zondag 31 juli 2011

Fort William

Lieve lezer, volg eens even mijn verwilderde gedachtegang. Je bent op pad in Schotland en je volgende bestemming is Fort William. Meteen verbeeldde ik mij een uit houten palen opgetrokken verdedigingswal tegen Indiaanse slechteriken. Waar John Wayne, terloops opgezadeld met een paar onschadelijke vleeswonden, weliswaar opzichtig omzwachteld, achteloos de bekende kop naar links en rechts wendde om de autochtone speren en pijlen te ontwijken, en bij het rollen van een sigaret de te volgen strategie uitstippelde. Een Western, kortom.

Vergeet het. Onze bestemming lag zo’n 25 mijl verder, Lochailort. Overdrijf ik als ik zeg dat Lochailort zowat 3 woningen telt? Eén ervan alweer een prachtig hotel, The Lochailort Inn, met een bijzonder lieve mevrouw die ons incheckte. Totaal tegen mijn zin moest ik een overmatige begroeiïng op de bovenlip vaststellen, en tegelijkertijd mijzelf berispen: “Ge weet ook altijd wat, gij”

Enfin, jullie kennen intussen het refreintje: prachtige kamers, heerlijk eten, single malts bla bla bla bla. Bla.

OK, we deden even Fort William aan. Veel mooier en gezelliger dan Deinze, mooie winkelstraat, na even zoeken een heerlijke pub.

Maar… Vanuit Fort William of omgeving moet je gewoon naar het eiland Mull gaan. Een betaalbaar overzetje brengt je alweer in een paradijs. Ja, je ziet er de melancholische sporen van de teloorgegane visserij. Maar toch geniet je met volle teugen in het nog steeds actieve vissersdorp Tobermory. Een plaatsje met een betoverend uitzicht, een eigen distillery of course, een herberg met de (oh, nog nooit over geschreven, schande) “real ales”, in heel Schotland een keurmerk van plaatselijk gebrouwen amberkleurig en hoppig gerstenat!

De landschappen nu nog beschrijven, dat kan ik niet meer. Lees gewoon de voorgaande stukjes. Maar!! Sensatie, alvorens onze reis te beëindigen, was alsnog ons deel. De vrouwelijke populatie, strategisch op de achterbank geplant, uitte plots hysterische kreten. “Ne zeehond!!! Daar!!! Echt!!!” Een eerder schaarse plotse reflex van onze chauffeur deed ons parkeren en zorgde voor orgastische belevenissen bij onze vrouwelijke kompanen. Want waarlijk, daar in de scheut van onze telelens bevond zich het langverwachte zeezoogdier: een toch wel kolossale zeehond. Eindelijk de definitieve kroon op het werk van deze Schotland-expeditie.

Oh ja, lieve lezer, we gingen ook nog even naar Edinburgh. Goed voor een city-trip allicht, voor mij en mijn gade totaal overbodig. Geef ons maar schapen, koeien, water en bergen. En Schotten.