dinsdag 31 juli 2012

Hoeverock!!


Jaren aan een stuk mocht ik de verzuchting horen: “Maar Geert, ge moet eens naar Hoeverock gaan. Zo’n machtige blues en al, gij als liefhebber en kenner.”
Hoeverock, wat kan je je daar in godsnaam bij voorstellen. Overbehaarde en – bebaarde venten, buitentijdse gedrapeerde vrouwen met hennepkleurige haartressen, rondom u “schapen en geiten”. Of, zoals ooit een leerkracht geschiedenis zijn enige enigermate boeiende grap proclameerde: “gapen en sch… “
Ja, Hoeverock, daar zat ik echt wel op te wachten. Laat de karnemelk maar aanrukken, dacht ik zo.
Desalniettemin, het volgende deed zich voor. Na toch wel dwingende adviezen begaven we ons uiteindelijk richting Olsene, Ontmoetingscentrum, Voortuin. Ik vermeld expliciet alvast het eerste positief punt: Voortuin. Je mag daar namelijk roken, in Het Park niet.
Tot mijn grote ontgoocheling werd ik tijdens mijn langverwachte intrede op het terrein niet massaal toegejuicht. Er was namelijk nog niemand aanwezig, behalve de obligate vrijwillige medewerkers. Gretig namen we de beste plaatsen in en profiteerden van de “happy hour” weliswaar gereduceerd tot een half uur, maar goed.
Het doel was: genieten van een bluesgroep “Morblus”. Awel, het was een heerlijke avond!
Allereerst, de locatie van Hoeverock is zalig!! Je zit er rustig tussen het groen, nooit is de talrijke aanwezigheid van het publiek storend, je kan op het gemak genieten. Perfecte organisatie voor drankjes en hapjes, steeds heel vriendelijke gezichten!
En dan moet ik natuurlijk over “the band” schrijven.
Zeer zelden ben ik zo meegesleept en begeesterd door een gitarist. Natuurlijk, ik ben nog jong en heb nog maar weinig concerten meegemaakt. Maar die kerel, amai!
Nen Italiaander alstublieft. Een Italiaanse groep die op pakkende wijze rythm & blues brengt, fenomenaal. Ook de interactie tussen klavieren, drums en bas, subtiel gedirigeerd door de frontman, fascinerend mooi. Mensen toch, ik heb écht genoten!
Uiteraard kon ik het niet laten mij na het optreden spoorslags naar de muzikanten te begeven. Een gespecialiseerde babbel over het stemmen van een GibsonSG zal ik jullie besparen. Eerder ging het gesprek over de prachtige solo’s die zo vanzelfsprekend uit de tele- en stratocasters  vloeiden.
En helaas, over hoe ontgoocheld de muzikanten zich voelden na dit fenomenale concert. Zij hadden veel meer respons verwacht, ambiance.  En ik heb geprobeerd hen te troosten door te zeggen: ze zitten daar misschien als zombies, maar ze vonden het wel prachtig, ze kunnen het gewoon niet tonen.
Hoeverock, zeker?
Echte liefhebbers bekijken dit helemaal, ongeduldige gitaarmensen: vanaf 2:53 ...

woensdag 18 juli 2012

Black Lolas


Zwarte Lola was haar pseudoniem. Als kind volgde ze ballet, stopte ermee wegens niet willen optreden voor de Nazi’s. Volgde tandheelkunde, stapte in de showbizz en tapdanste voor den Amerikaan, verhuisde naar België, zong even bij Francis Bay om Jo Leemans te vervangen, maar werd onsterfelijk dank zij Johnny Hoes wegens “Zwarte Lola (uit de stripteasebar)”. Kortom, deze dame kleeft aan het collectief geheugen wegens het gigantische zwarte kapsel en de door de natuur voorziene prominente melkklieren.
Via vriendschap belandde op mijn bureauke een EP vanwege een groep “The Black Lolas”. Eilaas geen grote pruiken, evenmin somptueuze boezems. Maar…
Deze mensen vermelden op hun site enige invloeden. Genen brol. Maar!!!
Sta mij toe bij het eerste nummer enige referentie aan Nick Cave te bespeuren? Dit weliswaar begeleid door een fabuleuze blues-backside. “Worried man blues”, mens toch, zo goed.
Wat is het toch een drama voor Belgische groepen die zo uitpuilen van kwaliteit om toch aan de bak te komen.
“So Alone”, mag ik mij even permitteren om aan Bauhaus, Joy Division etc te denken? En dan toch weer oude rock-nuances? Alweer prachtig.
Lieve lezer, wellicht begrijpt u niet waarom ik dit stukje schrijf, terwijl “Fireflies” hier uit de boxen vlamt. De max!!
Ik wil gewoon even pleiten voor de talloze getalenteerde groepen in ons landeke, die niet kunnen rekenen op de StuBru-poepers, die niet de juiste contacten hebben, die hun broek niet willen afsteken.
The Black Lolas rule!!!

maandag 16 juli 2012

Springsteen en ik


Aldus geschiedde dat wij ons naar Wenen begaven, teneinde een concert van Springsteen te beleven in de Ernst Happel Arena.

