Wordt een moeilijk stukje hoor. Mijn superlatief-dozen zijn
voor dit magistrale drietal, Bruno, Derek en Nils, al lang uitgeput. Mijn
trouwe lezers weten dat intussen. Ik heb ze, na het concert, voorgaande
mededeling gedaan. En ze vastgepakt met als enige schamele woorden: “Gasten, ik
zie ulder geiren”.
Moeilijk dus. Want van bij het eerste nummer grepen ze mij
naar de keel. Het was “boenk, erop!” Ik weet niet of ik alles bij mekaar vier
nummers kende van wat ze brachten. Maar who gave a fuck! Ze brachten nummers
van Dylan en aanverwanten alsof het voor
ulder eigen was (dank, Donald Muylle, voor de hier wel passende slogan) En net
voor de pauze “The girl from the red river shore” Traantjes vlakbij, hoor. ’t
Was Derek die het zong. Ik zie ze alle drie wreed graag. Maar vooral Derek, en
dit op volstrekt platonische wijze, want ik heb sterke vermoedens dat Derek, en
de twee anderen die ik ook uiteraard graag zie, redelijk hetero zijn.
Allez, we hadden daar de muzikale duizendpoot Nils De
Caster, die zonder moeite zijn gloednieuwe lapsteel gitaar naadloos invoegde en
aanvulde. En die bovendien over een zalige geraspte zangstem beschikt. En dan
hadden we ook Derek, die met zijn gelooid muilke passievol zijn eigen dingen
bracht. Dat hij ballen heeft weet menigeen. Maar zo maar even The Tyger van
William Blake op muziek zetten en efkes voorschotelen aan het publiek van de
Rekkelinge? Ik heb geen hoeden genoeg om af te nemen. Onlangs kreeg ik een
berichtje van een Britse oud-leerling. I tip my hat to you, dear Sir. Welnu, alhier hetzelfde voor
Derek.
En Bruno. Even glimlachen naar de zaal, en jawel, ze zijn
verkocht. Stand-up comedian zal hij nooit worden, maar met een one-linerke of
vier palmt hij gewoon de hele zaal in. “Bedankt omdat ge allemaal naar mij komt
luisteren” Maar als hij zingt… Zelfs venten zwijmelen.
Moet ik nog herhalen hoe deze drie fantastische artiesten
elkaar moeiteloos vinden op het podium? De basgitaar verwisselt van schouder,
van dienende naar leidende, en omgekeerd. Fascinerend, muzikanten zonder een
verpletterend ego. De warmte die ze uitstralen, het vanzelfsprekende genot dat
ze uitstralen om samen muziek te maken. Na eeuwen repetitie. Een weekske of
twee zeker? Niet te doen, de osmose tussen die gasten, en naar elkaar kijken en
met overduidelijk geweldig plezier met elkaar schoon muziek maken. Een genot!
En ja, ik voel mij verguld, een nummerke “En nu speciaal
voor Geert Walgraeve…” Mijn oude hart wipte mijlen hoog. Maar weet dat ik als sinds 45 jaar
nog steeds beginnende gitarist bleef steken bij “The House of the Rising Sun” en
natuurlijk “Stairway to Heaven” van Led Zep.
En voor de rest, tja, als ik mezelven vertoon in Deinze,
mijn gezicht is totaal ontstoken. Dat was me daar een geambrasseer, totten
geven t’allen kant, op den duur zou ik zelfs uit pure routine een stoel vast
gepakt hebben om… Neen neen, na drie Duvelkes was ik nog geheel bij de zaak.
Héérlijke avond, onvergetelijke herinnering. Merci Steven,
Peter, en heel diene nest fantastische vrijwilligers zonder wie je nooit zoiets
kan organiseren.