor. EH Vernaeve, bijnaam “Meede”.
Hij sprak twee talen: vloeiend Frans (prachtig) en vloeiend Gents (even prachtig). Tot mij gericht: Monsieur Gérard, sale petit gamin”. Helaas correct, en ik hield er mijn toenmalige bijnaam aan over: Zeraar.
Het was een heerlijke leraar. Hij zat op mijn kap maar ik was zijn favoriete leerling. Zo moest ik vaak op zijn kamer, tijdens de les een boek halen. Zijn principe was: “Le désordre controlé”. Dus, “Gérard, tu cherches la chaise rouge, tu verras quelques livres…" Nog steeds mijn principe.
Bij hem moesten we Les Misérables lezen, let wel, de hele hap, dus niet die dunne boekjes van tegenwoordig. Mondeling examen uiteraard, moi veel te laat wat had je gedacht. Dus moest ik mij per fiets begeven naar de pastorij in Leerne waar hij intussen woonde. Het was putje winter. Geheel blauw verkleumd landde ik.
Een perfect op temperatuur gebrachte Calvados was mijn deel.
Voor de rest, dat jaar moest ik dubbelen. Zogezegd voor geschiedenis van Willy Jonckheere. Ik hoop dat hij daar geen schuldgevoelens aan overhield want ik was gewoon een gedemotiveerd gastje.
Over de laatste twee jaar zal ik zedig zwijgen, ik schreef ergens al over een pedofiel waar ik toen mee te maken had. Maar, door die persoon, moest ik zowat twee keer per week naar de strafstudie. Woensdag en zaterdag. En soms, met een paar anderen even op zondag.
En die strafstudie werd beheerd door iemand wiens bijnaam te maken had met gecastreerde runderen.
En we ontwikkelden een systeem met prentjes waardoor we konden zeeslag spelen. Alzo rammelden we met zijn sowieso echt bestaande ballen.

donderdag 6 september 2012

Laatste schooljaar 2

Belofte maakt schuld. Vanaf nu gedurende dit schooljaar iedere week een blogske over mijn onderwijservaringen. Een mens doet soms dwaze beloften.
Alvorens mijn onderwijscarrière in te tuimelen waren er natuurlijk de jaren daarvoor. Die begonnen in het middelbaar onderwijs. En die wil ik jullie niet onthouden.

Bij Meester Walgraeve in het 6de leerjaar behaalde ik 92%, met de nodige “flitters” rond mijn oren, want hij was bang dat de mensen zouden denken dat ik “voorgestoken” werd.

Desalniettemin, in mijnen tijd begonnen we in het middelbaar in het zesde en eindigden in het eerste. Heb ik altijd raar gevonden en nu zeker, want ge begint met Tram 1 en Tram 6 is intussen ook gepasseerd.

Feitelijk was ik toen niet gewend om te studeren. Alles ging vanzelf. En toen ik naar 5de en 4de opschoof werden mijn procenten navenant, zwaar dalend. Kortom, wat jullie allang wisten, ik was geen modelleerling. Eerder een kinderachtig sloeberke, altijd maar kwetteren en onnozel doen. Den ADHD was nog niet uitgevonden.
Maar! Ik heb mij wel rot geamuseerd!

In het vierde (nu derde) hadden we een beruchte en gevreesde leraar Frans, zijn bijnaam had iets met honden te maken, die mij nogal viseerde. Eerlijk, bij diene mens heb ik wel écht de grondslagen van het Frans geleerd. “Le réveil sonne, je me lève, je me brosse les dents” Ik ken het nog van buiten want we werden gesommeerd iedere les te memoriseren en voor de klas af te dreunen. De meesten waren “dood van schuite” toen hij binnenkwam. Ik ook. Tot… Eerste geval: “Michen Doodkiste”, Pierre van de begrafenissen Michels, was in slaap gevallen. De leraar in kwestie brulde “Cadavre, debout!!!” waarop Michen totaal versuft rechtveerde en zei: “Modderlijk” Voor deze joke moet ge wel uw Frans kennen. Enige weken later, tweede geval, de mens was nog vrijgezel en we spreken over de tijd dat de mannelijke voorbroeken nog met knopen waren, ontbrak er zo’n knoop. En dat smalle eindje van zijn plastron hing dus uit die opening. Wij, bravekes, moesten ons beheersen, zowat iedereen dook met het hoofd in de boekentas tot hij sprak: als er nog ene lacht haal ik hem eruit! Miserie!!
Iedereen onder de indruk van zijn scheldpartij aan ons adres, behalve ondergetekende uiteraard. Ik zat daar te grijnzen en hij sprak: “We zullen nog ne keer zien, Walgraeve, als ge aan mijn deur komt schoenblink verkopen!”
Hoeft het gezegd dat ik, op mijn eerste moment in het oude leraarszaalke van St-Henri, hem fluks benaderde met de woorden: “Dag collega”

donderdag 30 augustus 2012

Laatste schooljaar 1

Hoe kon het anders beginnen dan met een personeelsvergadering!


Uiteraard zal geen mens mij geloven als ik schrijf dat ik laaiend enthousiast vertrok, deze ochtend. En terecht.



Pas op, het is heerlijk de collegaatjes weer te ontmoeten, enfin de meeste toch. Handje en/of kusjes, “goede vakantie gehad”, of van de goedbedoelende lievekes “genoten van een fijne vakantie?” Veel te lang om te antwoorden, gezien de moeilijke weken die ik achter de rug heb. Maar lief. Met die oude kerels, niks van lief of zo, is het altijd geestig natuurlijk. Om het in het ABN te zeggen: “We weten bescheed”



Na al die jaren, debuut in 1975, ben ik in feite een beetje moe. Ik benijd die jonge gastjes die helemaal opgeladen het nieuwe schooljaar verwelkomen. Hartverwarmend, die jongskes die vol idealen en verwachtingen, en blij dat ze een job hebben, er volledig klaar voor zijn. Nu, ik stond wel versteld van het aantal zwangere buiken, die de vergelijking met de mijne moeiteloos doorstonden. Jongskes die dra de borst, de pamper en de bakfiets zullen hanteren om de nieuwe jeugd een prachtige toekomst te gaan bezorgen. Allemaal toffe vrouwkes die ik in de loop van mijn laatste jaar niet meer zal terugzien.



