zondag 5 september 2010

De Preek

Hierna volgt dus de schriftelijke neerslag van mijne fameuze preek. Wie er niet bij was zal natuurlijk veel missen. Mijn ongelooflijk charisma, mijn flukse oogopslag, mijn alleszeggende lichaamstaal, de feromonen die ik het publiek instuur. Desalniettemin, op algemeen verzoek, hier is ie dan.
Lieve mensen
Wie had ooit gedacht dat uitgerekend ik in Deinze-Kerk nog zou een toespraak houden. Deken Rudy wellicht niet, Ik in elk geval niet. Anderzijds, vergis jullie niet, Gaspar VDV en ik waren lector bij de eerste TV-mis die vanuit Deinze werd uitgezonden. Even was ik dus een klerikale BV met toekomst om iets te doen in de katholieke media. Er is helaas niets van in huis gekomen.
Maar… ik sta hier niet om over mijzelf te praten. Neen, het is mijn onmogelijke taak om binnen enige minuten een huwelijksleven van 60 jaar te resumeren.
Over onze ouders zou ik in feite een boek moeten schrijven. Maar ik vrees dat dat boek niet goed zou verkopen. Te weinig sensatie. Onze ouders zijn namelijk heel brave mensen. Vijanden hebben ze niet. Respect krijgen ze van vele vele mensen.
Hun eerste huwelijksjaren heb ik niet bewust meegemaakt. Alles wat ik weet is dus van horen zeggen. Moeke mocht geen les meer geven in het katholiek onderwijs omdat ze zwanger was van mij. Pa ging eerst met de fiets naar Deinze gaan lesgeven (waarbij hij naar het schijnt Cancellara-allure vertoonde), daarna met een aftandse DKW auto waarvan de ronk hoorbaar was tot in Astene. Moeke ging vervolgens Godsdienst geven in het Atheneum.
Ik ben geboren in Gent, ruim een jaar na het huwelijk. Zoals ik al zei, brave mensen, dus… We woonden bij mijn grootouders tot het huizeke in Deurle was gebouwd. Met Kleine Landeigendom. Ooit hoorde ik dat ik daar sliep in een rieten wasmand, maar dat kan mijn fantasie zijn.
Maar het huis in Deurle kwam er. En er kwamen ook een drietal zussen bij, Mieke, Marijke, Veerle. En dan Wimke, het keppekeutelke toen.
Ik vermoed dat de financiële toestand die eerste jaren vrij lastig was, met die vijf kinderen. Maar nooit kwamen wij wat tekort.
Zo kon er bv bij de kruidenier op de hoek, Cockers, met puntjes gespaard worden voor speelgoed. Mijn geloof in Sinterklaas begon te wankelen toen de Sint die auto van Highway Patrol bracht die al twee maand in Cockers vitrine stond. Want toen ik diezelfde dag naar Cockers ging om sigaretten voor Pa, rode Michel zonder filter, 9 frank, stond die auto er niet meer.
En was er misschien niet zoveel speelgoed als vandaag de dag, we vonden altijd wel iets in het kot. Oude kleren om ons te verkleden, stukken pannelat…
De zondag was speciaal. Na de mis mochten we naar Cockers om “tweedings”. Twee snoepen die elk 1 frank kostten. Rekkers, stampers…
We werden gewassen in een kuipke, in de winter voor de kolenkachel. De “waste” werd met een houten tang uit de wasmachine gehaald en in de spoelbakken gegooid. Tot zover de folklore.
Samengevat: intussen zijn we met ons zevenen, vermoedelijk gaan er geen meer bijkomen. Vijf van ons woonden in Deurle, Tom en Lien kwamen erbij in de Guido Gezellelaan, vervolgens met heel het gezin naar de PJ Eeckhoutlaan.
Maar onze ouders bleven altijd wie ze waren. Schitterende onderwijzers waarover generaties van oud-leerlingen ons aanklampen om te zeggen welke mooie herinneringen ze hebben aan meester Walgraeve van ‘t College of mevrouw Walgraeve van de Maricolen. Zelfs op mijn Facebook mag ik dat regelmatig lezen (Pa en Moeke, Facebook da’s iets op het internet) Telkens weer zijn we fier als we dat horen, papa en moeke wimpelen dat een beetje af, bescheiden als ze zijn. Ze vinden dat normaal dat ze zo bezield hun job deden.
Ik weet dat hun geloof voor hen heel belangrijk is, dat ze daar altijd zeer veel kracht hebben uitgehaald, en nog steeds.
Want met zeven kinderen kom je nogal wat stoten tegen. Ziekte, kwetsuren, vooral over dit laatste was ons moeke overbezorgd. In de bergen moesten we bv altijd 2 meter van de balustrade blijven. En de kleintjes moesten altijd een handje geven. Nu nog voel ik dat moeke zich moet inhouden als ik thuis vertrek: ze wil zeggen “Geertje, voorzichtig zijn hé”
Zorgen, kleine en grote… Door sommigen van ons werd er soms losbollig gestudeerd, af en toe wat uit de band gesprongen. Ge moet niet ver kijken, hij staat hier voor u. Daardoor waren er ook grote zorgen over zij die serieus bezig waren. Ze gaan toch ook niet…
En de tijden zijn nog niet veranderd. Nu is er naast de bezorgdheid over ons, de kinderen en schoonkinderen, ook de bezorgdheid over de kleinkinderen en de achterkleinkinderen. Prachtig ook hoe ze openlijk fier zijn op ons allemaal. “Ze stellen het goed, ze studeren flink, ze zijn gelukkig, ze maken prachtige kunstwerken, zo schoon muziek dat ze kunnen spelen”. Zo weet ik dat moeke met fierheid vertelt over ons allemaal bij (vroeger) de coiffeuse, nu bij haar coiffeur, haar nieuwste vedette. Of in een wachtzaal bij dokter of tandarts.
Hun geloof geeft hen ook de kracht om de tegenslagen te verwerken die wij, de kinderen, soms meemaakten. Nooit werden wij be- of veroordeeld. Steeds zijn we welkom thuis en worden met een groot hart beluisterd. Ook de schoonkinderen zullen dit getuigen, zij worden omarmd als eigen kinderen. Al kunnen we nergens anders meer terecht, onze thuis, onze ouders zijn er altijd. En dit al zestig jaar.
Papa en moeke, waarschijnlijk heb ik vele dingen NIET gezegd. Maar ik weet zo dat jullie mij dit vergeven. Want eigenlijk moest ik alleen vertellen wat nu volgt.
Geloof is één ding, maar bovenal is er jullie ontroerend mooie onvoorwaardelijke zorgende liefde voor elkaar. Reeds méér dan zestig jaar.
Wij, jullie kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen wensen jullie dat jullie nog héél lang voor elkaar mogen zorgen. We zijn ontzettend trots op jullie.