vrijdag 1 oktober 2010

Wat valt er te vieren?

Huwelijksverjaardagen, ik denk er het mijne over. De wow’s, de joepies en de proficiatten, ze horen erbij zoals een wit lintje aan een antenne bij een communie. Gebruiken, plichtplegingen, even je sociale rol vervullen en je zegje doen, vervolgens terug naar je eigen huisje, vrouwtje, leven. En geen seconde stilstaan bij wat daar eigenlijk gevierd werd.

Mijn ouders zijn dus 60 jaar getrouwd. Een grote bravo is hier volgens de gebruiken op zijn plaats. Bravo… omdat jullie elkaar 60 jaar getolereerd hebben? Neen toch. Bravo… omdat jullie na al die tijd nog zielsveel van elkaar houden? Ah neen, als dat zo is dan is het gewoon elke dag feest.

Enfin, ik heb nooit dergelijke uitbundige gelukwensen begrepen, evenmin verjaardagen en het gedenken van x dienstjaren on the job. Wat valt er te vieren? De pessimist in mij denkt dan: ‘Toeme, al 60 jaar samen gelukkig. Ik zou liever vieren dat ze er nog 60 samen mogen beleven. Maar helaas, niets te vieren. Het einde nadert.’

Desalniettemin, geen rekening houdend met mijn zwarte overwegingen, nam de Stad Deinze (zoals ieder trimester) het initiatief om die mensen die het onwaarschijnlijke presteerden, namelijk 60 en 50 jaar samen in de huwelijkse staat, op “eerbiedige wijze te huldigen”. De nabestaanden werden verwacht op het surreële tijdstip 18:50 u. Burgemeester en Schepenen waren ter plekke, plechtig gehuld in de nodige ambtshalve verplichte sjerpen.

Blijkbaar was het de droeve plicht van de desbetreffende Schepen van dienst om door ijverige bedienden vooraf geronselde details over het huwelijksleven van de gevierden aan de verzamelde nabestaanden kond te maken. Alsof zo’n immer glimlachende met veel inspanning verkozen politicus aan kinderen en kleinkinderen iets nieuws kan vertellen over hun ouders/grootouders.

Het was hilarisch en terzelfdertijd angstwekkend. De ene man had 200 duiven, een volgende 60. Een paar andere mannen besteedden hun tijd aan vinkenzettingen en de “lochtink”. Of gingen vissen. Hier en daar uiteraard “een zeer sportieve wielertoerist” met beschrijving van de ongelooflijk lastige trajecten die reeds werden afgelegd. Je kent ze wel, die troepen bejaarden met fluohesjes, kranig fietsend (je raakt er met je auto gewoon niet voorbij) die van de ene pannenkoek naar de andere Westmalle peddelen.

O ja, er waren ook vrouwen. Die zijn tenslotte al die jaren met die venten getrouwd. De meesten hadden ooit een job, maar toen er kinderen kwamen… Pas op, hier en daar was er eentje die intussen een bedreven kantklosser was. Of geraniums kweekte, een bloembakbloem, de lelijkste bloemen die God op de zoveelste dag op de aarde aanbracht. En zowat zonder uitzondering hadden ze het zeer druk met op de kleinkinderen te passen.

Wat valt er te vieren…