vrijdag 25 april 2014

Meester Walgraeve 90 jaar!

Kom het maar eens tegen. De jaren glijden steeds sneller voorbij. Met tegenslag en voorspoed, zoals bij iedereen. En dan plots, op je bijna drieënzestig, stel je vast dat je de oudste zoon bent van een Monument. Meester Walgraeve is er negentig geworden. En dat vroeg om een feest.
Ah si, c’est encore cette grande famille qui se réunit de nouveau dans les salons. Aldus de rollator-dames van de beau monde, weduwen van artsen, notarissen en bankiers in het etablissement waar onze ouders vertoeven.
En jawel hoor, het waren de fiere nazaten van twee schoolmeesterkes die zich weer verzamelden in de echt wel terecht “salons” genoemde lokalen van Mayflower in St-Denijs Westrem.
Meester Walgraeve negentig jaar, lieve lezer, dat kan ik niet in een stukje vatten. Misschien komt er ooit een boek. Ik beperk mij tot de festiviteiten.
 Zusje Lien had het geniale idee opgevat om Jo Decaluwe een voorstelling te laten brengen. Jo Decaluwe die steevast in Tinnen Pot zijn voorstelling inluidde, als onze Pa er was: “ hola mensen mijne Meester zit daar ook”.
Jo bracht drie prachtige verhalen van Buysse, maar hij smeet er van alles tussen. Enerzijds was er zijn liefde en respect voor de Walgraeves, anderzijds kon hij het ook niet laten met onze voeten te rammelen. Het zou ne keer gene Caluwe zijn zeker. Zo slaagde hij er in mij moeiteloos te laten meezingen met “Lieve Vrouwe van Ons Land”. Ooit lap ik hem iets dergelijks terug. Maar de drie verhalen van Cyriel Buysse die hij bracht waren meesterlijk. Bij het begin kregen we ook een citaat mee van de legendarische MoeMoe Caluwe: “Johan (!) probeer wat meer dialect te vermijden in je voorstellingen” Waarop Jo(han) zijn beste Deinzes aansneed.
Heerlijk om te horen tijdens die grappige en ontroerende histories. “Verdesteleweren”, “Kuihelen”, “Diefelen”, “Gouende Vleren” en het prachtige woord dat ik compleet  vergeten was: “Altemets” . Spreek dit uit, proef het, en wees fier op ons taaltje.
Onnodig te zeggen dat er dan uitvoerig getafeld werd zeker? Kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen. En dan ons Pa, Meester Walgraeve, 90 jaar, verhief zich voor een speechke. “Allemaal erg bedankt voor jullie aanwezigheid en sympathie. Maar ik wil één persoon in het bijzonder voor alles bedanken.” We dachten in feite dat hij heel terecht ons Lientje zou bedanken, maar… En ik denk dat Lien het ook bijzonder vond. Want Meester Walgraeve sprak: “Dank u Moeke voor alles wat ge gedaan hebt”. Lieve lezer, ik moest toch wel dringend een sigaret gaan roken, kwestie van het droog te houden.
Wegens het mooie weer verhuisde de luidruchtige meute ook even naar de prachtige tuin, alwaar mijne Pa en ik naar wekelijkse gewoonte tezamen ons sigaretje rookten. En zie, die vuile meneer Alzheimer sluipt af en toe binnen in die prachtige gelooide door het leven getekende kop. Want mijne Pa merkte op: “Maar Geertje, ge rookt gij ook Bastos. Dat moet toch wel lukken hé.”  Ge moet weten dat hij mij wekelijks een sigaret afschooit. “Dju toch, mijne pak ligt nog binnen. “
Waarop ik antwoordde: “Als gij met die sigaretten 90 jaar kunt worden…”

