Aldus geschiedde dat we ons op zondagmiddag in goed gezelschap
spoorslags richting Dranouter begaven.
Na het nuttigen van een somptueuze maaltijd in de aan elkeen
aan te raden afspanning De Heksenstoel in
Loker wendden we de steven naar de geheel van sandalen en bolderkarren
voorziene festivalweide.
Onze eerste ecologisch verantwoorde pinten nuttigden we in
de Oxfam tent. Met zicht op de nederzetting van de Kringloopwinkel. Helaas
betrof het hier wel Maes Pils, maar kom, niet sikkeneuren. Want, mijn oor werd,
tussen de irritante Oxfam-dreunen van Regi door, getroffen door lieflijke
melodieën. Het bleek een instrumentale folk-band te zijn, met de vreemde naam
Baltic Crossing. Het betrof hier immers Denen, Finnen en Britten. Maar ze
maakten de Maes Pils ruimschoots goed!
Maar toen was het tijd voor een held uit mijn prille jeugd.
Die grijze pluimkes rond zijn gebeitste kop en zijn nog steeds ontwapenende
zelf, de fluwelen scheermesjes en zijn net niet vals zingen, Jan De Wilde pakt
mij nog altijd. En zeker toen hij zei: Ik was zo gelijk almeteens bekend, en
door zijn liedje te brengen mocht hij plots een plaat opnemen. Lieven
Tavernier, dames en heren. Mijne favoriet: De Fanfare van Honger en Dorst, dus.
En dat we intussen Nicole en Wim tegenkwamen was zalig, en
voor de rest moet ge niet weten waarom.
Want!!! Intussen waren de Waterboys bezig. Ik moet zeggen,
niet veel van verwacht. Maar kwam het nu door die Maes Pils? Ik vond het een
machtig optreden.
Tussentijds was ik geniepig opgeschoven langs de ballustrade
tot bijna mid-stage. Want feitelijk was mijn enige target Flogging Molly. Na de
oorkauwgom, het fluweel, het gitaargeweld (drie voorgaande acts) ja dat moest
het worden.
Welnu, het is het geworden. Een genadeloze fantastische
non-stop pletwals, een frontman die duidelijk zijn pillen niet gepakt had, een
groep die door zijn pretentieloze energie iedereen in brand stak, zelfs mijn
gezelschap dat de groep niet kende. Onvergetelijk optreden !!