donderdag 3 december 2015

Weg met dat buiten spelen !

Eindelijk is er een school die zo moedig is om het “buiten spelen” tijdens de recreatie af te schaffen. Moge dit stof tot nadenken zijn voor die onverantwoordelijke ouders die hun kroost steevast het huis uit jagen. Fijn stof alom, pedofielen achter iedere struik, overlast voor buren die goedgemutst van hun onderling ijzig stilzwijgen willen genieten…

Toen ik klein was speelde ik altijd buiten. Ik moest wel. Geen Ketnet of KZoom, geen tablet om te swipen.

Neen, met mijn fietske won ik op mijn eentje dagelijks de Ronde van Frankrijk in onzen hof. Gedopeerd met zelfgekweekte “stekelbezen”, toen al gesjoemel. Of ik timmerde een geweer in elkaar met een stuk pannelat en een stukje balk, overschot van ons nieuw dak. En indianen dat ik doodgeschoten heb! Of cowboys, als het bandieten waren. Of ik maakte een katapult, een “rekkersbogen”, met een stuk tak en een rubberring van een steriliseerbokaal. Om met kiezels spreeuwen uit onze kersenboom te schieten, sorry Gaia. Pure agressie, ja.

Op school: voetballen met zo’n klein rood rubberen balleke of kaatsen tegen de muur. Tss tss, om de haverklap moesten die schoenen “verhalvezoold” worden. Of knikkeren en bikkelen: zwarte knieën, hallo!

En bij de KSA was het wéér van dattum! Vechtspelen (dassenroof!), moreel onverantwoord, bevatten het embryo van criminaliteit. Aan touwen hangen tussen de bomen en van alles pionieren met boomstammekes, save the trees zeg! Met gesprokkeld hout kampvuren maken, CO2 uitstoot toch?
En altijd die geschaafde knieën en blauwe schenen, want we droegen toen nog korte broeken.

Neen, dat buiten spelen: weg ermee! Aah, had ik toen maar mogen swipen, spellekes doen op mijn tablette, naar Youtube-filmpjes kijken, gehypnotiseerd van ’s morgens om 6 uur op TV Studio 100 beleven, ik zou nu een andere mens zijn.


De vraag is natuurlijk: wil ik een andere mens zijn?

donderdag 19 november 2015

Bevergem en ik

Feitelijk ga ik niet graag naar toneel kijken, hoewel ik er altijd met hart en ziel meegespeeld heb. Altijd zo’n beetje “gemaakt”, vind ik.

Feitelijk kijk ik nooit naar Vlaamstalige series en films, hoewel ik er doodgraag zou in meegespeeld hebben. Altijd zo’n beetje “gemaakt” vind ik.

Welnu, “Bevergem”, dat is een andere historie.

Uit nieuwsgierigheid keek ik zoals velen naar de eerste aflevering. Wij wonen amper 10 km van Zwevegem, de West-Vlamingen hebben ons hart veroverd. Zou “Bevergem” dat kelderen?

“Bevergem” is uniek. Met een scalpel wordt het dorpse (wijk ?) leven blootgelegd. Ongenadig horen en zien we steeds weer personages en mensen die we kennen en…  onszelf. De kleine rivaliteiten. De jaloersheid op andermans geld. De streverigheid van plaatselijke politiekers. Het moeten afstaan van een klein machtspositietje. Of niet. De spanningen tussen koppels die in feite over onnozelheden gaan. De stille wanhoop van mensen die hoe dan ook eenzaam zijn. En die ene, de plaatselijke Freddy, waar je geen hoogte van krijgt, die aldus fascinerend is en middelpunt.

Klinkt wat deprimerend, nietwaar? En toch was “Bevergem” ook bijzonder geestig, voor wie het Vlaamse surrealisme kan inschatten. Kurt in zijn winkel, zijn verliefdheid op een lesbiske, zijn teloorgang in zijn harnas… De hatelijke edoch hilarische Claude, wie kent er niet zo iemand? En Danny, den Beir. DJ, voor mij de geweldigste van allen. Hoewel Wantje, de tedere flik… Feitelijk teveel om op te noemen.

