dinsdag 25 september 2012

Laatste schooljaar 5

Even terugkoppelen in de tijdlijn. Mijn eerste Poësis, toen het vijfde jaar. Ik moest dubbelen, zogezegd voor Geschiedenis. Moet zwaar geweest zijn voor die leerkracht, Willy Jonckheere, die zo een boeiende verteller was. Neen, ik schreef het al, ik deed écht niks voor school, en wilde bovendien nog interessant doen ook.


Zo vroeg Willy mij op een examen Esthetica: “Waarmee begint een opera?”. Zelf was ik toen totaal ongeïnteresseerd, en, denkend aan het gammele pick-upje waarmee Willy ons tot de Beschaafde Muziek moest brengen, had ik het lumineuze idee om te antwoorden: “Bij u meestal met veel gekraak”. Pas op, tegenwoordig krijgen ze daar punten voor wegens een onbetwistbaar correct antwoord.

Hoe dan ook, het herexamen kwam eraan, ik deed een tuimelperte met mijn fiets, driedubbele polsbreuk, kliniek, herexamen vooraan in juli. Niet gestudeerd natuurlijk. Maar… zonder breuk zou ik ook niet de verhoudingen tussen de monarchieën en het Vatikaan bestudeerd hebben.

En zeggen dat mij dat nu fascineert. Sorry Willy, ik wilde gewoon niet studeren. Maar die Investituur-dingen, boeiend!!

Kortom, snotneuzeke dubbelde, en zeer terecht. Ik kwam terecht in een andere groep, Sander Vercamer die president was, ikzelf secretaris.

Het moet zijn dat ik toen een onschuldig muilke had. Want de nieuwe leerkracht Toon (gaf zowel Aardrijkskunde, Fysica etc. en Wiskunde) bleek een immens vertrouwen te hebben in mijn kindermuilke.

Er bestaat een proef waar je in een met water gevuld “recipiënt” (gewoon een glazen bakske dus, maar kom) een paar eieren moest plaatsen. Vervolgens werd er keukenzout toegevoegd. En die eieren gingen dan beginnen drijven. Toon vroeg mij: “Ga ne keer naar de keuken om een ei of twee en een beetje zout”.

Het College kweekte toen nog eigen kippen, en er werden zgn “kalkeieren” geplaatst teneinde de desbetreffende kiekens op dezelfde plaats de eieren te doen deponeren. Maar dat waren dus gewoon loodzware bijna stenen eieren.

Aldus begaf ik mij naar Zuster Paula (we hadden toen nog nonnekes) en vroeg één kalkei en een tweetal kilo zout. Toon vond mijn zoutlevering wellicht wat overdreven.

Ik plaatste heel schijnheilig het ei op uiterst behoedzame wijze in het recipiënt. Toon voegde water toe, en vervolgens wat zout. En nog méér zout. En nog méér. Die eerste kilo was leeg, de tweede werd geopend. Nooit vergeet ik de dankbare blik in mijn richting van Toon toen hij de tweede kilo zout bijvulde, “merci omdat ge zo vooruitziend waart” interpreteerde ik. Het was dan ook het eerste jaar dat hij les gaf. Kortom, het ei was uiteindelijk gestegen want het lag namelijk op een berg zout.

Een brave mens, Toon. Ja, ik heb schuldgevoelens, want ik heb nog toeren gedaan tijdens zijn lessen. En het ergste van al: hij noemde zijn zoon: Geert…

vrijdag 21 september 2012

Laatste schooljaar 4

Een episode die chronologisch fout is. Maar ja, wellicht ben ik binnenkort alle indringende feiten vergeten.


De huidige toestand. Een paar uur geleden kwam ik totaal gebroken, met een zalige zucht, in ons huizeke terug. Die heup, die rug, diene voet, wat zijn Nurofen en aanverwanten blij met mijn gebrekkige carrosserie.

Het zit namelijk zo. We zijn, zoals ieder jaar, op teambuilding geweest met ons 3, 4 en 5 BSO, Hoge Rielen Kasterlee, vlakbij Bobbejaanland.

