zaterdag 10 maart 2012

100 Dagen en Den Ouden

Het is nu al een paar jaar dat ik me telkens weer de vraag stel: “Die onnozele 100 Dagen, waarom wilt ge u dat nog aantrekken. Ge zijt daar veel te oud voor”
En het is waar hoor, ik ben te oud. Gelukkig, sinds dit jaar ben ik niet meer de regelaar aan onze schoolpoort, zo vanaf 7.30 uur. Met warme dank aan Peter, Christa en Rik.
Dat komt daar toe, redelijk bezopen na een nachtje Overpoort. Geheel geverfd, blazend op fluitjes en Vuvuzela’s, compleet in volle doening. En gij als Ouden staat daar. Overbezorgd, évidemment. Niet qua bezopen en dergelijke, neen. Onze school is de enige die met haar muilke op den trottoir staat. Het VTI ligt een straat binnenin, St-Henri ligt in een put. Maar ons gastjes, heel Deinze heeft ze gezien, iedereen passeert daar. En wij maar proberen ze op dienen trottoir te houden, gewoon voor de veiligheid.
Nu, dit jaar was het niet nodig. Een leerling had zijn autooke binnen geparkeerd, een super luidspreker in de koffer, party was on. Vervolgens pleegden onze eindejaars een collectieve dans op onze splinternieuwe speelplaats.
Ieder jaar weer zorgen we voor een stevig ontbijt. Croissants, boterkoeken, chocoladekoeken, granen. En daarna zetten ze aan met de fiets naar de Balkan-staten.
Vanuit de Vlasschuur in Gottem, we denken dat die in feite bijna de eigendom is van onze Chris De Witte, starten ze voor een zoek- en sneukeltocht.
Er waren er bij die duidelijk “vermoeid” waren door de voorbije nacht. Ze werden meegesleept, ja opgekikkerd, door fittere kompanen.
Zelf was ik een “tussenpost”. Samen met Clarisse en Anneke, mama en zus van Christa, mocht ik ze verwelkomen, een potteke chocolade-créme van den Aldi aanbieden, een opdrachtje doen uitvoeren en het vervolg van het parcours uitdelen.
Welnu, meer dan ooit: de jeugd van tegenwoordig deugt hoor! Mens toch, zo beleefd en voornaam die gastjes. Geen zwijnerij, geen vuiligheid op de grond smijten, open en enthousiast mijnen opdracht (herken 9 wereldwijde monumenten) oplossen.
En daarna ook nog gedisciplineerd aan het mobiele frietkot gaan degusteren, rustig, elk op toerke. En nog op het gemak een pintje drinken, geen dwangmatig drinken.
Ligt dat nu aan ons of aan hen?