Ik juich ook mijn ietwat oudere collega’s toe die zich niet storen aan mijn lichtelijk cynische commentaren en nog steeds ervoor gaan. Oude grumpy kerel, ben ik intussen.



Pas op, lieve lezer, nog één keer, nog één schooljaar ga ik mij smijten. Niet voor digitale plannings en aanverwanten, niet voor vruchteloze vergaderingen, niet voor wilde energievretende ideeën. Wel voor diegenen waarvoor ik startte: mijn leerlingen. Nog één jaar valt de deur dicht achter mijn gat met mijn klas. Nog één jaar doe ik waar ik voor koos en voor gemaakt ben. Nog één jaar leraar zijn.

dinsdag 31 juli 2012

Hoeverock!!


Jaren aan een stuk mocht ik de verzuchting horen: “Maar Geert, ge moet eens naar Hoeverock gaan. Zo’n machtige blues en al, gij als liefhebber en kenner.”
Hoeverock, wat kan je je daar in godsnaam bij voorstellen. Overbehaarde en – bebaarde venten, buitentijdse gedrapeerde vrouwen met hennepkleurige haartressen, rondom u “schapen en geiten”. Of, zoals ooit een leerkracht geschiedenis zijn enige enigermate boeiende grap proclameerde: “gapen en sch… “
Ja, Hoeverock, daar zat ik echt wel op te wachten. Laat de karnemelk maar aanrukken, dacht ik zo.
Desalniettemin, het volgende deed zich voor. Na toch wel dwingende adviezen begaven we ons uiteindelijk richting Olsene, Ontmoetingscentrum, Voortuin. Ik vermeld expliciet alvast het eerste positief punt: Voortuin. Je mag daar namelijk roken, in Het Park niet.
Tot mijn grote ontgoocheling werd ik tijdens mijn langverwachte intrede op het terrein niet massaal toegejuicht. Er was namelijk nog niemand aanwezig, behalve de obligate vrijwillige medewerkers. Gretig namen we de beste plaatsen in en profiteerden van de “happy hour” weliswaar gereduceerd tot een half uur, maar goed.
Het doel was: genieten van een bluesgroep “Morblus”. Awel, het was een heerlijke avond!
Allereerst, de locatie van Hoeverock is zalig!! Je zit er rustig tussen het groen, nooit is de talrijke aanwezigheid van het publiek storend, je kan op het gemak genieten. Perfecte organisatie voor drankjes en hapjes, steeds heel vriendelijke gezichten!
En dan moet ik natuurlijk over “the band” schrijven.
Zeer zelden ben ik zo meegesleept en begeesterd door een gitarist. Natuurlijk, ik ben nog jong en heb nog maar weinig concerten meegemaakt. Maar die kerel, amai!
Nen Italiaander alstublieft. Een Italiaanse groep die op pakkende wijze rythm & blues brengt, fenomenaal. Ook de interactie tussen klavieren, drums en bas, subtiel gedirigeerd door de frontman, fascinerend mooi. Mensen toch, ik heb écht genoten!
Uiteraard kon ik het niet laten mij na het optreden spoorslags naar de muzikanten te begeven. Een gespecialiseerde babbel over het stemmen van een GibsonSG zal ik jullie besparen. Eerder ging het gesprek over de prachtige solo’s die zo vanzelfsprekend uit de tele- en stratocasters  vloeiden.
En helaas, over hoe ontgoocheld de muzikanten zich voelden na dit fenomenale concert. Zij hadden veel meer respons verwacht, ambiance.  En ik heb geprobeerd hen te troosten door te zeggen: ze zitten daar misschien als zombies, maar ze vonden het wel prachtig, ze kunnen het gewoon niet tonen.
Hoeverock, zeker?
Echte liefhebbers bekijken dit helemaal, ongeduldige gitaarmensen: vanaf 2:53 ...

woensdag 18 juli 2012

Black Lolas


Zwarte Lola was haar pseudoniem. Als kind volgde ze ballet, stopte ermee wegens niet willen optreden voor de Nazi’s. Volgde tandheelkunde, stapte in de showbizz en tapdanste voor den Amerikaan, verhuisde naar België, zong even bij Francis Bay om Jo Leemans te vervangen, maar werd onsterfelijk dank zij Johnny Hoes wegens “Zwarte Lola (uit de stripteasebar)”. Kortom, deze dame kleeft aan het collectief geheugen wegens het gigantische zwarte kapsel en de door de natuur voorziene prominente melkklieren.
Via vriendschap belandde op mijn bureauke een EP vanwege een groep “The Black Lolas”. Eilaas geen grote pruiken, evenmin somptueuze boezems. Maar…
Deze mensen vermelden op hun site enige invloeden. Genen brol. Maar!!!
Sta mij toe bij het eerste nummer enige referentie aan Nick Cave te bespeuren? Dit weliswaar begeleid door een fabuleuze blues-backside. “Worried man blues”, mens toch, zo goed.
Wat is het toch een drama voor Belgische groepen die zo uitpuilen van kwaliteit om toch aan de bak te komen.
“So Alone”, mag ik mij even permitteren om aan Bauhaus, Joy Division etc te denken? En dan toch weer oude rock-nuances? Alweer prachtig.
Lieve lezer, wellicht begrijpt u niet waarom ik dit stukje schrijf, terwijl “Fireflies” hier uit de boxen vlamt. De max!!
Ik wil gewoon even pleiten voor de talloze getalenteerde groepen in ons landeke, die niet kunnen rekenen op de StuBru-poepers, die niet de juiste contacten hebben, die hun broek niet willen afsteken.
The Black Lolas rule!!!

maandag 16 juli 2012

Springsteen en ik


Aldus geschiedde dat wij ons naar Wenen begaven, teneinde een concert van Springsteen te beleven in de Ernst Happel Arena.