Steeds weer voelde ik: moet ik nu lachen of wat? Was het humor? Is dat humor, dat er schrapingen gebeuren op je ziel? Jazeker, da’s échte humor. “Humor ist wenn man trotzdem lacht”

Voor mij mag er nooit meer een nieuwe Bevergem komen. Schaamhaar wel. Om het met Maaike Cafmeyer te zeggen:
“Soms mag et wel e ké stekken é” een ongeschoren zin, die alles zegt.

maandag 14 september 2015

Onze Pa

Nooit verwacht, maar het hakte er diep in. Onze Pa helpen installeren in een RVT, ook al is het voorlopig maar voor een maand.

Hem vergezellend terwijl hij traagzaam, weifelend, moeizaam met zijn piepende rollator het gebouw doorkruiste, had ik weer de tijd om te mijmeren. Zijn weliswaar prachtige kamer ligt helemaal op het lichtgevende einde van een gang. Het is natuurlijk weer aan mij besteed om daar enige symboliek in te ontwaren.

Nadat hij wat foeterde “Een maand, zo lang!” bleek dat “beginnende” Alzheimer ook zijn zegeningen kan hebben. Hij was dat alras vergeten. Zeker toen hij de twee toffe verpleegsters zag die hem daar gaan soigneren. “Amai, al dat schoon vrouwvolk hier zeg!” Tja, zo wil ik ook oud worden… Bovendien woont hij vlak naast de mama van een goede vriendin, en ze was al volledig op de hoogte. Als dat maar goed komt …

Maar dan dacht ik ook aan de Meester Walgraeve in “zijne fleur”. Altijd gedreven en geëngageerd. Die destijds met zijn fiets vanuit Deurle naar Deinze recordtijden realiseerde om les te geven. En ’s middags over en weer kwam om te eten! Onvermijdelijk ook dacht ik aan de momenten toen ik als 17-jarige met gebalde vuisten tegenover hem stond. “Zoude gij uw vader durven slaan?” “Ja’k” Ik had een lange en late puberteit. Ben er feitelijk nooit uit geraakt, zeker? Onze Pa had principes, maar in ’68… Wie mij kent begrijpt het.

En dan nu. Hij is precies een halve meter kleiner geworden. Hij had het er voor over om samen met ons naar het “rooklokaal” te gaan. Zijn eerste Bastoske na veel te veel weken. Dat stralende gezicht, die zuchten van genot, dat kan alleen een roker begrijpen. “Geertse jong, bedankt, bedankt” En ik was blij dat ik hem dat kon geven. Hij vond het wel erg ver stappen maar toen ik zei dat een genot een offer waard is was hij akkoord.


Iedereen wil oud worden. Maar oud zijn … Ik weet het nog niet. Wel weet ik dat ik die kleine grote man nog alles wil gunnen!

zondag 9 augustus 2015

Dranouter 2015

Aldus geschiedde dat we ons op zondagmiddag in goed gezelschap spoorslags richting Dranouter begaven.

Na het nuttigen van een somptueuze maaltijd in de aan elkeen aan te raden afspanning De Heksenstoel​ in Loker wendden we de steven naar de geheel van sandalen en bolderkarren voorziene festivalweide.

Onze eerste ecologisch verantwoorde pinten nuttigden we in de Oxfam tent. Met zicht op de nederzetting van de Kringloopwinkel. Helaas betrof het hier wel Maes Pils, maar kom, niet sikkeneuren. Want, mijn oor werd, tussen de irritante Oxfam-dreunen van Regi door, getroffen door lieflijke melodieën. Het bleek een instrumentale folk-band te zijn, met de vreemde naam Baltic Crossing. Het betrof hier immers Denen, Finnen en Britten. Maar ze maakten de Maes Pils ruimschoots goed!

