maandag 30 januari 2012

Dinosauriër

Wat is dat toch met die kinders van tegenwoordig, zeg?
In mijn klasjes 16 tot x-jaren, beroepskes. Er is precies overal bij die gasten een hoekske af. ADHD, ADD, NLD (non-verbal learning disorder) inhoudende dyscalculie, dyspraxie, tja ge zit daar als gewoon leraarke. De’r zit daar precies genen enkele normalen tussen. MAAR: ik zie ze graag hé, make no mistake!!
Toen ik een jongske was, en later middelbaar student, kreeg ik steevast opmerkingen op mijn rapport: “Moest Geert willen… hij zou…” Om te beginnen, volgens mij was toen reeds “moest” een taalfout.
In de lagere school was ik wellicht een druk ambetant ventje. Den ADHD was nog niet uitgevonden. Van mijn Pa in het vijfde en zesde studiejaar kreeg ik dan ook de nodige “flitters”, bij ons de naam voor een oorvijg.
‘t Was mijne Meester.
Misschien heb ik wel ADHD, denk ik soms. Extreem druk bezig, weinig geduld, dit idee moet meteen gerealiseerd worden.
In de middelbare school, idem. Niet studeren, onnozel en irritant doen. Zalig! Maar pletsen rond mijn oren als ik thuiskwam.
Niet dat ik wil pleiten voor een dergelijk opvoedingsmodel hoor. Hoewel, ik zie mijne Pa doodgraag. En weet ge waarom? Hij WAS gewoon wat ze tegenwoordig pedagogisch verantwoord in de gazet zetten.
Here we go, Het Laatste Nieuws 30 01 12. “Vergelijk zo weinig mogelijk en geef feedback. Merk je dat een kind faalangst heeft, praat erover” En nog straffer: “Relaxatieoefeningen kunnen helpen” OK, zo een boomknuffelende sessie: vergeet het.
Ik zie mijne pa toen nog steeds, gratis,achter zijn uren leerlingskes bijsturen voor lezen en schrijven, ene werd zelfs Burgemeester in Deinze. Faalangst? Julien gaf je basis, zelfvertrouwen, en vantijds ne klets rond uw oren.
In mijnen tijd, ooit was ik een puber, bestonden er al letterkes, nog niet benoemd als acroniem.
LDVD!! Luddevedu.
Daar moesten we niet mee naar de toenmalige PMS gaan lopen hé.
Maar wellicht ben ik intussen een dinosauriër

zondag 22 januari 2012

Piv Huvluv

Vreemd. Vorige nacht speelde het hele optreden van The Ukulele Orchestra zich weer voor mijn ogen af. Was het werkelijkheid, was het een visioen, zat er LSD in dat één Duvelke (echt maar ééntje, serieus) in The Grand Palace of Deinze? In elk geval, zo midden in de nacht kwam ik tot het rotsvaste besluit: in al die jaren Deinze Lacht waren de Ukes het absolute hoogtepunt. Gewoon “hors catégorie”, genieten was eindeloos. Onfair ook om andere optredens daarmee te vergelijken. Appelen en peren, weet je wel.

Maar!!! Laat ons de weergaloze Piv Huvluv niet vergeten. Qua stand-up comedian, niemand die we in Deinze zagen komt ook maar in de buurt. Gisteren konden we ons tranen met tuiten lachen met zijn “Speeltijd”.

Het voorprogramma werd waargenomen door … een paard. Dit hilarische zoogdier, dat paard-time entertainer is, poogde Piv respectvol te overtroeven. Ja, een paard zeg, als Waregemnaar heb je het meteen zitten, natuurlijk. Grappen navertellen lukt niet. Je zit daar te genieten en wordt meegesleurd van de ene absurde situatie naar de andere, en toch precies echt gebeurd. Enfin, het paard verdween en maakte plaats voor een verdacht zweterige Piv. Niet goed “gegroomd”, vermoed ik. Borstelen, dekentje, even uitwandelen, geen tijd voor.

Piv dus. Nooit zal ik nog vergeten dat zijn pa zogezegd “Roland!!!” heette. Over zijn moeders naam verkies ik de stilte te bewaren. Piv doet iets met voornamen. Je zal maar eens “Nicole” heten, remember?