Na een zalig tussen-logement in het pittoreske Velburg, aanrader, belandden we in Wien. Prachtig centrum, heerlijke stad, lekkere pint in een oud bierhuis waar de barkeepster plots de saccoche pakte en in een furie spoorslags vertrok. Twee gratis pinten dus, en dit aan Wien-centrum prijs… De voortekenen waren alvast uitstekend!

Op De Dag Zelf konden we het uiteraard niet nalaten het somptueuze Schönbrunn te bezoeken, home of the legendary Sisi, bekend geworden door Romy Schneider. Dank zij de vooruitziende blik van ondergetekende, we bestelden tickets online, konden we ongehinderd de “fast-lane” benutten en grijnzend eindeloze rijen Chinezen, Japanners en Spanjaarden voorbij wandelen. Onvergetelijk mooi en authentiek, dat stulpje waar de Habsburgers hoogtij vierden.

Maar toen werd het tijd voor rust, concentratie, Zen. Bruce was op komst. Ruim op tijd bereikten we het legendarische Prater, waar Orson Welles nabij het reuzenrad overtuigend De Derde Man was. Wat een organisatie! Er is een metrostation, super. Zonder aan te schuiven gingen we via de juiste gate naar onze genummerde zitplaatsen. En zie, naast ons twee Amerikanen uit… New Jersey, Asbury Park! Ge ziet van hier dat het een boeiend gesprek werd, wegens het feit dat ik ooit een pelgrimstocht deed naar de thuisbasis van Onze Held.

Terwijl het volk zich stond op te peppen voelde ik toch wel wat ergernis. Ons Meneerke permitteerde zich om 40 minuten te laat zijn concert te beginnen. Beetje arrogant vond ik, miljonairke kan zich alles permitteren. Na drie uur en veertig minuten was dit al lang vergeten en bleef ik totaal overweldigd en beduusd achter.

Zoals Springsteen bestaan er geen twee. Dat komt daar toe met een geleasde 737 uit Praag, eist bepaalde meubelkes in zijn kleedkamer (witte sofa, speciaal overgevlogen) en wil alleen bier, Jack Daniels en een … Wiener Schnitzel. Maar dan komt hij op, “We take care of our own” waar hij zich reeds volkomen smijt.

Het derde nummer is “Badlands”, normalerwijze een “bonebreaker”. Het volledig bezette middenplein, de die-hards, gaan uiteraard uit de bol. Maar die Wiener in de tribunes, een bende lijken. Ze zitten daar stokstijf, zijn ze afstammelingen van de Zwan-wiener, zijn ze dode Hamburgers en geen Habsburgers? Achteraf zal blijken dat ze in feite maar weinig van Bruce’s werk kennen.

Bruce brengt meesterwerken, recent en oud, al dan niet geïnspireerd door het publiek dat met pancartes nummers suggereert. De groep is fenomenaal. Nooit zag ik Bruce met zo’n grote bezetting. Maar zoals steeds vindt iedere muzikant zijn gaatje, is de harmonie perfect. Zelf ben ik fan van de vrij nieuwe accenten: gospel vooral, soms ook de Seeger-sessions, en de blazers.

En na dik twee uur en oneffen komen de Wieners plots tot leven, ze veren recht want (zucht) “Born in the USA”. Het is natuurlijk een genadeloze stadion-riff, zit in het collectief geheugen, maar het is niet mijn ding. Dit nummer wordt steeds weer verkeerd begrepen en zelfs misbruikt. Maar kom, wat hij daarna met het publiek uitsteekt, dat kan niemand. Bruce kan 51500 mensen stil krijgen met een piano versie van “Tougher than the rest”, durft dat ook te doen na ze eerst geheel zot te maken. En dat laatste uur was echt sing-along, die hele Arena tot de laatste man of vrouw op de banken en meebrullen. Alleen Springsteen straalt zo'n ongebreideld plezier en enthousiasme uit waarmee hij 51500 mensen, na hard zwoegen, uiteindelijk in de palm van zijn hand krijgt en ermee doet wat hij wil. Onvergetelijk!

Voor de liefhebbers: hieronder een filmpje uit Wien met twee van mijn talloze favoriete songs, Empty Sky (Tour première) en Trapped (mijn favoriete cover)

zaterdag 16 juni 2012

Waarover ik niet wil schrijven!

In elk geval wil ik niet schrijven over het nikab-gebeuren. Zelf ben ik ten zeerste akkoord met vrouwen die hun gezicht, mutatis mutandis hun fysionomie, voor de buitenwereld willen verbergen. Integendeel, sommige dames met opgespoten lippen zouden moeten tot de nikab verplicht worden!

Evenmin wil ik het hebben over de Uplace-commotie. Politiekers die vechtend en rollebollend de parlementaire gangen in beslag nemen en zich op diverse manieren willen ontdoen van elke verantwoordelijkheid. Als den Belg behoefte heeft aan een pak “nieuwe” winkels, dezelfde van iedere winkelstraat in Europa, dat kan toch geen schade berokkenen aan den Esprit, de C&A, noem maar op, die evenzeer in Leuven of Mechelen een nederzetting bevolken. Overal dezelfde brol.

En ge denkt toch niet dat ik wil schrijven over hét item dat onze gazetten in beslag neemt: Oranje!! Wat kunnen mij die overbetaalde Hollanders schelen zeg! Ja, ze zijn zelfs nog arroganter, individualistischer, LouisVuitton-gerichter dan onze Belgen.

Of moet ik schrijven over Sharia4Belgium? Het schrijven niet waard. Tof zou zijn dat Belkacem in Marokko nog eens veroordeeld wordt volgens de Sharia: bij diefstal hakken ze er uw poten af.

Over Griekenland en de eurozone wil ik evenmin iets schrijven. Hoewel ik hoop binnen afzienbare tijd eens een Grieks eiland aan te doen aan betaalbare prijzen.

En Syrië, lieve mensen, ik wil daar ook niet over schrijven. Wie moordt wie uit, soennieten, sjiieten, salafisten.