Maar toen was het tijd voor een held uit mijn prille jeugd. Die grijze pluimkes rond zijn gebeitste kop en zijn nog steeds ontwapenende zelf, de fluwelen scheermesjes en zijn net niet vals zingen, Jan De Wilde pakt mij nog altijd. En zeker toen hij zei: Ik was zo gelijk almeteens bekend, en door zijn liedje te brengen mocht hij plots een plaat opnemen. Lieven Tavernier, dames en heren. Mijne favoriet: De Fanfare van Honger en Dorst, dus.

En dat we intussen Nicole en Wim tegenkwamen was zalig, en voor de rest moet ge niet weten waarom.

Want!!! Intussen waren de Waterboys bezig. Ik moet zeggen, niet veel van verwacht. Maar kwam het nu door die Maes Pils? Ik vond het een machtig optreden.

Tussentijds was ik geniepig opgeschoven langs de ballustrade tot bijna mid-stage. Want feitelijk was mijn enige target Flogging Molly. Na de oorkauwgom, het fluweel, het gitaargeweld (drie voorgaande acts) ja dat moest het worden.


Welnu, het is het geworden. Een genadeloze fantastische non-stop pletwals, een frontman die duidelijk zijn pillen niet gepakt had, een groep die door zijn pretentieloze energie iedereen in brand stak, zelfs mijn gezelschap dat de groep niet kende. Onvergetelijk optreden !! 

zaterdag 6 juni 2015

Rielemans !

Pas op! Ik ken mijn letterkunde. Alzo doet de naam “Rielemans” mij terugflitsen naar Elsschot, AKA Alfons De Ridder. Als “Laarmans” was hij een stukje van zichzelf. Het lukte hem nooit om zijn droom te realiseren. Geen talent, geen ballen. Maar een lieve mens. Laarmans, dus, hé.

Welnu, Rielemans, dat is een ander geval.

Ge hebt daar een  Nils De Caster. Virtuoos op alles waar een snaar op staat. Met een machtige stem bovendien, geroest door het leven.  Ge hebt Bruno Deneckere. Heb ik nog ergens een loftrompet staan? Dé singer songwriter in de Vlaanders. Beiden bovendien  kampioenen in de kurkdroge oneliners tussendoor.

En neem nu eens Billy & Bloomfish erbij. Wreed schone madammen, maar wat een artiesten ook ! Kenners weten dat wel. De Vlaamse Melissa Etheridgen, op één of andere manier. Super !

OK, smijt daar nog eens Luiz Marquez bij. Dat blaast daar maar op alles wat hij tegenkomt. Fe-no-me-naal !!!

Dan hebt ge Rielemans.


Als ge de kans hebt, be there !!! En geniet van hoe ze zijn, hieronder
https://www.youtube.com/watch?v=7TG7yHwLHrU&feature=youtu.be

dinsdag 26 mei 2015

Bo'drams en ik.

Welnu, ik had weer eens een zotte inval. Eens een paar uurkes met een van mijn talloze zusjes eindelijk weer eens naar Gent gaan. Stad van mijn hart, ja, natuurlijk met diene Gantoise, weer opgeflakkerd.

Hoe dan ook, de Smart geparkeerd in Sint-Denijs-Westrem en dan samen Termont-gewijs de tram genomen. Zalig, hoor. Ge moet zelf niet rijden, uzelf niet bedwingen om zichzelf alle rechten toekennende fietsers niet als zwakke weggebruiker te toucheren, met de nodige zwakke weggebruiker-processen als gevolg.

 Dienen tram doet eens “Ping”, en voor de rest trekken al die bakfiets-tandem-enz velo’s zich daar geen bal van aan. Maar ge zit op dienen tram. Zen.

En dan ziet ge hoe de Kortrijksepoort een stort is. Weliswaar stellingen her en der. Maar zoveel leegstand, ongelooflijk. Wat een triestige binnenkomst in Gent. Nu, op de tram kunt ge dat allemaal eens observeren.

MAAR! Afstappen op de Kouter, slenteren naar de Korenmarkt, intussen passeren aan de Mokabon die daar verdorie nog altijd zijn tafelkes trekt ! Intussen ook die imposante Stadshal bewonderd, voor mij totaal geen vloek met het historische erfgoed van Gent. Belfort, St-Baafs enz.