Mijn taak leek vrij eenvoudig. Mijne ploegmaat, Mw Martine, onze oud-directrice, en ik zorgen voor de aankopen voor de voeding van onze pupillen, inbegrepen begeleiders.

Kortom, we wendden de steven naar Kasterlee, op zoek naar onze vertrouwde Aldi. Niet te vinden. Tot een autochtoon mevrouwtje, in wie ik een Aldi-klant vermoedde, ons mededeelde: “Dendieje ies efgebroke, ge moe noa Retie”. Er bestaat dus een nederzetting “Retie” genaamd, die ik meteen associeerde met “Aarschot”, vermoedend daar enige sexueel-anders-geaarden aan te treffen. Toen we wensten de Aldi van Retie binnen te treden vertelde ons een duidelijke heterosexueel: “Ties gesloate. Verbauwe! Veu nen Aldi moe ge noa Mol”

Mollenwaarts dus. En ja, die was open.

Aldus verdeelden Martine en ik de nodige voedings- en andere waren over de diverse paviljoenen, ingepalmd door onze leerlingen.

Om maar te zeggen, zo blijft ge bezig.

Met onze leerlingskes in een huizeke logeren, dat is tegenwoordig wel speciaal. Dat kleeft uren aan die GSM, blijft maar SMS-en, de dag door.

Die in ons huizeke hadden pech. Als oude knar verlang ik dat ten laatste om 23.00 uur de GSM’s ingeleverd worden. Dit om hen tegen zichzelf te beschermen, want anders “sturen” ze constant enorm belangrijke boodschappen aan elkaar door. De nacht door. Niet met deze jongen.

Maar dan na het ontwaken, dan staan ze daar om hun GSM terug te krijgen, een essentieel deel van hun identiteit. En dat begint daar te gillen en te tieren en “Hij stuurt XXX” wat blijkbaar zeer belangrijk is. Zo vroeg ik er eentje: "Jij hebt toch wel veel punten voor Engels, hé?" Stomverbaasde blik. "Maar je spreekt toch de hele ochtend Engels: Oh my God, Shit, Fuck"

Ik word echt wel oud, want des ochtends, dat opgewonden gekwetter vind ik echt onbenullig en ja, vreselijk lastig, terwijl het hun huidige wereld is, hun vluchtige levenswijze. Het is “aan”, het is “gedaan”, een paar uren maken het verschil.

Desalniettemin, Martine en ik konden hier en daar een uurke stelen, beleefden heerlijke momenten.

En zo zalig dat onze collegaatjes deze leerlingskes bleven motiveren, bepamperen en een paar heerlijke dagen bezorgden.

dinsdag 18 september 2012

Little Kim @ The Banana Peel

Liefhebbers, het volgende deed zich voor. Een ongewone optredens-avond is een maandag, maar die is weliswaar vaste kost bij de legendarische Banana Peel in het wereldberoemde Ruiselede, dit laatste vooral bekend wegens de “Kasteelmoord”.


Welnu, wij togen daarheen. Door een paar totaal uit haar en baard bestaande mensen, waar is de tijd dat ik er zelf zo uitzag, kregen we een prima parkingske.

Uiteraard start je een verblijf in de Pelle met een Urthel, bij voorkeur de straffe.

Bijzonder stipt begon het “voorprogrammaatje”. Hier past een eerste vergelijking met de producten bekomen door de druiventeelt. Bruno Deneckere wordt nog altijd maar beter met de jaren, een Grand Cru van een goed jaar. Hij zag er bijzonder fit uit, en werd bovendien tijdens zijn pakkende nummers bijgestaan door de fabuleuze Luiz Marquez, die heeft een mondharmonicaatje in zijn gebit zitten denk ik, blaast op alles en steeds weer subtiel. Schone voorproeving, totaal geen behoefte aan een woordspeling ivm wijn en “oude zakken”. We waren al wreed content dat we aanwezig waren, rap nog een Urthel.

