woensdag 26 mei 2010

Een historische avond

“Jaja, ’t Is weer van dat” dacht ik toen de eerste geselecteerden voor de finale van Eurovision werden bekendgemaakt. Je weet wel, genre Bosnië-Herzegovina, Moldavië, Belarus, Servië.

Aldus nam ik, mij reeds bevindend in de echtelijke sponde, een goed boek ter hand. Tot plots, bij de achtste enveloppe, “Belgium” weerklonk.

Terwijl ik mijn leesbrilletje afzette hoorde ik Bart Peeters joelen: “Een historische avond! België in de finale!! Ongelooflijk!!!” “Inderdaad” zei André Vermeulen zuinigjes, “nog 2 enveloppes te gaan. Hopelijk is IJsland erbij.” Je kon zo horen dat hij een zurig tutmondje opzette.

IJsland, dacht ik, vreemd. Een land dat tot dusver voor Europa alleen failliete banken en aswolken afvaardigde. Het land dat Björk en sigur ros voortbracht delegeerde een ietwat overjaarse sopraan, een soort Bianca Castafiore, die vooral leek op een gigantische rode pion voor “Mens erger je niet”. Muzikaal een fake “Milc Ink”. Het IJslands voor “waar blijven die handjes” ontgaat mij even.

En toen viel mijn frank, mijn door IJsland verzwakte euro. André was pissig. Ieder ander land had twee commentatoren in Oslo, André zat ergens in een hokje aan de Reyerslaan. Met Bart Peeters dan nog. Besparingen, zelfs een Ibis-hotel kon er niet af. Ik begrijp hem. Hij, de man gegroefd en gepolijst als expert van het Songfestival mocht deze triomf van de VRT-inzending niet beleven. Nu, niet dat ik er slecht van geslapen heb.
Overigens, IJsland werd geselecteerd als tiende en laatste land.