Neen, hier in Waregem vervreemden we ons van dingen waar we niet over willen schrijven.


dinsdag 5 juni 2012

Deinze Lacht en ik

Hoe het bij jullie is weet ik niet. Nooit meegemaakt dat je op bijvoorbeeld een zondag wakker wordt en denkt: “Toeme toch, dwazerik, waarom heb je bevestigd dat je naar die bijeenkomst ging gaan”?
Je sleept je uit je bed, naar de bakker om pistoleekes terwijl het vrouwke zachtgekookte eitjes prepareert (6 min., tip) en jij intussen hét object voor een heerlijk ontbijt meebrengt: “Het Nieuwsblad” op zondag. Normaal gezien een garantie voor een uurke of twee rustig ontbijten en wederzijds commentaren geven. Ik begin met de Sport, Christa met het eerste stuk. Vaak niet voor publicatie vatbaar, onze wederzijdse opmerkingen.
Maar zondag laatstleden: miserie! We hadden amper een half uurke om onze gazet te verslinden. Een gazettus interruptus was het! Het ging bijna deugd doen, maar net niet. Want…
We moesten om 10.45 uur, ten laatste volgens de aledelgestrenge Lafosse, in de Rekkelinge zijn. De Bende rond Deinze Lacht verzamelde. Ik moet zeggen, Peter, hiervoor genoemde menner des volks, beloofde ons een leuke verrassing. Wat verwacht je dan van zo’n VAB geïmpregneerd persoon, wat noemt hij leuk. Springsteen elimineerde ik wegens verplichtingen in de euro-zone. Een kleine maagkering, sorry voor de fans, had ik bij de vluchtige gedachte: “ Toch niet Eva De Roovere?”
En ik had een klein droompje.
Als Peter volk tezamen roept, is het nu rond Deinze Lacht, of voor reizen en voordrachten, dan ben ik er in feite gerust in. Nooit ontgoocheld geweest.
En potverdorie, net toen ik van Chris een voortreffelijk getapte pint kreeg passeerde, toch wel onvoorzien, mijn klein droompje!
PIV HUVLUV, dames en heren, voor dit mega-kleine edoch selecte gezelschap. Meteen geen morrend volk meer. Katers behoorden tot het verleden, opwinding, geilheid bij enige dames, Piv? Wat is dit nu?
Dames en heren, het was een heerlijke muziekkwis. Piv, een freak als het over vinyl gaat, bevroeg ons meedogenloos. Hij smelt voor totaal foute disco en songfestival. Althans voor dit showke. Want Piv is een allround houder-van-muziek. De kwis deed er niet toe, het was een heerlijke performance, met tips voor wie zijn shows zag. Bijvoorbeeld vond ik een antwoord waar een zangeres in de fout ging: Kaprès toi. Piv met accordeon (astma) de fameuze rode Gretsch, en de Frédéric kop. Ik wil hier niets verklappen.
Je denkt het al wel, waarom schrijft hij hier zo content? Ons groepke heeft diene kwis gewonnen, niet dank zij mij, echt, het was een groepke. Met Roger, Marcel en zijn vrouwke, we deden het samen. En een machtige prijs ook nog, de vinyl van Piv!!!
Daarna nog heerlijk gegeten en gedronken bij Rik. Maar die verhalen zijn off the record.
Blij dat ik uit mijn bed geraakt was.

zaterdag 19 mei 2012

Bruno, Derek en Nils alfabetisch

Den Drang was er. Een blogske over Bruno, Derek en Nils. Maar anderzijds, wat valt er nog te schrijven na mijn vorige producten.
Welnu, het is niet moeilijk: wie er niet was heeft iets onvergetelijks gemist.
Dit onvolprezen trio waagde zich aan de Bootleg Series van Dylan in de weergaloze Betoverde Maan te metropool Dikkelvenne.
Is het Nils die ik moet prijzen? Zijn viool en mandoline zijn prominent aanwezig, met een oogwenk en een gefronste wenkbrauw stuurt hij toch wel het optreden. Magnifiek ook hoe hij het aandurft met een perfecte rasperige stem “Catfish” te brengen, een waagstuk, wondermooi ondersteund door zijn kompanen.
Of is het Bruno? Voorheen vermoedde ik dat zijn immer gesluierde blik en mysterieuze Mona-Lisa glimlach iets met koning Alcohol te maken had. Maar verdorie, hij dronk alleen Spa! En zijn stem sneed als vanouds door mijn ziel, niemand, maar dan ook niemand, komt zo dicht in de buurt van de jonge Dylan.
Moet ik Derek ook prijzen? Ontroerend, hoe hij zich smijt met dat gelooide gezicht, passie zie je als hij zich met dat lange lijf over die gitaar krult, de schouders opgetrokken, even alles vergetend, zich gevend voor dat lied.
En dan de close harmony, kippenvel hoe die drie samen zingen, Lais met venten. En de constante wissel tussen Bruno en Derek voor wie de bas zal hanteren, om het even wie, prachtig.
Tja, drie briljante muzikanten, naar mijn gevoel zeer onderschat. Geen airplay of hypes, ge kunt er verdorie gratis naar gaan kijken…
Voor mij spelen ze bij Barcelona!

