dinsdag 11 september 2012

Laatste schooljaar 3

Voor wie het nog niet door had, deze reeks “Laatste schooljaar” wordt een feuilleton, soms een soap, soms een docudrama.
Zo belandde ik in het vierde jaar (Syntaxis, 3de Latijn-Grieks) bij EH Willy Dierickx zaliger, bijgenaamd “De Kleinen”.
Je moet weten dat ik “een jaar te vroeg” zat. Destijds maakte men geen miserie over een jaar dubbelen. Dus in mijn klas: kerels, alleen jongens of course, die zich al moesten scheren. Zelf had ik nog niet eens “gemuit”, een babyfaceke met een kinderstemmeke. Frustrerend, durf ik nu wel zeggen, je zou er een minderwaardigheidscomplex van krijgen. Maar neen hoor, onverbiddelijk bleef ik het onnozel kieken uithangen.
Mijn punten daalden dramatisch. En Willy vond toen voor mij, en sommige anderen, een systeem uit dat nu op onze school wordt toegepast: het Woensdagmiddagsysteem! Telkens als we een buis hadden voor een toets moesten we op woensdagmiddag het ding opnieuw maken, en hij vroeg ons op. Mijn punten stegen van 56% naar 73%.
Miserie in Poësis (2de Latijn-Grieks) Ik was nog steeds hetzelfde kinderhol, niet gemuit, niet scheren enz.
Nochtans, onze titularis, top-drie beste leraars ever, had het beste met mij voor. EH Vernaeve, bijnaam “Meede”.
Hij sprak twee talen: vloeiend Frans (prachtig) en vloeiend Gents (even prachtig). Tot mij gericht: Monsieur Gérard, sale petit gamin”. Helaas correct, en ik hield er mijn toenmalige bijnaam aan over: Zeraar.
Het was een heerlijke leraar. Hij zat op mijn kap maar ik was zijn favoriete leerling. Zo moest ik vaak op zijn kamer, tijdens de les een boek halen. Zijn principe was: “Le désordre controlé”. Dus, “Gérard, tu cherches la chaise rouge, tu verras quelques livres…" Nog steeds mijn principe.
Bij hem moesten we Les Misérables lezen, let wel, de hele hap, dus niet die dunne boekjes van tegenwoordig. Mondeling examen uiteraard, moi veel te laat wat had je gedacht. Dus moest ik mij per fiets begeven naar de pastorij in Leerne waar hij intussen woonde. Het was putje winter. Geheel blauw verkleumd landde ik.
Een perfect op temperatuur gebrachte Calvados was mijn deel.
Voor de rest, dat jaar moest ik dubbelen. Zogezegd voor geschiedenis van Willy Jonckheere. Ik hoop dat hij daar geen schuldgevoelens aan overhield want ik was gewoon een gedemotiveerd gastje.
Over de laatste twee jaar zal ik zedig zwijgen, ik schreef ergens al over een pedofiel waar ik toen mee te maken had. Maar, door die persoon, moest ik zowat twee keer per week naar de strafstudie. Woensdag en zaterdag. En soms, met een paar anderen even op zondag.
En die strafstudie werd beheerd door iemand wiens bijnaam te maken had met gecastreerde runderen.
En we ontwikkelden een systeem met prentjes waardoor we konden zeeslag spelen. Alzo rammelden we met zijn sowieso echt bestaande ballen.