zaterdag 1 mei 2010

Het leven van de volgspotman

Waren het de pijnstillers? Was het een tijdelijke vlaag van zinsverbijstering? Of was het gewoon erbij willen zijn? In elk geval, ik engageerde mij om bij Driestuiversopera een volgspot te bedienen.
Simpel toch, dacht ik. Lampje aan, beetje meevolgen, delen in het succes, alles in de saccoche?
Ja vergeet het. Een acteur die uit zijn rol valt, geen probleem. In de zaal merken ze het niet. Een pet die aan een taart hangt, grappig. Stoel verliest poot: goed zo, dit proberen we iedere keer weer te doen.
Acteurs? Ja, ze moeten er nu eenmaal zijn. Vals zingen? Weill bedoelde het zo, expressionisme heet dat. Tekst? Rekbaar. Orkest? Te luid, te stil, te rap, te traag, allemaal niet erg.
Maar die volgspot… De acteurs zingen fantastisch, de actie is wervelend, het orkest subliem, het publiek gefascineerd, allemaal goed en wel. Maar als de volgspot niet ter plekke is… zie je geen snars.
Plots overvalt je die verpletterende verantwoordelijkheid. Zonder jou geen voorstelling. Koud zweet, visioenen van honderden toeschouwers die je komen molesteren en hun entreegeld terug eisen, overwegen je te gaan verstoppen in de abdij van Westvleteren. Je staat daar op een kubusje van 30 x 30. Je vraagt je radeloos af waar die acteur/-trice nu weer zal opduiken. Oef, je hebt gelukkig alles mooi genoteerd in je brochure. Jammer dat het zo donker is, je kan je brochure niet lezen want de volgspot brandt niet. Je grabbelt naar een lampje, liefdevol ter beschikking gesteld door Vooruit. Batterijen plat uiteraard. Je dondert van alteratie van je kubus, je grijpt je vast aan je volgspot, geroosterd vel verspreidt BBQ-geuren, de spot gaat aan, het oude plafond van Vooruit in een prachtige gloed… de acteurs in het donker.
Maar vanavond hé, vanavond zal het perfect zijn. Want voor die voorstelling, voor wat die schitterende mensen brengen, daar moet gewoon een super-volgspotman staan!