Piv wordt altijd maar beter. Deze voorstelling zit echt bijzonder knap in elkaar. De tijdlijn, het vooruitlopen en het hernemen en in een ander kader plaatsen van situaties, serieus: geniaal. En NA het einde, de helft van de zaal was reeds buiten, kwam plots het Paard weer op de proppen. En ja hoor, dendezen mocht aan de kop van de zo verguisde polonaise vertrekken tot het Paard het ultieme plaatje oplegde: “De polonaise achteruit”

Oef! Merci Piv. En nu oefenen om over die Gaverbeek te springen.

http://www.youtube.com/watch?v=QM4h5BHjcIg&feature=autoshare

vrijdag 20 januari 2012

Smiley en politiek

Even was ik een gevaarlijke chauffeur vandaag.
Jullie weten wel iets over de fameuze mail van een medewerker van Dhr Muyters Philippe, een van de talloze ministers in ons land, lid van een van onze talloze regeringen, de Vlaamse namelijk. Daarin werden woorden als “smeerlappen” (Onderwijs, Smets) en “lullo’s” (dank u Jiskefet) gebruikt. Allemaal niet erg. De mail eindigt echter met: “… is gelogen :-)”
Wellicht vinden jullie die “is gelogen” vrij belangrijk. Welnu, tijdens het, overigens voortreffelijke, programma “Joos” op radio 1 mocht ik luisteren naar een professor semantiek. Deze uitmuntende expert moest zijn mening geven over de betekenis van… de smiley…
Vandaar mijn eventjes gevaarlijk rijgedrag. Wellicht zullen omwonenden en achterliggers in het verkeer mij voor gestoord verklaren want een tomeloze schaterlach beving mij.
Er werd bijzonder diep ingegaan op de betekenissen van de ons welbekende emoticons. De verregaande ruzie tussen de partijen in de Vlaamse regering zou kunnen bijgelegd worden door een juiste interpretatie. Een commissie zou moeten bijeenkomen om de betekenis van dit onnozele tekentje politiek-gewijs juist te kaderen.
Volgens de eminente geleerde kon het betekenen: “al het voorgaande is in feite zever”, of: “het gelogene, wij weten wel beter”, of: “ik vind het allemaal grappig”, of: “ge weet wel waarom we liegen”. Daar zitten studie-uren en vergaderingen achter, zeg.
Vervolgens werd ook geopperd: was het niet beter een ;-) geweest. Waarop de prof antwoordde dat hij de betekenis van een knipoog niet relevant vond. Zelf gebruikt hij alleen :-) en :-(
Als niet verzuurd-willen-wordende burger kan ik alleen zeggen
;-)

dinsdag 17 januari 2012

Oud worden, en ... zijn

Alleman wil zo oud mogelijk worden. Maar eens je het bent… Amai.
Eerlijk waar, nooit had ik gedacht dat mijn leeftijd de zestig ging overschrijden. Toen ik jong was had ik leraars die ik toen oude mensen vond. Ze waren nog geen 40. En volgens de baarden-dragende mop zeiden we toen al: “Die wordt nooit zo oud als hij eruit ziet”.

Tja, ik bereikte intussen dankzij mijn uiterst gezonde levenswijze reeds die ongelooflijke 60. En ze zeggen mij, ongetwijfeld om een tractatie schooiend, “Maar Geert, dat zoude nu echt nie peizen”. Jaja, maar ze voelen mij niet na drie dagen na elkaar feesten. En ze zien mijn verfrommeld muilke niet des ochtends in de spiegel.

Anyway, daarover wou ik het in feite niet hebben.
Mijn Pa en mijn Moeke schuiven intussen naar de 87 en de 88 jaar. En plots dient zich vanalles aan. Uiteraard ga ik hier geen privé-dingen publiceren.