Want natuurlijk waren we gekomen voor Little Kim & The Alley Apple3 en de voorstelling van hun nieuwe cd, de titel heeft iets met The Devil te maken.

Om in de wijnsfeer te blijven: koop een exclusieve Nabukodonosor-formaat champagne, bevrijd het van de stop en hoepla! Wie popt eruit: Little Kim! Een immer goedlachse spring-in-het-veld, straalt, is spontaan, maakt meteen dat je, tja, opgewekt bent. En dat zingt daar met het grootste gemak ingewikkelde zanglijnen, van laag tot hoog, je wordt gewoon ingepakt, onweerstaanbaar. Wat wordt dat binnen een jaar of tien als die heerlijke stem nog wat ruis krijgt, als dat mooie vrouwtje nog meer vrouw is? Weinigen hebben dat in huis, maar ik wel: een Glazen Bol. Hou Kimmeke in de gaten!

Maar laat mij de groep niet vergeten. Fifties!!! Django Reinhardt!! Een Einstein-kloon aan pedal-steel en dobro, een reus letterlijk en figuurlijk met een mondmuziekske, een machtig goede gitarist. Maar vooral was ik compleet ondersteboven van die jongen die op de contrabas tekeer ging. Als leraar dacht ik: als dat genen ADHD’er is weet ik het niet meer. Maar chance dat hij zijn eventuele pillen niet had genomen. Zelden, neen nooit, mocht ik iemand beleven, ik was echt gefascineerd, die zo intens zijn instrument besprong. Die absolute overgave, het zich smijten, die uiterste concentratie, het was voor mij steeds de blikken wisselen tussen het dartelende Kimmeke en die jongen met zijn bas.

Kortom, wreed lastig om de dinsdag uit bed te kruipen. Maar het was de moeite!!

dinsdag 11 september 2012

Laatste schooljaar 3

Voor wie het nog niet door had, deze reeks “Laatste schooljaar” wordt een feuilleton, soms een soap, soms een docudrama.
Zo belandde ik in het vierde jaar (Syntaxis, 3de Latijn-Grieks) bij EH Willy Dierickx zaliger, bijgenaamd “De Kleinen”.
Je moet weten dat ik “een jaar te vroeg” zat. Destijds maakte men geen miserie over een jaar dubbelen. Dus in mijn klas: kerels, alleen jongens of course, die zich al moesten scheren. Zelf had ik nog niet eens “gemuit”, een babyfaceke met een kinderstemmeke. Frustrerend, durf ik nu wel zeggen, je zou er een minderwaardigheidscomplex van krijgen. Maar neen hoor, onverbiddelijk bleef ik het onnozel kieken uithangen.
Mijn punten daalden dramatisch. En Willy vond toen voor mij, en sommige anderen, een systeem uit dat nu op onze school wordt toegepast: het Woensdagmiddagsysteem! Telkens als we een buis hadden voor een toets moesten we op woensdagmiddag het ding opnieuw maken, en hij vroeg ons op. Mijn punten stegen van 56% naar 73%.
Miserie in Poësis (2de Latijn-Grieks) Ik was nog steeds hetzelfde kinderhol, niet gemuit, niet scheren enz.
Nochtans, onze titularis, top-drie beste leraars ever, had het beste met mij voor. EH Vernaeve, bijnaam “Meede”.
Hij sprak twee talen: vloeiend Frans (prachtig) en vloeiend Gents (even prachtig). Tot mij gericht: Monsieur Gérard, sale petit gamin”. Helaas correct, en ik hield er mijn toenmalige bijnaam aan over: Zeraar.
Het was een heerlijke leraar. Hij zat op mijn kap maar ik was zijn favoriete leerling. Zo moest ik vaak op zijn kamer, tijdens de les een boek halen. Zijn principe was: “Le désordre controlé”. Dus, “Gérard, tu cherches la chaise rouge, tu verras quelques livres…" Nog steeds mijn principe.
Bij hem moesten we Les Misérables lezen, let wel, de hele hap, dus niet die dunne boekjes van tegenwoordig. Mondeling examen uiteraard, moi veel te laat wat had je gedacht. Dus moest ik mij per fiets begeven naar de pastorij in Leerne waar hij intussen woonde. Het was putje winter. Geheel blauw verkleumd landde ik.
Een perfect op temperatuur gebrachte Calvados was mijn deel.
Voor de rest, dat jaar moest ik dubbelen. Zogezegd voor geschiedenis van Willy Jonckheere. Ik hoop dat hij daar geen schuldgevoelens aan overhield want ik was gewoon een gedemotiveerd gastje.
Over de laatste twee jaar zal ik zedig zwijgen, ik schreef ergens al over een pedofiel waar ik toen mee te maken had. Maar, door die persoon, moest ik zowat twee keer per week naar de strafstudie. Woensdag en zaterdag. En soms, met een paar anderen even op zondag.
En die strafstudie werd beheerd door iemand wiens bijnaam te maken had met gecastreerde runderen.
En we ontwikkelden een systeem met prentjes waardoor we konden zeeslag spelen. Alzo rammelden we met zijn sowieso echt bestaande ballen.

