zaterdag 11 september 2010

Matthew 19:14: "Let the little children come to me”

Alzo zegt de Bijbel. Vele priesters hebben blijkbaar de rest van die zin niet gelezen: “…and do not hinder them, for the kingdom of heaven belongs to such as these”
Wat een mooie wijsheid. Was het nu een Jezus of een andere wijsgeer, who cares. Wie voelt zich niet totaal ontwapend, weerloos, smeltend bij de argeloze onschuld, de klare spontaanheid, de meedogenloze eerlijkheid, de fragiele emoties van een kind. Wellicht verlangen we als volwassenen soms terug naar die open, onbevangen, niet-getroubleerde blik die we ooit op het leven hadden.
Zelf werd ik geconfronteerd met een pedofiele priester. Die man was erin geslaagd op het College in Deinze een Boekenfonds op te richten. Allemaal jonge snotterkes die tijdens de vakantie boeken kwamen repareren met als beloning een coca en een Frisco. Jawel, ik was er één van. Pas op, tijdens onze werkmomenten hadden we een radio. Radio London. De paster was er niet, we leerden geluiden kennen die niet voorzien waren. Bob Dylan, The Stones, The Kinks, The Who, Jimi Hendrix. En Radio Veronica. OK, Will Tura ook. Make no mistake, van niemand tolereer ik ook maar een negatieve opmerking over Will Tura.
Ik belandde bij die priester in het 5de Latijn-Grieks. De jaren daarvoor werden er telkens als beloning woningen gehuurd in de Ardennen. Ik was er steeds bij. Geen miserie. Leuke priesters waren daar, zoals Toon De Strooper (nu Gottem), Cies Verheylezoone (later getrouwd en dominee geworden, formidabelen tiep)
In mijn voorlaatste jaar begon den anderen echt door te zetten. Toen pas besefte ik dat er inderdaad iets raars bezig was. Jullie moeten echt wel weten, in 1968 kende ik echt totaal niet het begrip “pedofiel”.
Het was al een paar jaar dat ie bijv. tijdens de boekenfonds-sessies met een “regel”, (bestaat dat nog?), achterin mijn broek gleed. Vanaf mijn 5de jaar (Grieks-Latijn, ik had 12 uur les van die persoon) moest ik bijlessen volgen voor Grieks. Uiteraard omdat hij mij systematisch buisde.Ik was een schoon boeleke, achter met de puberteit. Eerlijk: ook wel omdat ik er mijn voeten aan veegde.
Die bijlessen, dus. Zijn viezige mollige poten gleden na enige weken langs de binnenkant van mijn dijen (het was lente, korte broek) en ik begreep plots: dit is niet normaal.
Als klein mollig ventje (na mijn retorica nog 18 cm gegroeid) gaf ik hem een stevige plets in zijn gezicht.
Op mijn mondelinge examens van Latijn, Grieks, Godsdienst, vroeg ik onze toenmalige superior De Witte als getuige. Een grote meneer! Ik was gelukkig geslaagd.
Want nog steeds droom ik soms dat ik hem zie parkeren voor het huis van mijn ouders waar de priesters van het college jaarlijks kwamen dineren.
Zijn nummerplaat 7675 U. Een mokka-kleurige Ford-Taunus.
Een jaar later moeten er ergere klachten gekomen zijn. Hij is gestraft door het Bisdom. Ze hebben hem weggepromoveerd. Hij werd directeur van… een meisjesschool.
Leuke dag toen ik hoorde dat die grote sigarenrokende naar goedkope parfum riekende big boss van het College overleden was.