dinsdag 21 oktober 2014

De Blauwe Plek rules!

Zo geschiedde het dat mede-muziekfreak Marc de Spiegelaere en mezelf ons GPS-gewijs naar de Westhoek begaven, Reningelst.

Na het doorkruisen van het aldaar écht bestaande gehucht "Ouderdom" voelden we ons uiteraard reeds op onze plaats. Doel: "De Blauwe Plek", magisch cafeetje waar we verwelkomd werden door een allerliefste Hilde, drijvende kracht achter dit bruin afspanningske. Rokersruimte: 6 meter tafel met 5 asbakken… Zou moeten Cultureel Erfgoed zijn!

Ons doel: Derek, Nils De Caster en Bruno Deneckere met "Under the Dylan Sky" Weeral, hoor ik u zeggen. Ja, weeral omdat het alweer fenomenaal was. Bijna niet mogelijk maar nog beter dan de première in Deinze.

Intussen helemaal ingespeeld en -gezongen (prachtige close-harmony!) voelt dit jolige drietal zich volledig thuis in dit no nonsense café. Zweterig, pinten bij de vleet, een publiek van kenners. Zo klein dat we zowat over het podium moesten kruipen om ons tijdig in beslag genomen zitje op de VIP-tribune te bereiken. Tuinbankje op een verhoogje.

Uiterst merkwaardig ook, tijdens de pauze stond zowat iedereen in de tropische hitte zowaar plots met een dampende kom soep in de hand. Bleek dan nog gratis te zijn ook. Rock & Roll!!

Omdat zelfs de Himalaya nog uitschieters heeft zal ik alleen de twee absolute hoogtepunten vermelden.

"All along the Watchtower" met een ontketende Nils op de viool. Met een ongeziene verbetenheid teisterde hij zijn dierbare instrument. Het hele lichaam smijtend, het hele gezicht in totale overlevering grimassend, toverde hij de meest virtuoze solo’s.

En "Red River Shore", ontroerend, topklasse. Een eindeloos doorgaande pracht. Met een Derek (alsnog mét bril) die zichzelf nog oversteeg, en de bezwerende mantra van het refrein zo gevoelig gebracht door Nils en Bruno.

Dit publiek van kenners mocht regelmatig in lachsalvo's uitbarsten want ze waren serieus in the mood, onze drie kerels. De Westvlamingen leerden een muilke Gents ("naar achter gaan" blijkt toch een grensoverschrijdend begrip) en Bruno kondigde steevast zijn eigen gezongen bijdrage aan als: "En dan nu een van mijn lievelingsliedjes van Bob Dylan"
Need I say more? De Blauwe Plek rules!

woensdag 15 oktober 2014

"Verjaren" en zo

“Verjaren”, met dit begrip heb ik het altijd moeilijk. Neem nu pakweg een gigantische fiscale miljardenfraude. “Ah neen, ’t is verjaard” aldus specialist Hans Rieder. Feest!

Omdat ik het op-gevoelige-tenen-trappen niet schuw, neem nu eens WOI. Is verjaard. Dat moet gevierd worden! Destijds stonden we ontroerd met zo’n 20 mensen onder de Menen-poort in Ieper naar The Last Post te luisteren. Nu zo’n, ja hoeveel, 500? 1000? 

De vraag rijst of deze gruwelijke zinloze slachtpartij, het “verjaren”, niet een overgesubsidieerde mediatieke verjaardag geworden is.
Het Westhoek toerisme kent ongekende dagen. Tragische gebeurtenissen worden weldra opgeluisterd met een fakkel-lijn van 85 km met onderweg performances van overgesubsidieerde artiesten. Een sereen bezoek aan Tyne Cot eindigt met een selfie, brede smile, met 1000 graven op de achtergrond.

Dat mijn sympathie naar de horeca uitgaat weet iedereen. Aldus “jeun” ik het hen dat deze droevige bezoeken bekroond worden met een wafel en/of een zalige Trappist. Of meerdere. Den Grooten Oorlog eindigt steevast met een feest. Gelukkige verjaardag!

Of neem nu, de eigenlijke aanleiding van dit stukje want ik werd net 63, mijn eigen verjaardag. Overweldigend veel gelukwensen. Van sommigen uiteraard een obligate Face-book wens. Van anderen echt welgemeend en soms erg plezant.

Maar! Wat wordt daar feitelijk geproficiateerd? Dat ik als een bloederig slijmerig klompje uit het lang getergde lichaam van een vrouw werd geperst die ik later mocht mijn “moeke” noemen? Heb ik daar enige verdienste aan? Eerder zou mijn moeder moeten worden gelukgewenst.

