zaterdag 3 juli 2010

Gardenia

Het moderne theater, ik ken er niets van. Zelf ben ik opgegroeid met producties waar bijvoorbeeld Jef Demedts zijn ogen uitstak als Oedipus. En dan zwaar dramatische teksten declameerde. Kortom, het Jan Decleir-syndroom zorgde ervoor dat ik dacht dat Vlaams theater tot aan de enkels in de klei stond.
Dankzij Vooruit van Deinze kon ik zomaar gratis een voorstelling bijwonen. “Gardenia” in het NTG.
Lieve lezer, dat ik er ondersteboven en achterstevoren uitkwam kan ik nu al zeggen. Jawel, ik heb geweend.
Heb ik ballet gezien? Of mime? Was het humor of bittere scherts? Of kitsch tot in het extreme?
Als niet-professionele recensent denk ik dat het stuk ging over identiteit, en het zoeken ernaar. Het sarcasme over onszelf uit angst om de waarheid te zien. Zo droevig, die mensen die vanuit een sociaal acceptabel beeld transformeren naar zichzelf. Ik zag portretten, poses, hoorde moppen “over the top”, waren ze nog wel grappig?
Zag ik tableaux vivants? Bevroren nep-beelden? Of noemen we het tableaux morts? Portretten van een gespeeld leven, zag ik. Acteren, de geschminkte grijns. Zijn mannen mannen? Vrouwen vrouwen? Je weet het niet.
Identiteit. Is de humor fantastisch, of alleen een truc. Een overdreven gimmick?
Voor wie naar dit stuk komt kijken zal de Bolero van Ravel nooit meer dezelfde zijn. Bloedstollend, pakkend, aangrijpend, onvergetelijk, ja tranen bij mij.
En Dirk Van Vaerenbergh, toch wel een schoon wijveke.