Neen, ik wil iets schrijven wat sommige van mijn lezers zou kunnen inspireren.
Mensen die zolang samen in hun eigen woning kunnen blijven, dat is formidabel. Maar dingen veranderen. Mensen overtuigen om naar een andere locatie te verhuizen, dat is wat anders. Stel je eens voor dat je op een paar weken tijd tot het besef komt: we moeten hier van allerlei dingen afscheid nemen. De auto, nee, mag niet meer. Trappen? No way! En dat hele huis vol herinneringen?

Met de broers en zussen konden we heel goed praten, liefde voor onze ouders was het bijzonderste. En onze ouders kijken nu enthousiast uit naar een nieuwe toekomst.

En dat is alles wat ik jullie wilde vertellen!

dinsdag 10 januari 2012

Hoe het echt was

Met enige gal in het lijf las ik in den Humo een interview met youngsters die vinden dat ik nog niet met pensioen mag gaan. Blijkbaar genoot ik tijdens mijn leven van ongebreidelde rijkdom, gebraden kippen (lust ik niet, maar kom) die zomaar uit de lucht kwamen vliegen, de Welvaartmaatschappij. Ja hallo, voor sommigen wellicht wel, zo is het altijd geweest. Maar vele anderen zullen zich in mijn verhaal herkennen.

Ik ben geboren in 1951 als oudste van wat later bleek een groot gezin te worden. Naar het schijnt sliep ik tijdens mijn eerste levensmaanden in een wasmand, op een bovenkamertje bij mijn grootouders waar mijn ouders inwoonden. 1951 was amper zes jaar na de Oorlog, mijn ouders waren er in geslaagd toch af te studeren als onderwijzers. Toen mijn moeder zwanger was van mij werd ze meteen ontslagen uit het Katholiek Onderwijs. Doodzonde bedreven, weet je wel. De Pa verdiende 3200 frank, 80 euro zeker? Intussen waren ze een huisje aan het bouwen. 2300 frank afbetalen aan Kleine Landeigendom.

Laat mij even meewarig de wenkbrauwen fronsen. Opgegroeid in welstand? Cijferen was het, iedere frank werd gedraaid en gekeerd. Sinterklaas bracht soms één pronkstuk, stond de week daarvoor in de etalage van de kruidenier, je kon ervoor sparen met puntjes van de Jacqmotte-koffie. Mijn speelgoed maakte ikzelf met pannelatten en overschot, ik beschreef het al eerder. Drinkgeld bestond niet in mijn puberjaren. Had ik iets nodig, dan moest ik het vragen. Maar ja, “iets nodig hebben” als jonge gast, leg dat maar eens uit. Gelukkig had ik een formidabele oma die vantijds mij wat geld toeschoof. 175 frank voor een elpee, van Jimi bijvoorbeeld. Of voor sigaretten.

Ik ben er zeker van dat mijn ouwkes dit niet lezen, dus ik ga nog even door. Zonder dat ze het wisten was ik gedurende mijn studietijd ober in het legendarische restaurant Aton op de St-Kwintensberg in Gent. Centjes om uiteraard platen te kopen en om mijn toenmalig liefke en latere echtgenote toch efkes te trakteren.

Dan kwam er een huwelijk. En later de aankoop van een eigen huis. Financiële steun van een van beide thuizen: nada. We moesten het zelf doen, want beiden uit een groot gezin. Je rug kapot wroeten, dag en nacht op ieder vrij moment. Na veel zwoegen kwam er ook een horeca-zaak. Van nul af aan samen opgebouwd, ons krom gewerkt. Financiële steun, de welvaartsstaat, waar hebben die jonge gasten het over? Nougatbollen, we konden alleen op onszelf en op vele goede vrienden rekenen.

In 2013 ga ik met pensioen. Dan zal ik 62 zijn, 40 jaar gewerkt hebben, waarvan 38 in het onderwijs.

Ik wens deze jongelui in den Humo toe dat ze zich dit gedreven en enthousiaste interview zullen herinneren. Ja, in 68 liep ik ook te betogen tegen onze ouders… Maar ze kunnen niet weten hoe hun lijf en kop zal voelen als ze de zestig of meer hebben bereikt. Ik zal het niet meer meemaken.

Misschien is het wel een voorrecht van de jeugd om de realiteit (nog) niet te kennen…