Zelf zou ik pleiten, maar ja, de CSI gegevens ontbreken mij, voor het vieren van het moment waarop ik werd verwekt. Daar moet toch hopelijk wat meer pret aan te pas gekomen zijn dan bij mijn geboorte. Trouwens, de TV bestond toen nog niet, laat staan de VTM. Wat moesten die mensen anders doen zeg.
Als ik een bescheiden felicitatie verdien is het omdat ik de allersnelste en meest verleidende spermatozoïde was die als eerste die eicel binnendrong. Ja, toen had ik blijkbaar nog fysieke conditie. Applaus voor mezelf.

Maar wat mij nog het meeste stoort is dat die tijdrekening door een paus uitgevonden is. Gregorius met rugnummer XIII. Die schrapte efkes 10 dagen. Dus volgens de Juliaanse kalender verjaarde ik zo rond 3 oktober.
Ziedaar de relativiteit van het verjaren.

Anyway, ’t is altijd wel geestig zulle!
Uitzonderlijk een passend lied van een van mijn talloze helden
https://www.youtube.com/watch?v=lIxJNKqcFQQ

zaterdag 4 oktober 2014

Nils, Derek en Bruno.

Wordt een moeilijk stukje hoor. Mijn superlatief-dozen zijn voor dit magistrale drietal, Bruno, Derek en Nils, al lang uitgeput. Mijn trouwe lezers weten dat intussen. Ik heb ze, na het concert, voorgaande mededeling gedaan. En ze vastgepakt met als enige schamele woorden: “Gasten, ik zie ulder geiren”.

Moeilijk dus. Want van bij het eerste nummer grepen ze mij naar de keel. Het was “boenk, erop!” Ik weet niet of ik alles bij mekaar vier nummers kende van wat ze brachten. Maar who gave a fuck! Ze brachten nummers van Dylan en aanverwanten  alsof het voor ulder eigen was (dank, Donald Muylle, voor de hier wel passende slogan) En net voor de pauze “The girl from the red river shore” Traantjes vlakbij, hoor. ’t Was Derek die het zong. Ik zie ze alle drie wreed graag. Maar vooral Derek, en dit op volstrekt platonische wijze, want ik heb sterke vermoedens dat Derek, en de twee anderen die ik ook uiteraard graag zie, redelijk hetero zijn.

Allez, we hadden daar de muzikale duizendpoot Nils De Caster, die zonder moeite zijn gloednieuwe lapsteel gitaar naadloos invoegde en aanvulde. En die bovendien over een zalige geraspte zangstem beschikt. En dan hadden we ook Derek, die met zijn gelooid muilke passievol zijn eigen dingen bracht. Dat hij ballen heeft weet menigeen. Maar zo maar even The Tyger van William Blake op muziek zetten en efkes voorschotelen aan het publiek van de Rekkelinge? Ik heb geen hoeden genoeg om af te nemen. Onlangs kreeg ik een berichtje van een Britse oud-leerling. I tip my hat to you, dear Sir. Welnu, alhier hetzelfde voor Derek.

En Bruno. Even glimlachen naar de zaal, en jawel, ze zijn verkocht. Stand-up comedian zal hij nooit worden, maar met een one-linerke of vier palmt hij gewoon de hele zaal in. “Bedankt omdat ge allemaal naar mij komt luisteren” Maar als hij zingt… Zelfs venten zwijmelen.

Moet ik nog herhalen hoe deze drie fantastische artiesten elkaar moeiteloos vinden op het podium? De basgitaar verwisselt van schouder, van dienende naar leidende, en omgekeerd. Fascinerend, muzikanten zonder een verpletterend ego. De warmte die ze uitstralen, het vanzelfsprekende genot dat ze uitstralen om samen muziek te maken. Na eeuwen repetitie. Een weekske of twee zeker? Niet te doen, de osmose tussen die gasten, en naar elkaar kijken en met overduidelijk geweldig plezier met elkaar schoon muziek maken. Een genot!

En ja, ik voel mij verguld, een nummerke “En nu speciaal voor Geert Walgraeve…” Mijn oude hart wipte mijlen hoog. Maar weet dat ik als sinds 45 jaar nog steeds beginnende gitarist bleef steken bij “The House of the Rising Sun” en natuurlijk “Stairway to Heaven” van Led Zep.