vrijdag 18 mei 2012

Canteclaer en ik

Steeds weer vervloek ik mijn onvermogen om neen te zeggen, op vele vlakken.
Zo weet ik, als ik meedoe met Vooruit, dat ik achteraf telkens een wrak ben. Niet op voorhand, vol vuur repeterend (waarschijnlijk tot verbijstering van mijn buren) in ons keukentje. Vol geestdrift om weeral eens te mogen deel uitmaken van iets onvergetelijks: met mensen die je meestal alleen bij de voornaam kent iets brengen tot geneugte van andere mensen die je amper kent. De crew en het publiek. Een stukje aanwezig zijn in een grote traditie.
Zo kon ik ook onmogelijk weigeren in de stoet van Canteclaer mee te doen met een gezelschap dat nog veel meer naar het verleden teruggrijpt: De Rederijkers.
Een ongekende ervaring was het, dat voorspel in de Brielpoort. Honderden mensen die net als ik kostuumpjes aantrokken. Dat van mij was uiteraard (ik vermoed opzet) te klein voor mijn imposante buik, onderdeel van mijn lichaam waar ik reeds veel geld in stak. Slechte investering, de Dexia van Walgraeve: volledig uit de hand gelopen. Maar die andere Rederijkers: prachtig waren ze.
Vervolgens werd mij een pruik aangemeten. Een kriebelende ervaring die mij ervan overtuigde dat mijn kale kop toch wel een groot gemak betekent. Maar goed, alles voor de show, evenals de schmink waarvan de geur mij herinnerde aan véél vroegere toneeltijden.
Tijdens het lange wachten alvorens de stoet zich formeerde kon ik als roker, ondanks een rigide steward, small talk voeren met buitenlanders uit Antwerpen, Limburg en Holland. Ook gewoon vrijwilligers, én rokers. Geestig, hoor.
En dan namen we onze posities in, die stijlvolle Rederijkers, klaar voor ons deel.
Plots overviel mij weer die angst, net als in het toneel: ga ik overeind blijven? U moet weten, lieve lezer, een wandeling van meer dan 1 km is voor mij riskant. Ach, ik zal geen Röntgen foto’s posten van rug en heup, maar vantijds schiet ik erdoor. Een wankel, een zwijmel. En u weet waarmee men dit alras associëert… En ja, ik drink graag een pint, zodoende.
Maar! Ik heb enorm genoten! Zwijmel hier of daar, kan me niet schelen. Heerlijk was het om fier die talloze mensen te begroeten in dit Gezelschap. Om de eer te hebben vantijds het gedicht van Martin te declameren. En de na enige seconden herkennende blik van: “Is dat Geert???”
En uiteraard, het subversieve zoek ik steeds op. De “Vogelkesdans” als Rederijkers in de Ommegangstraat: nog steeds een brede grijns op mijn gezicht. Merci, Rederijkers, om mee te gaan in het ongewone.
Bedankt, Vooruit, dat ik er bij mocht zijn. Ook ondanks mijn af-en-toe gezwijmel..

maandag 30 april 2012

Schijtlijster

Echt mooi was het, zo een paar weken geleden. Om 5 uur in de ochtend begon een paarlustig gevogelte aan zijn lokgezangen. En maar flieren, en maar fluiten, de dag door, tot de zon onderging. Als stedeling meende ik zelfs in dat vogelgezang de gitaarintro van “Wherever I may roam’ van Metallica te ontwaren. Leuk, zo in ‘t stad, ge voelt u één met de natuur.
’t Is toch waar, dacht ik. Wat een preventief tegengif, zo vroeg in de ochtend, om met het kwinkelierend gezang in de oren het dagelijks verkeersgevecht aan te gaan. Het vloekend aanschuiven, de totale onmogelijkheid om van Waregem in Deinze te geraken zonder frustrerende files of onderbroken wegen waar omleidingen na twee “pijlen” plots niet meer aangeduid staan. Je belandt in obscure verkavelingen of op het platteland, waar dank zij de overvloedige regen boerke Naas met de mestkar die typische ochtendgeuren in je auto brengt.
Alras kreeg mijn verbondenheid met de natuur en het buitenleven dus een fikse knauw. Tijd om mijn werkwoorden in de tegenwoordige tijd te gebruiken.
Die vermaledijde pluimvee-achtige geraakt niet aan een lief. Iedere morgen om 5 uur is het weer van dat. Steeds wanhopiger wordt hij, steeds luider zijn eindeloze smeekbede. “Tiereliere, ik ben toch zo lelijk niet. En ik woon in een schone verkaveling van Matexi. Waar zitten al die wijven hier? Mo how zeh!” (we bevinden ons te Waregem) Meedogenloos maakt hij me wakker, alsof het mijn schuld is dat hij niet van de grond geraakt. Hoewel, een vreemde uitdrukking voor een vogel.
Om het even, ik verwens dagelijks dat luidruchtige creatuur dat door de Heer in onze wijk werd geposteerd. Ik zocht het even op, mijn bronnen vertellen me dat het zou kunnen een “Schijtlijster” zijn. Moordlustige gevoelens bekruipen mij. Zou één van onze buren geen long-rifle meer liggen hebben? En al die katten hier, geen ambitie om de kill van hun leven te doen?
Maar als rechtgeaarde opvoeder besluit ik humanere oplossingen te vinden. Bestaat er een dating-site voor lijsters? Of geraak ik dicht genoeg om hem te besproeien met het onweerstaanbare “Fahrenheit” van Dior, mijn favoriete eau de toilette, zodat hij alsnog kan scoren? Of kan iemand hem leren om de intro van “One” van Metallica te fluiten?

zaterdag 28 april 2012

Cyrano, een impressie

Ge zit daar, alleen op scène, een zaal met mensen die niet weten

wat er komt, een vloed van deernen en poëten.

Ge drinkt, een zatlap denken ze, en heel terecht

Les Amis de Charles kondig ik aan, ze zingen écht!

Hemelse gezangen, subliem, wat een entree

Dan komt Raguenau, die volgt gedwee

mijn intro, hem prijzend als artist

hij repliceert “hoewist”

We gaan ervoor, het duurt nog lang

maar Cyrano komt en eerlang

eist hij zijn plaats, zijn degenkunst

de tol wordt nijd en afgunst.

Allez, tot hier mijn rijmenkunst.
Het is toch wel straf, zo een première. Iedereen zit opgeladen, tot de kleinste details worden overschouwd.
Zelf vond ik het een heerlijke voorstelling. Het vuur zat er meteen in.
De zwierigheid, de actie, de prachtige enscenering, ja, schoon gerief.
Wat een geweldige prestaties van mensen die ellenlange teksten moesten brengen.
En een grote chapeau voor ons jongskes, ik ga geen namen noemen (Timothy, en zovele anderen).
Wat een voorrecht dat ik er weer bij mocht zijn…

zondag 22 april 2012

Die collégiens...