donderdag 6 september 2012

Laatste schooljaar 2

Belofte maakt schuld. Vanaf nu gedurende dit schooljaar iedere week een blogske over mijn onderwijservaringen. Een mens doet soms dwaze beloften.
Alvorens mijn onderwijscarrière in te tuimelen waren er natuurlijk de jaren daarvoor. Die begonnen in het middelbaar onderwijs. En die wil ik jullie niet onthouden.

Bij Meester Walgraeve in het 6de leerjaar behaalde ik 92%, met de nodige “flitters” rond mijn oren, want hij was bang dat de mensen zouden denken dat ik “voorgestoken” werd.

Desalniettemin, in mijnen tijd begonnen we in het middelbaar in het zesde en eindigden in het eerste. Heb ik altijd raar gevonden en nu zeker, want ge begint met Tram 1 en Tram 6 is intussen ook gepasseerd.

Feitelijk was ik toen niet gewend om te studeren. Alles ging vanzelf. En toen ik naar 5de en 4de opschoof werden mijn procenten navenant, zwaar dalend. Kortom, wat jullie allang wisten, ik was geen modelleerling. Eerder een kinderachtig sloeberke, altijd maar kwetteren en onnozel doen. Den ADHD was nog niet uitgevonden.
Maar! Ik heb mij wel rot geamuseerd!

In het vierde (nu derde) hadden we een beruchte en gevreesde leraar Frans, zijn bijnaam had iets met honden te maken, die mij nogal viseerde. Eerlijk, bij diene mens heb ik wel écht de grondslagen van het Frans geleerd. “Le réveil sonne, je me lève, je me brosse les dents” Ik ken het nog van buiten want we werden gesommeerd iedere les te memoriseren en voor de klas af te dreunen. De meesten waren “dood van schuite” toen hij binnenkwam. Ik ook. Tot… Eerste geval: “Michen Doodkiste”, Pierre van de begrafenissen Michels, was in slaap gevallen. De leraar in kwestie brulde “Cadavre, debout!!!” waarop Michen totaal versuft rechtveerde en zei: “Modderlijk” Voor deze joke moet ge wel uw Frans kennen. Enige weken later, tweede geval, de mens was nog vrijgezel en we spreken over de tijd dat de mannelijke voorbroeken nog met knopen waren, ontbrak er zo’n knoop. En dat smalle eindje van zijn plastron hing dus uit die opening. Wij, bravekes, moesten ons beheersen, zowat iedereen dook met het hoofd in de boekentas tot hij sprak: als er nog ene lacht haal ik hem eruit! Miserie!!
Iedereen onder de indruk van zijn scheldpartij aan ons adres, behalve ondergetekende uiteraard. Ik zat daar te grijnzen en hij sprak: “We zullen nog ne keer zien, Walgraeve, als ge aan mijn deur komt schoenblink verkopen!”
Hoeft het gezegd dat ik, op mijn eerste moment in het oude leraarszaalke van St-Henri, hem fluks benaderde met de woorden: “Dag collega”