Maar natuurlijk moest deze escapade bij onze Nick Hollvoet een “vree wijze” tussenstop kennen. OK, Nick is ne maat van mij. Maar hij heeft daar een project… Huuuh project, zo’n voze naam. Nog erger dan “Ik heb zoiets van”.

Het is daar bij Bo’drams niet normaal. Totaal niet van deze tijd. Zo speciaal, zo goedkoop, zo hartelijk. Zo geïntegreerd in de “Goestingen” van Gent. Deinze zendt zijn zonen uit. Zusje en ik nuttigden elk twee Gantoise-dinges. Ongelooflijk lekker (rond!!) brood, gemaakt in Deinze, Ganda schellen, geweldige mosterd, ricola.


Neen, ik heb daar geen aandelen. Maar alweer een fiere Deinzenaar, ben ik !

donderdag 7 mei 2015

Ach, Deinze, dat leeft niet.

Zo af en toe hoor ik een of andere Deinzenaar mismoedig een opmerking maken: "Ach, Deinze, dat leeft niet". Terwijl mijn huidige stede, Waregem, eerder de reputatie heeft van te bruisen. Wat natuurlijk waar is.
Maar Deinze Leeft!
Allereerst een warme welverdiende proficiat aan KMSK, na de comeback van het jaar zéér terecht naar Tweede. En er zit nog groei in, hopelijk komen er nog meer supporters.
Dan hebben we de Sparta, glansrijk kampioen!!! Schitterend toch? Twee topteams in een provinciestad.
Qua sport zwijg ik dan nog over de turners, de ropeskippers, en wellicht vergeet ik nog één en ander. Oh ja, Thomas Van der Plaetsen bijvoorbeeld. Of die "Street-work-out" bende (of hoe heet dat). Mathias Deloof zorgt daar op zijn eentje voor enerzijds gezond sportief leven en anderzijds vanzelfsprekende "integratie". Mag ook wel eens aandacht krijgen dacht ik zo.
Maar er is meer dan sport in Deinze, hoewel ik hier ook Gent-Wevelgem en Nokere Koerse wil vermelden. Pakje volk, toch?
Zo hebben we het voorlopig nog cultureel centrum De Palace. Met dat fantastische toneelgezelschap "De Vereenigde Taal- en Kunstminnaars onder de kenspreuk Vooruit'. Welke prachtige voorstellingen brengen die ieder jaar, nietwaar? Amateurs, dus. Ja..
Om maar te zwijgen over Martin Carrette, onze gewezen stadsdichter die intussen zowat overal in het Nederlands taalgebied bekroond wordt. En die zeer uitzonderlijke "Letters & Co", een boekhandel die Waregem helaas niet heeft.
Diezelfde zaal biedt ons ook ieder jaar "Deinze Lacht". Waar Peter Lafosse, in samenwerking met "het Stad" telkens weer de talrijke bezoekers tranen laat lachen door het internationale kruim van, tjah, geestige dingen.
Als ik eens het lijstje van van genodigden in "Goestingen" overloop, dan kan ik alleen zeggen dat Deinze Leeft.
Eerst had ik Boudewijn, één van de legendarische cafébazen in Deinze. Wel, er zijn nog altijd héél toffe cafés in Deinze.
Dan Martin De Baerdemaker, Dé man die het leven in Deinze in beeld brengt. En hij heeft het er druk mee.
John Lammertyn, bezieler van het toneel.
De Burgemeester, boeiende verhalen in verband met zijn ervaringen met optredens en artiesten. Géén politiek.
Nick Hollevoet, die de Belleman in Deinze op zeer korte tijd een plaats gaf.
Nadine Heyndrickx, fantastische zangeres, openbaring voor vele Deinzenaren.
Kris Verleyen, die tegen wil en dank met de Brielpoort zal verbonden blijven. Hoogdagen voor concertliefhebbers.
En ja Deinze Leeft!, want langs deze weg kan ik exclusief zeggen dat mijn laatste genodigde Jo Landuyt is, oa gynaecoloog. Als die er niet voor zorgde dat Deinze leeft?


donderdag 23 april 2015

Hersenhap!

