Aah, Parijs. Telkens weer denk ik er aan terug als ik de
nieuwe CD van Derek voor de zoveelste keer beluister. “Le sel de l'été”, toen ik
de titel zag dacht ik eerst aan het zilte zand dat opdroogt op je huid na een
verfrissende zeeduik. Maar neen, voor mij blijft het Parijs…
Ooit, toen we 17 of zo waren, trokken mijn toenmalige boezemvriend en ik met fiets en tentje naar Frankrijk, zogezegd op kampeertocht. Trouwens, nadat alle loodzware voederblikken die mijn moeder liefdevol in mijn fietszakken had gepropt na zowat 2 km al in een plattelandsgracht belandden hebben we wel degelijk gekampeerd. Zomaar, in een Franse weide, waar een prachtig paard des ochtends nieuwsgierig stond te snuiven aan de ingang van ons tentje.
Maar we hadden snode plannen! Omdat dit dreigt een te lang
verhaal te worden: het tentje werd geparkeerd bij nonkel René in Roye en we
vertrokken al “autostoppend” naar … Parijs, toen ontoelaatbaar voor mijn ouders
wegens de zondigheid. Ze weten het trouwens nog niet en ze hebben geen
internet.
Maar Parijs, dat was onze ultieme droomstad. De schilders,
poëten en muzikanten, de existentialisten, Saint-Germain-des-Prés, we wilden
het meemaken. Zelfs al sliepen we op een matras in een krot-hotel en leefden we
op een dieet van “Frans brood”, chocolade en limonade. Om maar te zwijgen van
de Pernod Pur die we steeds weer nuttigden bij onze schaakspelletjes, dit tot
verbijstering van de autochtonen.
Welnu, deze nieuwe CD van Derek flitst mij vaak terug naar
Parijs. De pracht en de weemoed, de leute en de droefenis, toekomst en vergane
glorie, en l’amour natuurlijk. Toujours l’amour avec Derek…
Hier en daar voel ik Gainsbourg opduiken, zoals in het wondermooie
“Toi”, vraag mij niet waarom. En in “Trou plein de vide”, is dat Hans Van Oost
die daar een straffe Django Reinhardt doet? Zodat ik me zie zitten in een
besmuikte berookte Parijse jazzkelder met een fles “château migraine”? Met die
bas van Mario Vermandel die zo vanzelfsprekend doorheen de songs wandelt?
Zoals gewoonlijk is Derek omringd door bijzondere muzikanten
die al veel oorlogskes gestreden hebben. Zo zijn de blazers en in het bijzonder
Marie-Anne Standaert een geweldige meerwaarde. En wat te zeggen van de
accordeon van Rony Verbiest die ons plots naar een French Quarter in the Deep
South sleurt? Om maar te zwijgen van de onmiskenbare toets van Yves “Vis”
Meersschaert.
Voor de rest gaat Derek met zijn bende natuurlijk te keer
met rock, reggae… alles in die prachtige langue de Molière.
De passie spat er af !
De passie spat er af !
Blijkbaar heeft hij ook een sokkenfetish, daar wil ik wel
eens meer over weten…
“Le sel de l’été”, weer peper voor het liefdesleven…