woensdag 6 oktober 2010

Petegem-Kermis

De minder jongen onder ons weten nog wel dat Petegem-Kermis steeds betekende: die maandag congé! De Groot-Petegemse gedachte overheerste Deinze. We hadden “Petegem-Stoasie” en wie in Petegem woonde was geen Deinzenaar en wilde dat ook niet zijn. Het leuke was dat we na de Grote Fusie een Petegemnaar als burgemeester kregen, en waar hij woonde boog de Ring rond Deinze toevallig af voor zijn huis.
Enfin, het komt erop neer dat onze leerlingen thuis waren met Petegem-Kermis en dat wij leerkrachten mochten optrekken voor een hele dag portretterende klassenraden. Lieve lezer die niet weet waar we ons in Het Onderwijs mee bezighouden: lesgeven is zowat het minst tijdrovende, het geestigste en meest voldoening gevende deel van onze job. De job waar we voor kozen. Pas op, een Roeping durf ik het tegenwoordig niet meer noemen. Voor je het weet sta je in Het Laatste Nieuws.
Een portretterende klassenraad heeft de bedoeling dat alle leraars een duidelijk beeld krijgen van welk vlees ze in het kuipje krijgen. En voor 95% of meer van onze leerlingen geldt: ze wandelen opgewekt kwekkend, bijna zorgeloos (behalve futiliteiten) en verwachtingsvol door het leven.
Ik wil het nu even hebben over die weinige anderen, de speciallekes, dit gaat maar over een zeer miniem aantal gastjes zoals in iedere school in Vlaanderen.
Een leerling moet telkens weer de kans krijgen met een blanco blad te starten. Zoals in iedere ophefmakende reportage zijn de namen van de desbetreffende leerlingen gewijzigd.
Dat Firmintje ooit een vechtersbaas was, drugs gebruikte en een zgn luiaard zou zijn, geen interesse hoor. Ik zie wel hoe Firmintje zijn nieuwe kansen aangrijpt. Martha had op 13-jarige leeftijd een relatie met een oenke-boenke-scheve-pet-opgepimpte-oude-BMW-kerel. So what? Ik zie wel hoe Martha vastberaden is om geen oude fouten meer te maken.
De informatie over mijn leerlingen probeer ik zelf in te winnen, en wel uit goede bron: de leerling zelf. En dan vertellen ze. Allemaal zaken die niet in dat portret moeten komen. Dat Arthur regelmatig ziet hoe zijn vader de mama afmot, dat Eufrasie denkt dat ze lesbisch is, dat het thuis zwarte armoe is en iedere 20 euro voor school ervoor zorgt dat “we op andere dingen moeten freinen”, dat Alfons geen GSM noch internet heeft… al zijn het er weinig, het zijn verhalen die pijn doen.
Met mondjesmaat moeten mijn collega’s dit toch weten.
Wat een geluk dat de allergrootste hoop van ons gastjes zo vreugdevol door het leven gaat. Alzo zat er enen te mijmeren tijdens Petegem-Kermis.