De reünie van de oud-collégiens zit er weer op. Voor mij steeds weer een verwarrende dag. Ik bevind mij achter de toog, de horeca wat coördinerend. Vier enthousiaste meiskes, leerlingen van mij, onder het wakend oog van Mario, zorgen voor drank. Zullen later ook afwassen enz. Maar zelf, als ik de genodigden zie binnenkomen, ben ik weer leerling. En dat op mijn 61ste… Toon De Strooper, die mij naast de elementaire regels van het Latijn in zijn geschiedenislessen met zijn wonderlijke vertelkunst de liefde voor de Romeinen bracht. Jos Moortgat, die mij in zijn lessen Nederlands leerde “declameren”, “Ei ! Kynegyros, ween van spijt, en werp uw kroon naar Sneyssens!”, wellicht het prille begin van mijn blijvende passie om te acteren. Fernand Bauters, ook zo’n geschiedenisleraar met spannende verhalen. En Jef Van Bemmel, die mij in mijn dubbeljaar in Poësis weer kon motiveren voor Latijn, het woord bestond nog niet maar Jef was “hip”. Terug in de tijd word ik ook geworpen als ik de voormalige collega’s van mijne Meester Walgraeve mag zien. Ze zijn een stuk jonger dan hem, hij is een schaarse overlever. Maar wat zien ze er goed uit, evenals de dames. Arsèle, Wim, Willy, Jo, Dirk, teveel om op te noemen. Zalig dat ze erbij zijn, het levende bewijs dat lagere en middelbaar toen geen grenzen kenden. We kwamen allemaal goed overeen, we kenden elkaar. En superior De Witte dan. Voor mij blijft hij een reus, letterlijk, maar ook figuurlijk. Reuzesterk was hij als mijn superior in retorica, in alle intimiteit zal ik wel eens vertellen waarom. Zijn bijnaam was bij ons ‘The Missing Link’. De antropologen onder u begrijpen het verband met zijn toenmalige morfologie. Anyway, ik vroeg hem om als getuige bij te zitten op mijn eindexamen Godsdienst. En hij stelde me één vraag: “Geertje, the Missing Link, wat zegt u dat?” Zijn brede grijns was de mooiste die ik ooit zag. En dan… Daar ligt hij plots op de grond, zo grauw als een chinees laken, een doodsmasker werd zijn gezicht. Overgeleverd aan infusen, spuiten alom, draagberrie. Minuten daarvoor hadden Jo De Caluwé en ik afgesproken om… Zoveel dat ik hem nog wilde vragen. En de domper op mijn hart: toen hij binnenkwam met zijn loopkarretje herkende hij mij en zei “Geertje, ik wil hier echt nog ne keer genieten, want het zal mijn laatste keer zijn” Maar goed, het feest moest doorgaan. Het was een zaligheid ook al die mensen weer te ontmoeten waarvan ik het voorrecht heb ze “collega’s” te noemen. Als ik moet vertellen over die sjarels, lieve mensen, die heerlijke vrijbuiters, die liefdevolle bij-jou-zijnden, die zogezegde onnozelaars waarvan een pakske voor elkaar opkomt door dik en dun, dan kan ik een boekje schrijven. Soortje apart, die collégiens.

maandag 16 april 2012

Radio Tequila 30: Felicità!

Maar waar zijn al die jaren gebleven, zeg. Dat het al dertig jaar geleden is, die spannende weken toen met een groepje idealisten, enthousiastelingen, gedrevenen, een nieuwe vrije radio vorm kreeg. En wat een voorrecht dat ik erbij mocht zijn, daar op dat appartement van Eddy. U moet weten, een groot deel van de 13 founding fathers hadden reeds ervaring met radio maken, of op zijn minst met T-Dansants spelen. Zelf had ik de grootste moeite om de naald van mijn platendraaier in de juiste groef te mikken, een euvel dat mij bleef en blijft achtervolgen. Een steengoed nummer begon bij mij steevast met gekraak en ijzige stilte. Maar! Van ieder lied dat ik draaide hoorde iedereen de volledige intro, geen gebabbel intussen, een erezaak. Trouwens, van vele nummers was de intro het mooiste stuk…
En dan die avonturen in onze eerste “studio”, het tuinhuis van de tennisclub van Kruishoutem. Steeds weer verrassend was het, toekomen met een doos LP’s en singles (ja, jonge lezertjes, het was nog vinyl-tijd, of cassetten) en niet weten wat je voorganger had uitgespookt. Zo kon het mengpaneel vol met sigarettenas liggen vergezeld van een helaas ledige Jack Daniels fles (dat was na Blilly Wyman). Soms was het kot nog gesloten. Dan spoorslags naar Abel, pintje meegepakt en enige seconden voor je er moest aan beginnen je tune lanceren. André Brasseur & his Multisound Organ… Althans voor mijn wekelijkse “Hutsepot met Vanderslagmulders”. Een programma dat mij de lieveling van de huisvrouwen maakte (aldus was mijn illusie) met hm… recepten, romantische airekes uit kleinkunst en aanverwanten, maar nooit brol. En in iedere uitzending een Springsteen-song.
Eens de studio verhuisd naar Deinze had ik naast “Hutsepot…” ook een vast programma op woensdagnamiddag. “De Nieuwe Golf”. Creatief naamke want ik draaide “new wave”, bijgestaan door de immer creatieve T.Toulouse (Toon Lamon) en met een speciaal rubriekske “Nu al nostalgie”, punkmuziek aangeleverd door ene “El Puerco”, toenmalige schoonbroer, intussen kameraad en fervent bluesliefhebber en –fotograaf. Velen hebben nog steeds mooie herinneringen aan dit programma wegens kennis gemaakt met een of andere groep. Hoewel men mij toen vertelde dat de radio in De Post van Kruishoutem grommend werd verzet toen mijn uitzending begon… Nooit iets van aangetrokken, évidemment.
Om maar te zwijgen van de hilarische live-uitzendingen met Toon Lamon (en oa ook Marc Bultynck) van middernacht tot 2 00 uur: Nachtelijke Omzwervingen in de Alkoof. De voorloper van Het Leugenpaleis waar we discussies voerden die gewoon nergens over gingen, Absurdistan, Kamagurka zou genoten hebben.
En voor het allemaal officieel werd hadden Willem Buitenzorg (William Coppens) en ik, met technische begeleiding van Knut Badisco, een toendertijd flitsend rubriekje over het wel en wee van Deinze met activiteiten van de KVLV, wandelclubs etc. voor de voorloper van Underground op zondagmiddag. Ook deze opnames waren nachtwerk…
Of het inspreken van reclames voor het Pand in Waregem onder de bekwame leiding van Ronny Van Aalter (Ronny Van De Walle)met de mega-bandopnemer. Mens toch, we waren amateurkes, maar wel goed bezig.
Het meest verbazende blijft echter: dat wij, die oude, nog een lever hebben. Zo min of meer. Want Koning Alcohol was nooit veraf. Steeds eindigde je programma op het juiste uur, maar wanneer je ooit thuis kwam, oela!
En ik merk bij de “jongeren” dat ze ook een sterke lever hebben…
Aan iedereen die ooit zijn steentje bijdroeg aan Tequila: respect! En: Felicità!!!

