Aah op reis, je kijkt er maanden naar uit, je regelt hotels
voor de heen- en terug, het heerlijk comfortabele vakantiehuisje. De zalige
gemiddeld 30 graden aldaar.
Omdat ik geen 1200 km aan één stuk wil rijden knippen we onze trip in het gaan en keren altijd in twee.
Zo belandden we zonder problemen in Hotel “Les Charmilles” in Chalon-sur-Soane. Hotel-étape, noemt men dat. Welnu, geweldig charmant, hoewel de airco daar nog moest uitgevonden worden. We waren daar zelfs voor de receptie om 14 00 open ging. Dus spoorslags naar het centrum van dit stadje in het hart van de Bourgogne. Couleur locale, ik hou daar geweldig van. No nonsense, héél vriendelijke ober…
Omdat ik geen 1200 km aan één stuk wil rijden knippen we onze trip in het gaan en keren altijd in twee.
Zo belandden we zonder problemen in Hotel “Les Charmilles” in Chalon-sur-Soane. Hotel-étape, noemt men dat. Welnu, geweldig charmant, hoewel de airco daar nog moest uitgevonden worden. We waren daar zelfs voor de receptie om 14 00 open ging. Dus spoorslags naar het centrum van dit stadje in het hart van de Bourgogne. Couleur locale, ik hou daar geweldig van. No nonsense, héél vriendelijke ober…
In het hotel zaten we uren aan het zwembad, kijken naar
zwemmende Vlaamse gezinnen. Dan praten we Engels, ofwel zeer gedempt, op
EK-wijze met de hand voor de mond. Onze grote genoegens dus: wij zijn
terras-voyeurs en bedenken daarbij verhalen ivm gezinssamenstelling, wie is er
baas, wat vinden ze hier nu leuk aan.
Heerlijk gegeten, wijntje van 4500 euro voor één keer niet
gekocht, want ze hadden daar een geweldig restaurant. Maar op weg naar het
zuiden: uuuren file. Zowat bijna 9 uur zonder stoppen gereden over 620 km. Maar
het loonde de moeite.
Na een fantastisch verblijf, in Ferrals-les-Corbières, de
terugweg aangevat, richting Orléans.
Het zag er goed uit qua verkeer, in den beginne. Maar
ervaren toeristen weten: een “zwarte zaterdag” bestaat niet meer. Iedere
zaterdag in juli en augustus is tegenwoordig dramatisch. Dus op de eerste dag
van onze terugkeer toch weer talloze keren 4 pinkers, attention bouchon soyez
prudent. Hoewel niet zo erg als in de heenreis.
Tussen-logement in Orléans. Als étape-hotel, ik wil het iedereen
aanraden.
Hoe dan ook, onze laatste 430 km gingen via Parijs.
Nachtmerrie voor elke terugkomer. Welnu,
we kozen voor de ring rond de Périphérique, geen seconde bouchon, weliswaar op
zondag.
Maar ! De chauffeur, ik dus, werd plots overvallen om
dringend een lichamelijke behoefte te voldoen. Toch afgereden naar een
overvolle Aire om nipt een commissie te doen. In een gehandicapten-toilet, wat
op dat moment terecht was. Dan opgelucht de reis verder gezet.
En zie, een volgende darmen-aanval kwam. Was het nog een
gevolg van de entrecôte bij Bembé in Ferrals, waar hygiëne niet in het Frans te
vertalen is. In elk geval het was zéér dringend.
Dus namen we de eerste afslag naar een dorp Magnac-Bourg.
Waren het nu maniakken of boeren, ik denk het niet. Maar we belandden in één
van de meest memorabele restaurants die ik ooit bezocht. De deur van “Toilettes
privées” sloot niet. Slot dicht geverfd. Dus in snelheid gedeponeerd, niet
geestig hé.
In het echt dorpse lokaal gewoon strikt houten tafels, witte
muren, geweldig citaat van Oscar Wilde op een plakkaat: “De enige manier om de
bekoring te verdelgen is er aan toe te geven” Machtig schoon.
Welnu, in mijn gezichtsveld bevond zich een ik denk
30-jarige jongeman met een harige blote bilspleet waarin je een stevige
mountainbike kan parkeren. Van bekoring gesproken.
En zie, uit het niets kwam een kat op de tafel van de buren
gesprongen, keek even rond, begaf zich naar de keuken…