Na een zalig tussen-logement in het pittoreske Velburg, aanrader, belandden we in Wien. Prachtig centrum, heerlijke stad, lekkere pint in een oud bierhuis waar de barkeepster plots de saccoche pakte en in een furie spoorslags vertrok. Twee gratis pinten dus, en dit aan Wien-centrum prijs… De voortekenen waren alvast uitstekend!

Op De Dag Zelf konden we het uiteraard niet nalaten het somptueuze Schönbrunn te bezoeken, home of the legendary Sisi, bekend geworden door Romy Schneider. Dank zij de vooruitziende blik van ondergetekende, we bestelden tickets online, konden we ongehinderd de “fast-lane” benutten en grijnzend eindeloze rijen Chinezen, Japanners en Spanjaarden voorbij wandelen. Onvergetelijk mooi en authentiek, dat stulpje waar de Habsburgers hoogtij vierden.

Maar toen werd het tijd voor rust, concentratie, Zen. Bruce was op komst. Ruim op tijd bereikten we het legendarische Prater, waar Orson Welles nabij het reuzenrad overtuigend De Derde Man was. Wat een organisatie! Er is een metrostation, super. Zonder aan te schuiven gingen we via de juiste gate naar onze genummerde zitplaatsen. En zie, naast ons twee Amerikanen uit… New Jersey, Asbury Park! Ge ziet van hier dat het een boeiend gesprek werd, wegens het feit dat ik ooit een pelgrimstocht deed naar de thuisbasis van Onze Held.

Terwijl het volk zich stond op te peppen voelde ik toch wel wat ergernis. Ons Meneerke permitteerde zich om 40 minuten te laat zijn concert te beginnen. Beetje arrogant vond ik, miljonairke kan zich alles permitteren. Na drie uur en veertig minuten was dit al lang vergeten en bleef ik totaal overweldigd en beduusd achter.

Zoals Springsteen bestaan er geen twee. Dat komt daar toe met een geleasde 737 uit Praag, eist bepaalde meubelkes in zijn kleedkamer (witte sofa, speciaal overgevlogen) en wil alleen bier, Jack Daniels en een … Wiener Schnitzel. Maar dan komt hij op, “We take care of our own” waar hij zich reeds volkomen smijt.

Het derde nummer is “Badlands”, normalerwijze een “bonebreaker”. Het volledig bezette middenplein, de die-hards, gaan uiteraard uit de bol. Maar die Wiener in de tribunes, een bende lijken. Ze zitten daar stokstijf, zijn ze afstammelingen van de Zwan-wiener, zijn ze dode Hamburgers en geen Habsburgers? Achteraf zal blijken dat ze in feite maar weinig van Bruce’s werk kennen.

Bruce brengt meesterwerken, recent en oud, al dan niet geïnspireerd door het publiek dat met pancartes nummers suggereert. De groep is fenomenaal. Nooit zag ik Bruce met zo’n grote bezetting. Maar zoals steeds vindt iedere muzikant zijn gaatje, is de harmonie perfect. Zelf ben ik fan van de vrij nieuwe accenten: gospel vooral, soms ook de Seeger-sessions, en de blazers.

En na dik twee uur en oneffen komen de Wieners plots tot leven, ze veren recht want (zucht) “Born in the USA”. Het is natuurlijk een genadeloze stadion-riff, zit in het collectief geheugen, maar het is niet mijn ding. Dit nummer wordt steeds weer verkeerd begrepen en zelfs misbruikt. Maar kom, wat hij daarna met het publiek uitsteekt, dat kan niemand. Bruce kan 51500 mensen stil krijgen met een piano versie van “Tougher than the rest”, durft dat ook te doen na ze eerst geheel zot te maken. En dat laatste uur was echt sing-along, die hele Arena tot de laatste man of vrouw op de banken en meebrullen. Alleen Springsteen straalt zo'n ongebreideld plezier en enthousiasme uit waarmee hij 51500 mensen, na hard zwoegen, uiteindelijk in de palm van zijn hand krijgt en ermee doet wat hij wil. Onvergetelijk!

Voor de liefhebbers: hieronder een filmpje uit Wien met twee van mijn talloze favoriete songs, Empty Sky (Tour première) en Trapped (mijn favoriete cover)