vrijdag 13 april 2012

Van vals en echt

Vals is voor mij synoniem van onecht, onbetrouwbaar, je weet nooit wat je zal overkomen.
Wees gerust, het is niet mijn bedoeling een diepzinnig sociaal exposé te produceren over de al dan niet betrouwbaarheid van onze medemens. Ik ben zeker dat jullie elk apart daar een droevig edoch boeiend blogske kunnen over schrijven.
Neen, het gaat hier over een brokje porselein, bevestigd op een metalen staafje. Een valse tand! Zedig een “prothese van de rechtse laterale snijtand” genoemd door een deskundige, namelijk de weergaloze praatvaar maar o zo bekwame Geert Coene, mijnen “tantiest”.
Van valsigheid gesproken. Weken op voorhand spreek je af om op vrijdag in het beroemde Centerke, vergaderplaats van steeds weer elkaar tevreden grommend ontmoetende ex-collégiens, een meeting te hebben met ene die uit Amerika komt, en ene uit Oostende. Twee buitenlanders dus. En zie. Die, valse dus, tand verkiest net dan mijn gebit vaarwel te zeggen. Onder ons, hij zat nog een klein beetje vast, wat mij de moeite bespaarde om enige dagen met een zeefke de pot te controleren.
Gelukkig kon ik snel een “noodafspraak” maken bij de liefste tandarts des lands.
11 uur 15, tijdens het lezen van “De Nerveuze Nerviërs” werd ik reeds opgeroepen teneinde het valse ding terecht te wijzen en zijn eigenlijke plaats toe te kennen.
Helaas, Geert en ik, en onze families, kennen elkaar reeds lang. Alzo duurt een ingreep van 15 minuten alras een uurtje, zeker als de mama, terwijl ge met zo een tsjoeze in uw mond ligt, nog even komt socializen. Voor alle duidelijkheid, ik had dat “slurp slurp” speekselzuigerke even verwijderd.
Kortom, die valsaard (die tand dus) was weer ter plekke en eindelijk kon ik met de Smart naar Petegem-Statie vlammen alwaar ik hoopte toch enige fatsoenlijke mensen te ontmoeten.
En zie, op enige uitzonderingen te na gesproken was het nog waar ook. Haha, dit was nu vals, “Centerke” grapje, hé.
Bart was daar nog. En Lance. En Marc. En toen alle anderen vertrokken waren beleefden we nog zalige momenten. Old memories, leuke tijden.
Niets vals aan… Allemaal écht!

maandag 9 april 2012

Groentjes in Balen

Wat het leven zo spannend maakt zijn zotte voorstellen. En daar nog op ingaan ook.
Zo kregen we het min of meer dwingende bericht, op de Heilige Avond van Pasen: “We rijden naar Balen om de overwinning van Boonen te vieren. Jullie ook?” of iets in die zin.
Jullie kennen ons, een uitdaging gaan we niet uit de weg. Zeker niet in de roes van Tommeke Tommeke, zo’n magistrale overwinning. Ja, die triomf meemaken samen met duizenden Boonen-supporters, onweerstaanbaar.
Aldus zette de Mercedes van Luc onverbiddelijk koers naar de grootstad Balen, en wij mee aan boord. Ach, amper 150 km om ons idool te zien gloriëren tussen zijn dorpsgenoten.
Vol verwachtingen parkeerden we in het centrum van Balen. Uw schrijver nam de vrijheid deze nederzetting als een achterlijk boeregat te omschrijven, weliswaar zonder verdere vooroordelen. Maar je weet maar nooit.
Onze medegezellin had mini-spandoekjes gemaakt om Tom Boonen tot intiemere contacten te verleiden. “é”’§èççà” (Wij zijn van Oeselgem!) Of: +%£*¨6: (Tommeke, Tommeke) Met zo’n troeven moet je scoren in Balen.
Parkeren was geen probleem, zo dood of een luis, dat Balen. “balen”, zie de Van Dale, wurg en walging. Maar goed, contacten met autochtonen, Kempens pratend, brachten opheldering voor de doodsheid. Iedereen in Balen is een supporter van Boonen.
Maar: er is een scheuring!! Zo ontmoetten wij hevige supporters van Boonen die het zijn maar ook niet. Moeilijk. Tommeke is er in ongenade gevallen omdat hij ooit eens niet kwam opdagen op een fan-avond.
Desalniettemin, na een paar herbergen bereikte ons het geruststellende bericht: het Boonen-feest is in de Parochiezaal. Ok, de Parochiezaal, lieve mensen. Je verdient zo’n 2.880.000 euro per jaar en sommigen komen uit de Vlaanders om je te ontmoeten in de Parochiezaal. Schoon muziek trouwens, de 85 aanwezigen konden het waarderen.
Opa vertelde ons: “Tommeke komt vandaag niet zulle”.
Welnu, de desbetreffende zaal had een geruststellende vloer. Per voetstap plakte je er gewoon aan. Dus: in de namiddag hadden inderdaad honderden Tommekes zich laten zwieren, met pinten smijten, brullen en zingen.
Wij moesten daar gewoon in de middag al geweest zijn, maar desalniettemin, sommige Balenaars (hoewel ik het een achterlijk wantrouwig boerenhol blijf vinden) ontvingen ons toch hartelijk. We gingen nog nooit naar een supportersavond. Geen fluite verstand van. Groentjes.
Tommeke is de hele dag in Balen voor zijn fans op 21 april.
Groentjes waren we. In Balen

maandag 26 maart 2012

Paul Mc Cartney

Nooit geweten dat Rotterdam zo’n mooie stad is. Hypermodern, smaakvol, proper op zijn eigen, maar ook de Witte de With straat. Dé kunstenbuurt met de gezellige horeca. Zo belandden we bijvoorbeeld in De Witte Aap, zoek maar eens op.