Zeker 45 jaren gingen voorbij sinds ik mijn eerste Humo kocht. En ik was meteen verk(n)ocht. Het was de TTT-club die mijn evangelie werd en bepaalde welke LP’s ik kocht met mijn schaarse spaarcentjes en de sponsoring door mijn oma. (TTT= Tieners Toppers Treffers, klinkt nu belachelijk) Je mocht echt naar de Music Man in Gent gaan en blindelings kopen wat recensenten als Guy Mortier, Marc Didden, Karel de Knagger, Frank Vander Linden en natuurlijk ook Charlie Poel of de betreurde Marc Mijlemans (MM) aanprezen als “must have”. Mjah, als ik mijn vinyl overschouw, mooie collectie.

“Mijl op Zeven” door MM was fenomenaal. Waardige opvolger, in Dwarskijker, is de immer (droef)geestige Rudy Vandendaele, vlijmscherp, taalvirtuoos, rake observatie, vertolker van mijn gevoelens over het televisielandschap. Ook als interviewer speelt hij in de hoogste liga.

Als er dan in Humo een gesprek verschijnt van zijn hand met dat andere fenomeen Hugo Matthysen, die ook enige renommee geniet als Clement Peerens, is het smullen geblazen. Trouwens, telkens ik de Gamma betreed kijk ik onwillekeurig uit naar een “beiteltjeuh of een hamertjeuh”…

Het ging deze keer over de nieuwe muziektheater-productie “De hersenhap” waarin Matthysen een vorm van zichzelf brengt in het gezelschap van de bevallige dames Karlijn Sileghem en Tine Embrechts. Ook Ronny Mosuse is mij niet onbekend (Radios, CPeX). Het gaat over twee ietwat onzekere actrices die als bijverdienste een snackbar opzetten. Wellicht iets wat men in de boekskes geneigd is een “pop-up” te noemen. Fastfood voor de maag wordt er niet verkocht, wel voor het brein. Voor 14 euro koop je er een onderwerp om ter plekke en onder begeleiding over na te denken. Welnu, indien dit bestond, ik ging er heen.

Allereerst was ik in het interview bekoord door een aantal uitdrukkingen van Matthysen. “Solipsistisch dadaïsme”, “hoogstpersoonlijke kneuterigheid”, “popkennerij”, “verkapte kretologie”… behoorlijke hersenhappen waar ik als taalfreak al uren zoet mee ben. Dit zonder 56 euro te betalen.

Maar dan volgen er een aantal vragen die blijkbaar in “De hersenhap” kunnen aangekocht worden.
Zoals daar zijn:
“Bestaat God?” Matthysen: Een interessantere vraag is: ‘Moeten wij in God geloven en zoja waarom?’
“Moet ik de harde waarheid vertellen of zwijgen?”
“Is geluk saai?” “Is een saai leven een voorwaarde voor geluk?”


Nu al vragen die mij niet loslaten.  Ik wil naar die voorstelling gaan!

zondag 19 april 2015

De Rassing

Soms gebeurt het dat je nog het échte voetbal kan meemaken. En dit overviel mij zomaar. Ik was uitgenodigd naar het Mirakelstadion, te Waregem.
Reeds voordien, bij een geweldige vol-au-vent-met-frieten, werden de kansen ingeschat tegen het oppermachtige Knokke, middenmoter in Bevordering. De kansen voor de thuisploeg met de heerlijke naam Koninklijke Racing Waregem waren nihil tegen de invités van Knokke. Geld bij de vleet, ginder.
De “Rassing” deed zijn uiterste best, moest niet onder doen, maar verloor. Erg. Zelfde probleem van Essevee trouwens. Nen assist-gever en een scorende spits, please?
Maar het gaat mij over weemoed. Ik vind het het zalig te vertoeven tussen supporters die nu al bedenkingen maken: “Maar tnaaste jaar in eerste provinciale…”
Na de wedstrijd begaf ik mij weer naar buiten, voor het roken van een sigaret. Het stadionneke was leeg. Ik overschouwde de lege tribunes, het écht prachtige grasveld. Zo leeg, zo mooi.
Een mijmering overviel mij. Ik zag een wedstrijd met tja eerder middelmatige spelers, hoewel sommige ouders daar andere ideeën over hadden. En plots zag ik ook jonge gastjes, die zich het pleuris speelden om ooit Messi, Company of Hazard te worden. Vruchteloos? Je weet het nooit.
Ik voelde ook het bestaan van de ouders, die zoveel keer per week de zeun naar het voetbal brengen, de droom misschien?

