O Zwijn. Welk een dubbele gevoelens heb ik over jou.
Steeds
weer herinner ik mij jouw triestige oogskes. Nu doen ze mij aan Kevin De Bruyne
denken. Toentertijd wist je dat boerke Clerck met de voorhamer je hersens ging
inslaan. Uwe schruihel alvorens naar het binnenkoerke geleid te worden zal ik
nooit vergeten.
Maar ik eerde jou door in jouw warme bloed met de blote hand te
roeren, strengen er uit te halen en intussen hompen brood toe te voegen,
teneinde een geweldige bloedworst te bekomen.
Dit alles ieder jaar vergezeld van een “metserke” van Filliers, zoals die werd uitgeschonken op Café De Reisduif-wijze door de boerin. Vanonder de oksel dus.
Dit alles ieder jaar vergezeld van een “metserke” van Filliers, zoals die werd uitgeschonken op Café De Reisduif-wijze door de boerin. Vanonder de oksel dus.
O zwijn. Ik denk dat je feitelijk een heel slim zoogdier
bent, slimmer dan de mens hemzelven. Het is nog maar recent dat mensen elkaar
onthoofden door met een mes elkaar de kop af te zagen. Ik zie een zwijn dat
niet direct doen. Je bent gewoon een héél nieuwsgierig en liefdevol schepsel.
Als ik jouw kot benader knor je liefdevol, even indruk maken door je
macho-gewijs in de modder te rollen.
O Zwijn, wat een genocide moet je nu beleven. Met al dat
BBQ-weer moeten jouw volksgenoten het zwaar ontgelden. Die speklappen, die
brochetten, die worsten. Ja, beste Zwijn, in Sevilla genoten wij buitenmaats
van de gedroogde hespen van uw verre familie.
O Zwijn, nooit vergeet ik jouw angstige blik. Maar toch
begrijpend. “’t Is goed jong, niet mee inzitten, ik weet waarom ik op de wereld
kwam” meende ik te begrijpen. Merci,
Zwijn, denk ik dan.
Hopelijk moet ik nooit een koe in de ogen kijken…