Soms gebeurt het dat je nog het échte voetbal kan meemaken.
En dit overviel mij zomaar. Ik was uitgenodigd naar het Mirakelstadion, te
Waregem.
Reeds voordien, bij een geweldige vol-au-vent-met-frieten, werden de kansen ingeschat tegen het oppermachtige Knokke, middenmoter in
Bevordering. De kansen voor de thuisploeg met de heerlijke naam Koninklijke
Racing Waregem waren nihil tegen de invités van Knokke. Geld bij de vleet,
ginder.
De “Rassing” deed zijn uiterste best, moest niet onder doen,
maar verloor. Erg. Zelfde probleem van Essevee trouwens. Nen assist-gever en
een scorende spits, please?
Maar het gaat mij over weemoed. Ik vind het het zalig te
vertoeven tussen supporters die nu al bedenkingen maken: “Maar tnaaste jaar in eerste
provinciale…”
Na de wedstrijd begaf ik mij weer naar buiten, voor het roken
van een sigaret. Het stadionneke was leeg. Ik overschouwde de lege tribunes, het écht prachtige grasveld. Zo leeg, zo mooi.
Een mijmering overviel mij. Ik zag een wedstrijd met tja eerder
middelmatige spelers, hoewel sommige ouders daar andere ideeën over hadden. En
plots zag ik ook jonge gastjes, die zich het pleuris speelden om ooit Messi,
Company of Hazard te worden. Vruchteloos? Je weet het nooit.
Ik voelde ook het bestaan van de ouders, die zoveel keer per
week de zeun naar het voetbal brengen, de droom misschien?
Welnu, de sterkte van de Rassing is: vriendschap. Zelden ben
ik als buitenlander zo warm onthaald. Zo’n geestige bende zeg!