Onze Pa, Meester Walgraeve, gene gewone… 

dinsdag 22 april 2014

Helden en ouwe knarren

Hebben jullie dat gevoel ook soms? Dat je de immer minzame postbode ziet komen en je denkt dan: “Oh nee, hij stopt”.  En je hoopt dat het kiezingbrol is of ander spul dat recht naar de Colruyt-doos van Het Papier gaat. Geen rekeningen. Tenzij het over de positie van uw aandelen gaat, waarover ik niet kan meespreken.
Oei neen, velen onder jullie zijn niet met pensioen en zitten niet zoals ik gezellig in het keukentje, het ene oog op het computerke en/of de krant (onder ons, ik heb geen krant, wel Het Laatste Nieuws), het andere zeer waakzaam op het passeren van pretmadammen die hun peperduur rasmormel ongegeneerd hun kak laten leggen in onze weliswaar bescheiden edoch behoorlijk onderhouden voortuin.
Maar vandaag zat ik extra te loeren, de krant terzijde, de koffie al lauw, want ik wist wat er ging komen. En diene brave facteur bracht ons een nieuwe CD. HT Roberts en Bruno Deneckere met HEROES & HAS-BEENS.
Hoor ik hier en daar gemopper bij mijn lieve lezers? “Ja, ie es der were mee zijnen Bruno”  Tja, goede wijn in oude zakken hé. Of heb ik dat spreekwoord efkes verkeerd begrepen.
Desalniettemin,  ons beider bekje hing hier open bij het beluisteren van dit alweer meesterwerkje. Beide geweldige singer-songwriters grijpen je naar de keel. HT Roberts, dames en heren, sommigen onder jullie kennen hem. Hij gebruikt graag veel  woorden in zijn prachtige verhalen. Stem doet mij wat denken aan de vroege John Prine, voor hij keelkanker had. Maar we smolten.
En de teksten van Bruno,  ik kan er niet aan doen, recht naar mijn hart:
“and if dreams don’t come true
I’ll sleep them away”
Steeds weer zeggen Christa en ik tegen elkaar: “Mens toch, dat die gasten maar halvelings bekend zijn in de Vlaanders”. Met Bruno komt er misschien wat beterschap in hopelijk, maar die HT Roberts zeg. En diene groep, hoe heten ze, LANDED GENTRY, fenomenaal. Het is onfair misschien om aan oude groepen te denken zoals Crazy Horse, The Band, Clapton’s Dominoes. Maar ik doe het toch.
Soms zeggen we, die gasten moesten daar in de buurt van Nashville vertoeven. Maar dan is er die geweldige song op deze CD, “Nashville”. Ik vroeg me even af, dat vrouwke, dat het een beetje beu is met mislukte artiesten in de Vlaanders op te trekken, is dat niet een metafoor voor Bruno en HT? Was er ooit een droom om naar het country-homeland te gaan? En is die opgegeven?
En het heerlijke lied vertelt het:  ze vertrok met haar mooie kopje met zilveren “vleuren”, maar:
“these shining silver wings
are tattered, stained and thorn”
En levensbeschouwend als ik ben: die CD gaat hopelijk niet over mij (once hero, now has been).



vrijdag 11 april 2014

't Centerke

Het “Centerke”, lieve lezer, is een afspanning aan het station van Deinze. Reeds menige jaren verzamelen daar steevast tussen 10.00 uur en euhm later de oud-collégiens.

Een woordje uitleg is hier op zijn plaats. Ooit, want intussen hebben we allemaal een eerder rijpe leeftijd bereikt, was er St-Henri. Naar mijn bescheiden edoch overigens zeer juiste mening beleefden we op het College onvergetelijke tijden. Den handel, den humaniora, we waren maten.
Er is een onverklaarbare band tussen een deel van ons. Bloedbroeders.

Natuurlijk, alleen al over de onvergetelijke voetbalmatchen zou ik een boek kunnen schrijven. Me, myself, beste lezer, mocht in die onvergetelijke leraarsploeg opdraven als ze waarlijk aan geen elf man geraakten. En terecht. Desalniettemin, het werd een kliek, spelers en supporters, en zie, dat leeft nog altijd.
We gingen naar begrafenissen om 10.30 uur, en we kwamen héél laat thuis.
Onze Handel werd weggetrokken uit het College. Sommigen bleven even verweesd achter. Tot de Bende van Het Centerke op de proppen kwam. De Band was er weer!

Waarover praten wij daar feitelijk? Welnu, vandaag waren we met weinig. Maar…
Er zijn er die verhalen vertellen over een verre reis. Nog steeds een droom voor mij. Anderen dromen van een andere reis.
Nog een andere is fier over een nieuw kleinkind. Een zoon!!!
Er wordt gesproken over iemand die héél jong gestorven is. Een ander verhaal over een héél oude mens die ons verliet.
Ook kan ik met de juiste mensen praten over romans, dichters die ik nu nog niet ken maar misschien zal ontdekken. Of over de muziek waar ik van houd. Onder ons, vandaag daar Led Zeppelin en John Cale gehoord…

Iedere vrijdag weer, in de ochtend, zeg ik: pfff, geen goesting voor ’t Centerke. Maar dan nadert 11.00 uur en kriebelt het en denk ik: allez,vooruit.