dinsdag 2 december 2014

Humor en ik

Het woord “humor” komt uit het oude Grieks en betekent “vocht” of “sap”. Men dacht toen namelijk dat lichaamsvochten de stemming van de mens regelden. Nu, die mannen waren nog zo dom niet. Bijvoorbeeld in hoge nood het wateren nakijken, mens, dat kan deugd doen. Om over andere sappen maar te zwijgen.

Tegenwoordig kijken wijzelf bijna geen TV meer. Althans niet volgens de heiligmakende kijkcijfers. Het Nieuws, een documentaire, The Big Bang Theory, een film die we al drie keer zagen, voetbal soms, OK. Maar al die panelprogramma’s waar telkens weer dezelfde mensen opduiken, op humoristische wijze BV’s genoemd, die zeer geprogrammeerd in vooraf geschreven moppen uitbarsten, hierin gesteund door een applausmeester die het spontane edoch irritante gelach op de tribunes moet uitlokken, neen, bedankt.

Evenmin ben ik gecharmeerd door een bepaald soort “stand-up” comedians wier enige doel lijkt: shockeren, brute schuttingpraat verkopen, verhalen waarvan je denkt: komt hier nu nog een pointe die min of meer grappig is? Nee dus. En maar lachen, die toeschouwers. En dan stel ik mezelf weer vragen. Zijn al die mensen zo vulgair, ze zien er nochtans deftig uit, niet zoals stomdronken voetbalsupporters die om 3 uur ’s nachts in de kroeg gore alle limieten tartende praat verkopen. Of schuilt er achter die lach een wanhopige behoefte? Aub, comedian, schreeuw eens al mijn frustraties uit, dan heb jij het gedaan, en ik mag lachen.

 Voor mezelf is humor een levenshouding. Pas op, ik geef het toe, een pantser ook. Beetje zoals bij Luc De Vos zeker. Zelf kan ik genieten van momenten waar ik mensen even op het verkeerde been zet, weliswaar liefdevol. Zo zaten we eeuwen geleden op de bus met mijn 5de handel die op weg naar Keulen voor het eerst een moderne windmolen zag. En ze vroegen: “Meneerke, waddisda?” En ik vertelde hen: “In die vallei hier kan dat in de zomer geweldig warm worden, en dan zetten ze diene ventilateur aan”. En ze geloofden het. En die keer dat ik aan de kassa stond met shampoo en maandverbanden en de caissière vroeg: “Meneerke, van dat ander merk zijn er kortingbons” waarop ik antwoordde “Jamaar, ’t is toch niet voor mij”. Die blik…

Ik houd van milde situatiehumor. Scènes uit de alledaagsheid die uitvergroot worden tot iets grappigs. En een nog veel te vaak vergeten meester (in beide betekenissen) is Piv Huvluv. De bescheidenheid zelf. Daar lachen wij ons tranen mee. En hopelijk u ook, maar ge moet uw talen kennen. Een fragment, neem efkes je tijd. En lach zonder schaamte.
https://www.youtube.com/watch?v=OZaSKn9Cp-4