zaterdag 9 oktober 2010

Oya Lélé

In wezen ben ik een sombere mens. Een zwartkijker, een sarcast, in mijn ogen dus een echte romanticus. Want romantiek is niet violen, geurige bloemen, zigeunerorkesten en gondels in Venetië. Romantiek is passie, het leven intens beleven zoals het is op ieder moment. Leuk en dramatisch.
Deze zaterdagochtend was er een zoals iedere week. Krakend, piepend, kreunend en vloekend uit dat bed strompelen. Ja, lieve mensen, deze bijna zestiger heeft behoefte aan restauraties aan zijn old-timer carrosserie.
Maar zo heel af en toe overvalt mij een zeldzaam gevoel. Als de nevelen uit mijn geest zijn verdwenen komt er plots plaats voor … joie de vivre. Mijn vrouwke bereidt heel opgewekt de grote kan verse koffie, een huis vol van die heerlijke geur. De schaarse stadse vogels tonen het beste van hun fluitje, waarmee ik hun onvoorspelbare verkwikkende gezang bedoel. Zelf spoed ik mij naar de warme bakker, geheel tiritomba-gewijs de meest banale deunen fluitend. Ja, Frans Bauer en Marco Borsato komen aan bod.
Zo een dag waar onverwacht het zonnetje schijnt, waar de mensen content lopen, waar zelfs ik met klanten bij de bakker een woord wissel over de “parachutemoord” (“t is geel zeker dienen Ollander geweest”), en dan thuis weer warm verwelkomd word.
En dan het heerlijke vooruitzicht dat mijnen oudsten en zijn vrouwke langskomen met die twee prachtige felle schone knoddies van kleindochters.
Ja, ik voel mij Oya Lélé.