Welnu, de sterkte van de Rassing is: vriendschap. Zelden ben ik als buitenlander zo warm onthaald. Zo’n geestige bende zeg!

vrijdag 23 januari 2015

"Goestingen" tot nu toe

Reeds lang voor “Alleen Elvis blijft bestaan” had ik het idee voor het radioprogramma “Goestingen” op Radio Tequila. Mensen die iets voor Deinze betekenen hun eigen keuzes van muziek laten brengen en aan de hand daarvan babbelen.

En zie, ik kreeg de kans op Tequila. Totaal onverhoopt was zowat iedereen die ik contacteerde meteen akkoord om te komen, op die speciale dinsdagavond.

Het begon met Boudewijn Vergeylen. Samen met zijn vrouwke ikoon van The Crazy Pub. Een héérlijke uitzending op zijn Boudewijns. Pas op, de bedoeling is dat het de uitzending van mijn genodigde wordt. Welnu, met Boudewijn, in gezapig deinzes, ik kon mij geen betere opener dromen. Van het ene goede muziekske naar het andere. Dit alles gespijsd met beklijvende verhalen. Op de Eiffeltoren klimmen om aan de hand van ballons te weten waar The Stones optraden in Parijs? De ongelooflijke muziekkeuze van Boudn in zijne café? Clapton, Pink Floyd, JJ Cale, enz. En nog steeds bezeten van goede muziek. En van cactussen, hallo. Ik kreeg er eentje cadeau, ereplaats in ons huizeke.

Toen kwam Martin De Baerdemaeker. De foto- en video man die Deinze vereeuwigt. Martin bracht een boeiende biografie mee, zowel qua verhaal als qua muziek. Waarlijk een boekje, met foto’s en songteksten en al. Voor de tweede keer een bewijs hoe totaal andere muziek belangrijk is voor mensen. De bedoeling van dit programma dus. Maar bovendien opende Martin andere sluizen, die van zijn persoonlijke problemen ooit. Ademloos en respectvol was mijn attitude.

Beetje nerveus, jawel, was ik om John Lammertijn te ontvangen. Je moet weten, hij was mijn regisseur in “Vooruit”. De reden voor mijn uitverkoren rol was: “Geert jong, ik heb een rol die op jouw lijf geschreven is. Een rebelse dronkaard” Dat rebels, zeker en vast, dienen dronkaard: na de voorstelling, sorry wie het tegendeel beweert. Anyway, het was “Cyrano”, van in mijn jeugd het meest romantische toneelstuk ever. Maar ik zal dit nooit vergeten. Toen het publiek binnenkwam zat ik op de scène, met zgn fles wijn, de mensen te groeten. Zat zijnde ;-) En ik wuifde iedere bezoeker een welkom toe, en het gewuif was wederzijds
 En toen stormde Kurt Deschepper de zaal in en begon mijn tekst. “Ragueneau…” Anyway, John is een fameuze regisseur en acteur.

 Maar… zijn muziekkeuze en zijn verhalen, ja hallo. Even discreet vermelden dat ik toch wel zeer ontroerd was toen John het lied van de Tin Man opdroeg aan zijn overleden vriend Wim.


Het blijft en zal blijven een programma waarvan ik denk dat vooral ik het voorrecht krijg om even inkijk te hebben in het leven van zulke fascinerende mensen. Bedankt !