Het woord “humor” komt uit het oude Grieks en betekent “vocht”
of “sap”. Men dacht toen namelijk dat lichaamsvochten de stemming van de mens
regelden. Nu, die mannen waren nog zo dom niet. Bijvoorbeeld in hoge nood het
wateren nakijken, mens, dat kan deugd doen. Om over andere sappen maar te
zwijgen.
Tegenwoordig kijken wijzelf bijna geen TV meer. Althans niet
volgens de heiligmakende kijkcijfers. Het Nieuws, een documentaire, The Big
Bang Theory, een film die we al drie keer zagen, voetbal soms, OK. Maar al die
panelprogramma’s waar telkens weer dezelfde mensen opduiken, op humoristische
wijze BV’s genoemd, die zeer geprogrammeerd in vooraf geschreven moppen
uitbarsten, hierin gesteund door een applausmeester die het spontane edoch
irritante gelach op de tribunes moet uitlokken, neen, bedankt.
Evenmin ben ik gecharmeerd door een bepaald soort “stand-up”
comedians wier enige doel lijkt: shockeren, brute schuttingpraat verkopen,
verhalen waarvan je denkt: komt hier nu nog een pointe die min of meer grappig
is? Nee dus. En maar lachen, die toeschouwers. En dan stel ik mezelf weer
vragen. Zijn al die mensen zo vulgair, ze zien er nochtans deftig uit, niet
zoals stomdronken voetbalsupporters die om 3 uur ’s nachts in de kroeg gore
alle limieten tartende praat verkopen. Of schuilt er achter die lach een
wanhopige behoefte? Aub, comedian, schreeuw eens al mijn frustraties uit, dan
heb jij het gedaan, en ik mag lachen.
Voor mezelf is humor
een levenshouding. Pas op, ik geef het toe, een pantser ook. Beetje zoals bij
Luc De Vos zeker. Zelf kan ik genieten van momenten waar ik mensen even op het
verkeerde been zet, weliswaar liefdevol. Zo zaten we eeuwen geleden op de bus
met mijn 5de handel die op weg naar Keulen voor het eerst een
moderne windmolen zag. En ze vroegen: “Meneerke, waddisda?” En ik vertelde hen:
“In die vallei hier kan dat in de zomer geweldig warm worden, en dan zetten ze
diene ventilateur aan”. En ze geloofden het. En die keer dat ik aan de kassa
stond met shampoo en maandverbanden en de caissière vroeg: “Meneerke, van dat
ander merk zijn er kortingbons” waarop ik antwoordde “Jamaar, ’t is toch niet
voor mij”. Die blik…
Ik houd van milde situatiehumor. Scènes uit de alledaagsheid
die uitvergroot worden tot iets grappigs. En een nog veel te vaak vergeten
meester (in beide betekenissen) is Piv Huvluv. De bescheidenheid zelf. Daar
lachen wij ons tranen mee. En hopelijk u ook, maar ge moet uw talen kennen. Een
fragment, neem efkes je tijd. En lach zonder schaamte.
https://www.youtube.com/watch?v=OZaSKn9Cp-4
https://www.youtube.com/watch?v=OZaSKn9Cp-4