donderdag 18 februari 2016

"Le sel de l'été" van Derek. Of is het "poivre"?

Aah, Parijs. Telkens weer denk ik er aan terug als ik de nieuwe CD van Derek voor de zoveelste keer beluister. “Le sel de l'été”, toen ik de titel zag dacht ik eerst aan het zilte zand dat opdroogt op je huid na een verfrissende zeeduik. Maar neen, voor mij blijft het Parijs…

Ooit, toen we 17 of zo waren, trokken mijn toenmalige boezemvriend en ik met fiets en tentje naar Frankrijk, zogezegd op kampeertocht. Trouwens, nadat alle loodzware voederblikken die mijn moeder liefdevol in mijn fietszakken had gepropt na zowat 2 km al in een plattelandsgracht belandden hebben we wel degelijk gekampeerd. Zomaar, in een Franse weide, waar een prachtig paard des ochtends nieuwsgierig stond te snuiven aan de ingang van ons tentje.

Maar we hadden snode plannen! Omdat dit dreigt een te lang verhaal te worden: het tentje werd geparkeerd bij nonkel René in Roye en we vertrokken al “autostoppend” naar … Parijs, toen ontoelaatbaar voor mijn ouders wegens de zondigheid. Ze weten het trouwens nog niet en ze hebben geen internet.

Maar Parijs, dat was onze ultieme droomstad. De schilders, poëten en muzikanten, de existentialisten, Saint-Germain-des-Prés, we wilden het meemaken. Zelfs al sliepen we op een matras in een krot-hotel en leefden we op een dieet van “Frans brood”, chocolade en limonade. Om maar te zwijgen van de Pernod Pur die we steeds weer nuttigden bij onze schaakspelletjes, dit tot verbijstering van de autochtonen.

Welnu, deze nieuwe CD van Derek flitst mij vaak terug naar Parijs. De pracht en de weemoed, de leute en de droefenis, toekomst en vergane glorie, en l’amour natuurlijk. Toujours l’amour avec Derek…

Hier en daar voel ik Gainsbourg opduiken, zoals in het wondermooie “Toi”, vraag mij niet waarom. En in “Trou plein de vide”, is dat Hans Van Oost die daar een straffe Django Reinhardt doet? Zodat ik me zie zitten in een besmuikte berookte Parijse jazzkelder met een fles “château migraine”? Met die bas van Mario Vermandel die zo vanzelfsprekend doorheen de songs wandelt?

Zoals gewoonlijk is Derek omringd door bijzondere muzikanten die al veel oorlogskes gestreden hebben. Zo zijn de blazers en in het bijzonder Marie-Anne Standaert een geweldige meerwaarde. En wat te zeggen van de accordeon van Rony Verbiest die ons plots naar een French Quarter in the Deep South sleurt? Om maar te zwijgen van de onmiskenbare toets van Yves “Vis” Meersschaert.
Voor de rest gaat Derek met zijn bende natuurlijk te keer met rock, reggae… alles in die prachtige langue de Molière.
De passie spat er af !

Blijkbaar heeft hij ook een sokkenfetish, daar wil ik wel eens meer over weten…

“Le sel de l’été”, weer peper voor het liefdesleven…


donderdag 4 februari 2016

Efkes naar Lille (Fr.)

Ondanks mijn sympathie voor Lillenaar Wout Van Aert besloten we toch maar naar Lille in Frankrijk te rijden. En daar hadden we alle redenen toe. Dank zij een geste van Marc Coucke naar de sponsors toe, in ons geval Dutry Power, hadden we via Tom R. vrijkaarten voor een voetbalwedstrijd aldaar. LOSC Lille vs Caen.

Iets later dan het geplande uur, nl. door perikelen wegens iemands uitgebreid douchen en overvloedig besprenkelen met reukwater, wendden we de steven richting Nord Pas de Calais. Reeds in Zwevegem werd ons bericht over file in Rekkem. Géén terrorist komt nog binnen bij ons of in Frankrijk wegens de genadeloze grenscontroles. Goed hé?

We reden dus via Ronq. By the way, voortaan rijd ik langs daar naar Auchan. Anyway, van grenscontrole geen sprake aldaar. Nu, we weten allemaal dat die terroristen dommekloten zijn die allen de E17 volgen. Ja, waterdicht, die controles…

Bij het naderen van het stadion bleek al de perfecte organisatie aldaar. Je moet natuurlijk weten welke parking je wil bereiken. Er zijn er 4 megagrote. We werden binnengeloodst door iemand met een flikkerende wortel, in zijn hand weliswaar, oei dubbelzinnig, enfin zo’n wapperstick in het oranje. “Ticket monsieur”. Oeps, gene ticket om te parkeren. Ge moest dat blijkbaar via het Web reserveren. Maar dat was de eerste van de talloze vriendelijke mensen die we tegenkwamen. Die haalde daar ergens een gratis ticket uit en zei met een grote smile: “Allez-y. Bon match!”
En we stonden daar toch wel vlak bij het stadion zeker! Zalig voor iemand die met twee krukken zijn weg moest banen.

Dat stadion!!! Imposant, prachtig, weeral supervriendelijke mensen alom. Aldus strompelde ik krukkengewijs 4 lange trappen omhoog naar ring 2. En kijk, er stond daar een vriendelijk negerke aan onze ingang. En die zei verbijsterd: “Mais monsieur, vous avez pris les escaliers??? Il y a un ascenseur là-bas!” Even foeteren was mijn deel.

Als rechtgeaarde Vlamingen werd er natuurlijk eerst een pint aangeschaft. 7 euro per stuk. Què??? Bleek dus dat het halve liters waren, en dat je 2 euro terug kreeg als je de (mooie) beker weer inleverde. Ge werd er niet zat van, maar de urinoirs floreerden. Maar nu weet ik dat onze twijfels terecht waren. Alcohol minder dan 1%.  Heineken is nog straffer. Hoe dan ook, kattenpis van Kronenbourg Malt. Enige minpunt.

Na een wedstrijd waar niets over te vertellen valt, de Belgische competitie is andere koek hoor, gebruikten we den ascenseur. En zie, mijn maten Marc, Malik en Tom, hadden chance. Er stond daar een streng kijkend madammeke. Alleen krukken en rolstoelen mochten mee. En mijn drie begeleiders.


Het was een wreed leuke avond. Thuis uitgesteld trouwens nog een wreed spannende match gezien…