Maar natuurlijk gingen we niet naar R’Dam voor de city-views. De echte reden was het concert van Paul Mc Cartney in Ahoy.

Maar ik had zo mijn vooroordelen. Toen dacht ik: de laatste echte Beatle aan het werk zien (sorry, Ringo), dat mag toch niet aan mijn palmares ontbreken. Ik was in mijn jeugd namelijk Stones.

En de Beatles, daar was ik Lennon. De Paul, was dat niet wat melig? Een poppy figuur, op geld belust? Waren de Lennon songs niet meer snijdend in het hart? Een ja op de beide vragen.

En zie, toen Paul Mc Cartney verscheen, na absoluut waardeloze muziek op voorhand, om slecht te komen, bereslechte covers met een beat onder gedurende 1 uur, enfin, toen Paul Mc Cartney ten tonele verscheen kwam er iets over mij.
Wonderbaarlijk mooi.

Zo plots bedacht ik: Dat is gvd Paul Mc Cartney die ge hier bezig ziet. Naast John Lennon diegene die de muziek definitief veranderde. Na ongeveer 10 minuten even in de arm knijpen was nodig. Dit maak ik dus écht mee! Eerbiedig stonden we ooit in zijn geboortehuis te luisteren. En nu staat hij daar te performen.

Wat een reus. Stijlvol in pak pakt hij meteen de eivolle Ahoy in. “Hello Goodbye”.
Soms hier en daar iets wat ik zou durven “gewoon” bestempelen, maar nooit geweten dat de Macca zo mean solo’s op de gitaar kon brengen. Natuurlijk kennen we hem op zijn legendarische Rickenbacker Bass, maar verdorie ook op piano, ukulele(voor mijn trouwe lezers!!!) de man trekt zijn plan. Stomende rockende songs, ingetogen de zaal inpakken, zelfs solo, één keer vuurwerk en pief poef paf, indrukwekkend. Maar wat blijft er? Een geniale componist en performer, en zoals alle grote anderen het prachtigst met minimale begeleiding. "Yesterday", "My Valentine" Kiekenvel!

Was dit nu het meest onvergetelijke concert uit mijn leven? Neen. Was het onvergetelijk? Ja!

Tijd om eerlijk te zijn. Pas op rijpere leeftijd ontdekte ik de pracht van de Beatles, geen simpele muziek.

Nog steeds vraag ik me af: heb je nu echt Paul Mc Cartney bezig gezien? Geef toe, niet normaal. Zelfs den Bruce bewondert hem…

woensdag 21 maart 2012

Turken en ik

Oude mensen zijn weerloze prooien. Zo komt er een vriendelijke meneer aan de deur, bien coiffé, kostumeke: “Meneer, hebt ge dat al meegemaakt dat ge almeteens zonder mazout zit? En dat ze niet kunnen leveren? Bij ons geen probleem, wij komen steeds leveren, ook als u niet thuis bent, op reis in de winter bijvoorbeeld.”
En die mensen zetten hun handtekening.
Als kind (60+ maar kom) weet je nergens van. Tot ze plots verhuizen, je je verantwoordelijkheid neemt en de geldelijke toestanden je leven plots verzieken.
Zo werden er eergisteren, toen mijn lieve ouwkes reeds verhuisd waren, ongevraagd bijna 4000 liter mazout geleverd. Reken maar uit…
Dendezen zeer koleirig gebeld naar die firma. “Ah, dat contract is getekend, we leveren zoveel we willen en wanneer we willen”. Jullie begrijpen het, ze leveren als de mazout het duurste kost.
Uiteindelijk, via internet, vond ik toch een oplossing om een stukje te recupereren. Want een officiële dealer kan die mazout niet komen uitzuigen.
Na een twaalftal telefoons was naar mijn intuïtie ene de juiste. Hij bood (nog) minder dan de anderen. Maar mijn buikgevoel…
Alzo maakte ik kennis met twee schattige Turken. Hun echte namen verklap ik niet. Laat ze mij Ahmed en Ali noemen.
Dat komt daar toe met een aftandse camionette, nummerplaat niet op gelet ;-) Met een onnozel pompke worden de eindeloze liters mazout weer in containers gepompt. Nooit bekroop mij de vraag wat deze heren met deze mazout gingen aanvangen. Ze hebben mij zelf de antwoorden gegeven. Maar dat blijft dus voor jullie een mysterie. Echter, dat is niet de reden voor dit stukje.
Deze twee Turken, wel, het was de max ze te ontmoeten. Hun huidige business stinkt van een uur ver hé, diene mazout. Maar die gasten hebben een droom.
“Meneer, hoe moeten wij daar aan beginnen? Wij willen in Luxemburg en Duitsland kebab sausen brengen die daar niet bestaan.“ Ja, dat is nu eenmaal mijn vak, dus gratis speciale les “commerciële vorming”. Efkes het boelke uitgelegd, en ze stonden daar te noteren, mijn leerlingen doen dat niet.
Bon, de volgende dag moesten er nog liters mazout verwijderd worden.
Pompke weer aan. En plots ander onderwerp. “Meneer, mijn zoon heeft problemen op school” Om een lang verhaal kort te maken, dat manneke zit op een elitaire katholieke school. Vorige week was er een vergadering alleen voor allochtone ouders. Sorry, kan mij dat niet voorstellen. Die mensen wonen in Mol, geen probleem met integratie.
Ik kon diene papa maar één raad geven: verander van school. Triestig hé.