En voor de rest, tja, als ik mezelven vertoon in Deinze, mijn gezicht is totaal ontstoken. Dat was me daar een geambrasseer, totten geven t’allen kant, op den duur zou ik zelfs uit pure routine een stoel vast gepakt hebben om… Neen neen, na drie Duvelkes was ik nog geheel bij de zaak.

Héérlijke avond, onvergetelijke herinnering. Merci Steven, Peter, en heel diene nest fantastische vrijwilligers zonder wie je nooit zoiets kan organiseren.

woensdag 1 oktober 2014

Radio Tequila

Het gebeurt al eens dat mensen mij vragen: “Wat vindt gij daar feitelijk geestig aan, liedjes op uwe Facebook zetten?” Lieve lezer, uiteraard inspireert deze vraag mij tot enige introspectie.

Reeds in mijn prille adolescentie liep ik bij mijn maatjes reclame te maken voor kanjers, zoals achteraf bleek, als Jimi, Dylan, Cohen, Brel. Ik wilde zo graag die prachtige muziek met hen delen, hun overtuigen van de schoonheid ervan. De reacties schommelden tussen ongeïnteresseerd de schouders ophalen en verwilderde blikken in de zin van “Waar is die in godsnaam mee bezig?” Vergis u niet, Beatles, Stones en andere Kinks waren mij niet vreemd, ja, ik vond ze ook goed. Maar ik had het toen al voor de “speciallekes”.

Nu, ik wil het hier in de openbaarheid brengen, enige schaamte is mij vreemd, André Brasseur and his Multisound Organ was de eerste elpee die ik mij ooit aanschafte met mijn schamele drinkgeld. “Early Bird” stond er op. Ik wilde mij toen nog voegen naar mijn vader die graag naar Frank Pourcel luisterde (bweurk) of naar James Last (zelfs bweurker). We hadden namelijk één pickupke dat in de living stond, zo’n Philipske (naast Grundig voor de bandopnemer, twee schoolmeestersmerken kortom) met van die boxkes die je er moest van klikken. Het hele gezin genoot dus mee.
Maar toen kocht ik mijn eerste singleke: “My Generation” van The Who, dat van mij de rebel maakte die ik op rijpere leeftijd nog steeds ietwat ben. Ik nam het pick-upke mee naar mijn kamer, deur wijd open, maximum volume. Ziedaar mijn eerste “delen” van mijn goesting van muziek.

En alzo vliedden de jaren. Ik kon nog mijn goesting “delen” door gastjes mee te nemen naar goede concerten. Maar toen kwam de vraag van een kameraad (Eddy Lefevre): “Geen goesting om mee te werken aan de oprichting van een nieuwe radio?” Ja uiteraard, en dat is dus Tequila geworden, een smeltkroes van muzikale smaken en interesses, een vrijhaven voor wie van om het even welke muziek hield.
Ja zeg, nu kon ik wel mijn muziek delen. Zo had ik een programma, “Hutsepot met Vanderslagmulders” – by the way, we moesten toen een nickname hebben, de mijne was de achternaam van Bert van Kamagurka, wie weet dat nog – een programma dat zich richtte tot de (ik geef toe, zwijmelende) huisvrouwen. Zaaalig! Steevast ook een song van Springsteen.
Ook mocht ik op woensdagnamiddag mijn goesting doen, samen met Toon Lamon “De nieuwe golf”, new wave à la The Cure en noem maar op. Enerzijds succes wegens vrijkaarten voor de Brielpoort dank zij Kris Verleyen, die daarna trouwens nog een tijd mijn programma overnam. Anderzijds kwam een boze Voorzitter de studio binnenstormen (toen was hij nog fysiek geweldig): “Ge weet toch als gulder begint dat ze in de Post van Kruishoutem de radio verzetten, hé !” Voor alle duidelijkheid: naar de BRT met Gust De Coster. Wat een compliment… By the way, de Gust is later nog een fijne kameraad geworden.

Om nu naar de oorspronkelijke vraag terug te keren ivm muziek plaatsen op FB. Welnu, het is een beetje hetzelfde als op Tequila. Ge post iets, ge geeft commentaar en uitleg.
Het enige verschil is dat ik nu weet of er iemand naar luistert. En dat ik commentaar krijg.

Maar! Ik blijf immer verknocht aan de vrienden van Tequila. Ik ben nu met pensioen, maar ik keer steeds graag terug om eens een interviewke te doen met een goede muzikant, die dan nog live speelt ook. Mijn hart, mijn maten, mijn muziek. You’re in my heart, you’re in my soul.