maandag 22 augustus 2016

Op reis een behoefte doen...

Aah op reis, je kijkt er maanden naar uit, je regelt hotels voor de heen- en terug, het heerlijk comfortabele vakantiehuisje. De zalige gemiddeld 30 graden aldaar.

Omdat ik geen 1200 km aan één stuk wil rijden knippen we onze trip in het gaan en keren altijd in twee.
Zo belandden we zonder problemen in Hotel “Les Charmilles” in Chalon-sur-Soane. Hotel-étape, noemt men dat. Welnu, geweldig charmant, hoewel de airco daar nog moest uitgevonden worden.  We waren daar zelfs voor de receptie om 14 00 open ging. Dus spoorslags naar het centrum van dit stadje in het hart van de Bourgogne. Couleur locale, ik hou daar geweldig van. No nonsense, héél vriendelijke ober…
In het hotel zaten we uren aan het zwembad, kijken naar zwemmende Vlaamse gezinnen. Dan praten we Engels, ofwel zeer gedempt, op EK-wijze met de hand voor de mond. Onze grote genoegens dus: wij zijn terras-voyeurs en bedenken daarbij verhalen ivm gezinssamenstelling, wie is er baas, wat vinden ze hier nu leuk aan.
Heerlijk gegeten, wijntje van 4500 euro voor één keer niet gekocht, want ze hadden daar een geweldig restaurant. Maar op weg naar het zuiden: uuuren file. Zowat bijna 9 uur zonder stoppen gereden over 620 km. Maar het loonde de moeite.
Na een fantastisch verblijf, in Ferrals-les-Corbières, de terugweg aangevat, richting Orléans.

Het zag er goed uit qua verkeer, in den beginne. Maar ervaren toeristen weten: een “zwarte zaterdag” bestaat niet meer. Iedere zaterdag in juli en augustus is tegenwoordig dramatisch. Dus op de eerste dag van onze terugkeer toch weer talloze keren 4 pinkers, attention bouchon soyez prudent. Hoewel niet zo erg als in de heenreis.

Tussen-logement in Orléans. Als étape-hotel, ik wil het iedereen aanraden.

Hoe dan ook, onze laatste 430 km gingen via Parijs. Nachtmerrie voor elke terugkomer.  Welnu, we kozen voor de ring rond de Périphérique, geen seconde bouchon, weliswaar op zondag.

Maar ! De chauffeur, ik dus, werd plots overvallen om dringend een lichamelijke behoefte te voldoen. Toch afgereden naar een overvolle Aire om nipt een commissie te doen. In een gehandicapten-toilet, wat op dat moment terecht was. Dan opgelucht de reis verder gezet.

En zie, een volgende darmen-aanval kwam. Was het nog een gevolg van de entrecôte bij Bembé in Ferrals, waar hygiëne niet in het Frans te vertalen is. In elk geval het was zéér dringend.
Dus namen we de eerste afslag naar een dorp Magnac-Bourg. Waren het nu maniakken of boeren, ik denk het niet. Maar we belandden in één van de meest memorabele restaurants die ik ooit bezocht. De deur van “Toilettes privées” sloot niet. Slot dicht geverfd. Dus in snelheid gedeponeerd, niet geestig hé.

In het echt dorpse lokaal gewoon strikt houten tafels, witte muren, geweldig citaat van Oscar Wilde op een plakkaat: “De enige manier om de bekoring te verdelgen is er aan toe te geven” Machtig schoon.

Welnu, in mijn gezichtsveld bevond zich een ik denk 30-jarige jongeman met een harige blote bilspleet waarin je een stevige mountainbike kan parkeren. Van bekoring gesproken.
En zie, uit het niets kwam een kat op de tafel van de buren gesprongen, keek even rond, begaf zich naar de keuken…

Welnu, ik heb al op andere plaatsen veel meer op het gemak een kakske gedaan. Maar werkelijk, die omelet met kaas en hesp, nooit betere gegeten