zondag 27 maart 2016

Wat moet ik met die moslims ?

Ik moet zeggen, tegenwoordig weet ik niet meer goed welke opinie ik moet ventileren. Wat is dat toch met die moslims.

Enerzijds is er het verhaal van de Joden, gedemoniseerd sinds eeuwen. Ook nu schuift men Israël deels de Zwarte Piet (oei, racistisch?) toe voor een deel van de uitwassen en radicalisering. En mijn gezond verstand zegt, qua radicaliseren moet je Israël geen lessen leren. En toch begrijp ik hun historische mis-situatie met dank aan het Westen. Wat hebben de Joden destijds misdaan aan het toekomstige Nazi-imperium ?

Stilaan bekruipt mij ongewenst de populistische afkeer van de islam. Waregem is vergeven van “towelheads” madammen die tijdens de werk- en schooluren rondschommelen, ja mét schoolplichtige kinderen tijdens de schooluren. De ervaringsdeskundige in mij weet dat die gasten de school verzuimen als het hen leuk lijkt, mét instemming van de ouders. Ze wonen in sociale wijken en gebouwen. Ze komen in mijne gazettewinkel doktersbriefjes faxen voor henzelf en familieleden, en staan intussen met de nieuwste I-Phone auto’s te verkopen van Allah-weet-welke-herkomst. Ze praten geen Nederlands, vormen een eigen gesloten community.

Koren op de molen aan de toog. Koren op de molen van haatdragers. Haatdragers zijn ook de terroristen die zichzelf doden en onze en ja ook hun eigen mensen doden. Hebben moslims schade toegebracht aan de wereld en onze beschaving? Nog niet zo’n klein beetje. Méér dan de Joden? Ik dacht het wel. Hitler zou in zijn kleine pollekes wrijven.

Maar die moslims, dat zijn er van soorten, zegt mijn gelukkiglijk nog gezond verstand. Ze zijn wonderbaarlijke voetballers, bijvoorbeeld. Ze zijn Abdullah van de Pita-bar (zou Hans Van Cauwenberghe zingen), ze zijn Ahmed die iedere week onze vuilniszak ophaalt. Of ze zijn Shakir die ons met een kamerbrede smile bedient in een toprestaurant. Ze zijn een deel van onze leefwereld.

Ik denk dat net zoals ik vele moslims verscheurd zijn in hun gedachten. Zij: “Moet ik nu supporteren voor mijn soort? Past dat in het mij ingebrachte geloof? En wat met Vlaanderen?” Ikzelf: “Die vuile moslim-gasten: tegen de muur” denk ik op een onvertogen moment. Soms ben ik ook in mijn gedachten een café-toog mens. Wat ik niet leuk vind.


Ik ben er totaal zeker van dat er voornamelijk wreed veel liefdevolle moslim-papa’s en mama’s zijn. Die hier gewoon erg gelukkig willen zijn op hun eigen manier.
Maar mijn verscheurde hart vraagt: “OK, ik wil jullie leren kennen en waarderen. Maar wààr for Allah’s sake?”

Ik wacht dus niet op vrijblijvend gezwijmel van onze politiekers, noch op zware explicaties van mijn intellectuele vrienden. Een simpel menselijk antwoord op die vraag: “Wat moet ik met die moslims?”